Naslaggids (volledige instructies)
3
Camerabody
Onderdelen en functies camera
Basisfuncties van de bedieningsknoppen
Voor opname
Bedieningsknop Hoofdfunctie A
Keuzeknop
De opnamestand wijzigen. 26
Zoomknop
Naar g (i) (telezoomstand) draaien om in te
zoomen en naar f (h) (groothoekstand) om
uit te zoomen.
29
Draaibare multi-selector
•
Terwijl het opnamescherm wordt weergegeven:
Het instelscherm voor
m
(flitsstand) flitsstand door
(
H
) in de richting omhoog te drukken, voor
n
(zelfontspanner/glimlachtimer) door deze naar
links te drukken (
J
), voor
p
(scherpstelstand )
door deze omlaag te drukken (
I
) en voor
o
(belichtingscompensatie ) door deze naar rechts te
drukken (
K
).
•
Als de opnamestand
l
of
m
is:
Draai de draaibare multi-selector om de
diafragmawaarde in te stellen.
• Terwijl het instelscherm wordt weergegeven:
Selecteer items met H, I, J of K, of door
de draaibare multi-selector te draaien; druk op
de k knop om de selectie toe te passen.
55
49, 51
10
Instelschijf
• Als de opnamestand j is:
Stel het flexibele programma in.
• Als de opnamestand k of m is:
Stel de sluitertijd in.
• Terwijl het instelscherm wordt weergegeven:
Selecteer een item.
49
51
10
d (menu) knop
Menu weergeven en verbergen. 10
Ontspanknop
Half ingedrukt (d.w.z. stoppen met indrukken zodra u
weerstand voelt): Stel scherpstelling en belichting in.
Volledig ingedrukt (d.w.z. de knop volledig
induwen): Druk de ontspanknop in.
30