Naslaggids (volledige instructies)
F9
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Opnameproblemen
De monitor schakelt uit en
het camera-aan-lampje
knippert snel.
De temperatuur van de batterij is hoog. Zet de camera uit en laat de batterij afkoelen alvorens
deze weer te gebruiken. Nadat het lampje 3 minuten knippert, wordt de camera automatisch
uitgezet, maar u kunt ook op de hoofdschakelaar drukken om de camera handmatig uit te
zetten.
23
Camera-temperatuur stijgt.
Als functies zoals een filmopname of versturen van foto's m.b.v. een Eye-Fi-kaart lange tijd
worden gebruikt of als de camera wordt gebruikt op een plaats met een hoge
omgevingstemperatuur, kan de temperatuur van de camera oplopen. Dit is geen storing.
94
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
Kan de opnamestand niet
instellen.
Maak de HDMI- of USB-kabel los.
87, 90,
E
17,
E
19
Er kan geen foto worden
gemaakt.
•
Als de camera in de weergavestand staat, druk dan op de
c
knop, de ontspanknop of
de
b
(
e
filmopname) knop.
•
Als menu's worden weergegeven, drukt u op
d
knop.
•
Batterij is leeg.
•
Als de onderwerpstand is ingesteld op
Nachtportret
of
R
(Tegenlicht) met
HDR
ingesteld op
Uit
, zet dan de flitser omhoog.
•
Als het flitserlampje knippert, wordt de flitser opgeladen.
32
10
22
38, 40,
56
56
Kan geen 3D-beelden
maken.
In sommige opnameomstandigheden, bijvoorbeeld als het onderwerp beweegt of het
onderwerp donker is of er weinig contrast is, kan de tweede opname niet correct worden
gemaakt of het 3D-beeld niet worden opgeslagen.
–
Camera kan niet
scherpstellen.
•
Incorrecte instelling scherpstelstand. Controleer of wijzig de instelling.
•
Autofocus werkt niet goed met het onderwerp dat u wilt fotograferen.
•
Stel
AF-hulplicht
in het setup-menu in op
Automatisch
.
•
Het onderwerp bevindt zich niet binnen het scherpstelveld op het moment dat de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
•
De scherpstelstand is ingesteld op
E
(handmatige scherpstelling).
•
Zet de camera uit en weer aan.
62, 63
81
104,
E
71
30, 69
62
23
Gekleurde strepen
verschijnen op de monitor
bij het fotograferen.
Gekleurde strepen kunnen verschijnen wanneer onderwerpen worden gefotografeerd met
herhalende patronen (zoals zonneschermen); dit is geen storing.
De gekleurde strepen zijn niet te zien op gemaakte foto's of opgenomen films. Echter, bij
gebruik van de standen
Continu H: 120 bps
of
HS 480/4×
kunnen de gekleurde strepen
wel te zien zijn op de gemaakte foto's of opgenomen films.
–
Foto's zijn onscherp.
•
Gebruik de flitser.
•
Gebruik de vibratiereductie of bewegingsdetectie.
•
Gebruik vibratiereductie. Gebruik
D
(Best Shot Selector).
•
Gebruik een statief om de camera stevig neer te zetten (gebruik de zelfontspanner voor
betere resultaten).
56
104, 104
68
59
Probleem Oorzaak/Oplossing
A