Naslaggids (volledige instructies)
F10
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Foto's die met flitslicht zijn
gemaakt bevatten heldere
vlekken.
Flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Flitser inklappen 56
Flitser treedt niet in
werking.
•
Er is een opnamestand geselecteerd waarbij de flitser niet in werking kan treden.
•
Een is een andere functie ingesteld, die de werking van de flitser beperkt.
65
75
Digitale zoom is niet
beschikbaar.
•
Uit
is ingesteld voor
Digitale zoom
in het setup-menu.
•
Wanneer
R
(Tegenlicht) (
HDR instelling anders is dan Uit
),
Auto onderwerp selectie
,
Portret
,
Nachtportret
,
Eenvoudig panorama
in
Panorama
,
Dierenportret
of
3D-fotografie
is geselecteerd in de onderwerpstand, kan de digitale zoom niet worden gebruikt.
•
Er zijn andere functies ingesteld, die het gebruik van de digitale zoom beperken.
104
38, 39, 39,
40, 43,
44, 45
75
Beeldformaat
niet
beschikbaar.
•
Er is een andere functie ingesteld, die de werking van
Beeldformaat
beperkt.
•
Wanneer de onderwerpstand is ingesteld op
Eenvoudig panorama
onder
Panorama
of
3D-fotografie
, dan is het beeldformaat vast ingesteld.
75
43, 45
Geen geluid wanneer de
sluiter ontspant.
•
Uit
is ingesteld op
Sluitergeluid
onder
Geluidsinstellingen
in het setup-menu.
•
Sport
,
Museum
of
Dierenportret
is geselecteerd als onderwerpstand.
•
Andere functies waarbij gebruik van het sluitergeluid niet mogelijk is.
•
Blokkeer de luidspreker niet.
104
40, 42,
44
75
2
AF-hulpverlichting brandt
niet.
Uit
is ingesteld voor
AF-hulplicht
in het setup-menu. Zelfs als
Automatisch
is ingesteld, is
het mogelijk dat de AF-hulpverlichting niet gaat branden, afhankelijk van de positie van het
scherpstelveld of de opnamestand.
104
Foto’s zijn vlekkerig. Objectief is vuil. Reinig het objectief.
F
6
Kleuren zijn onnatuurlijk. Witbalansinstelling komt niet overeen met lichtbron. 68,
E
31
Ringvormige of
regenboogkleurige strepen
zijn zichtbaar op het
scherm of in de opname.
Als een onderwerp van achter wordt verlicht of wanneer een opname wordt gemaakt met
een extreem heldere lichtbron in beeld, zoals de zon, is het mogelijk dat ringvormige of
regenboogkleurige strepen verschijnen in het beeld.
Verander de positie van de lichtbron of zorg dat deze buiten beeld valt en probeer nogmaals
om de opname te maken.
–
De gemaakte foto wordt
korrelig.
Het onderwerp is donker, waardoor de sluitertijd te kort wordt of de ISO-waarde te hoog.
•
Gebruik de flitser.
•
Een lagere ISO-waarde instellen.
56
69,
E
38
Foto's zijn te donker
(onderbelicht).
•
Flitsvenster is afgedekt.
•
Onderwerp bevindt zich buiten flitsbereik.
•
Pas belichtingscompensatie aan.
•
Verhoog de ISO-waarde.
•
Onderwerp is gefotografeerd met tegenlicht. Activeer de flitser, stel de onderwerpstand
in op
R
(Tegenlicht) met
HDR
ingesteld op
Uit
of stel de flitsstand op
m
(invulflits) in.
28
56
64
69,
E
38
38, 56
Probleem Oorzaak/Oplossing
A