Naslaggids
98
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
1 Gebruik de multi-selector HI om
Verbind. met smart app. te
selecteren en druk op de k knop.
• Als Verbind. met smart app. niet
geselecteerd kan worden, zie dan
“Opmerkingen over Wi-Fi-verbinding” (A99).
• Als de Wi-Fi-functie ingeschakeld is, worden de
SSID en het wachtwoord weergegeven.
• Wanneer binnen 3 minuten geen
verbindingsbevestiging is ontvangen van het
smart-toestel, wordt het bericht “Geen
toegang.” weergegeven en keert de camera
terug naar het scherm Wi-Fi-opties.
2 Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-toestel in de stand Aan.
• Controleer de bij het smart-toestel geleverde gebruikshandleiding voor
meer informatie.
• Selecteer de op de camera weergegeven SSID nadat de netwerknaam (SSID)
wordt weergegeven die voor de camera kan worden gebruikt.
• Wanneer het bericht voor invoeren van het wachtwoord wordt
weergegeven, voer dan het op de camera weergegeven wachtwoord in.
• Wanneer de camera met succes is verbonden met een Wi-Fi-netwerk, wordt
de monitor van de camera uitgeschakeld en het camera-aan-lampje
ingeschakeld.
3 Start de “Wireless Mobile Utility” die is geïnstalleerd op het
smart-toestel.
• Het scherm voor selecteren van “Neem foto’s” of “Bekijk foto’s” wordt
weergegeven.
• Wanneer het bericht “Kan geen verbinding met de camera maken.” wordt
weergegeven, ga dan terug naar stap 1 en herhaal de procedure.
Het smart-toestel verbinden met de
camera
Druk op de d knop M q (Wi-Fi-opties) tab M k knop
Standaardw. herstellen
Huidige instellingen
Opties
Verbind. met smart app.
Wi-Fi-opties
AnnulerenTeru g
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXX
SSID:
Wachtwoord:
Verbind. met smart app.