Naslaggids

Referentiegedeelte
E58
Configureer de Wi-Fi (draadloos LAN) instellingen om de camera en een
smarttoestel te verbinden.
Het menu Wi-Fi-opties
d knop M q (Wi-Fi-opties) tab (A13)
Optie Beschrijving
Verbind. met
smart app.
Selecteer Verbind. met smart app. dit tijdens draadloos
verbinden van de camera met een smart-toestel.
Zie “De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken” (A97) voor
meer informatie.
Opties
SSID: Wijzig de SSID. De geconfigureerde SSID wordt
weergegeven op het smart-toestel. Stel een alfanumerieke
SSID in van 1-24 karakters.
Verificatie/encryptie: Selecteer of de communicatie tussen
de camera en het verbonden smart-toestel al dan niet moet
worden beveiligd. De commnicatie wordt niet beveiligd als
Open (standaardinstelling) is geselecteerd.
Wachtwoord: Stel een alfanumeriek wachtwoord in van
8-16 karakters.
Kanaal: Selecteer het kanaal dat wordt gebruikt voor
draadloze verbindingen.
Huidige
instellingen
Geef de huidige instellingen weer.
Standaardw.
herstellen
Herstel de Wi-Fi-instellingen naar de standaardwaarden.