Operation Manual

E33
Referentiegedeelte
PowerPoint-presentaties projecteren
Sla Microsoft PowerPoint®-bestanden op in JPEG-formaat, kopieer hen op de
geheugenkaart en gebruik de camera om ze te projecteren.
1 In PowerPoint, sla een PowerPoint-bestand met een andere naam op in
JPEG-formaat.
Een nieuwe map wordt aangemaakt met dezelfde naam als het hernoemde bestand, en
voor elke slide van het PowerPoint-document wordt een JPEG-bestand opgeslagen in de
nieuwe map.
Zorg ervoor dat u PowerPoint gebruikt om het bestand met een nieuwe naam op te slaan.
Raadpleeg de Help van PowerPoint voor meer informatie over het bewaren van bestanden
met een nieuwe naam en in een ander formaat.
2 Wijzig de naam van de map en de JPEG-bestanden.
Mapnaam: single-byte getal
1
van drie cijfers + single-byte alfabetische string
2
van vijf
karakters
bv. “105USERS”
JPEG-bestandsnaam: FSCN + single-byte getal
3
van vier cijfers
bv. “FSCN0001.jpg”, “FSCN0002.jpg”, enz.
1. Gebruik een getal van drie cijfers dat één hoger ligt dan het hoogst gebruikte nummer
voor bestaande submappen in de DCIM-map beschreven in stap 3. De “105” in het
bovenvermelde voorbeeld wordt gebruikt wanneer “104” het hoogste getal is in de namen
van bestaande submappen.
2. “NIKON” kan niet worden gebruikt als de single-byte alfabetische string van vijf karakters.
3. De JPEG-bestanden kunnen in dezelfde volgorde worden geprojecteerd als de slides in de
PowerPoint-presentatie indien hun single-byte bestandsgetallen van vier cijfers in dezelfde
volgorde zijn geplaatst.
3 Indien u de kaartlezer gebruikt, open de map van de geheugenkaart
4
op
de desktop van de computer.
Open de map DCIM en kopieer de map met de JPEG-bestanden die u in stap 2 hebt
aangemaakt in die map.
Bijkomende JPEG-bestanden van PowerPoint-bestanden kunnen worden toegevoegd aan
de mappen met de JPEG-bestanden. (Enkel de bestanden kunnen echter worden
toegevoegd aan deze mappen. De mappen met de bestanden kunnen niet in deze mappen
worden geplaatst.)
Wanneer u de geheugenkaart van de computer loskoppelt, verwijder dan eerst de
verwisselbare schijf en vervolgens de geheugenkaart.
4. Gebruik een geheugenkaart die werd geformatteerd of ten minste eenmaal voor opname
met de COOLPIX S1200pj werd gebruikt.
4 Voer de geheugenkaart in de camera, schakel de camera in en open de
projectorbescherming.
De ingebouwde projector van de camera werkt zoals normaal wanneer hij PowerPoint-
documenten projecteert die naar JPEG-formaat werden geconverteerd.
C Opmerkingen over het weergeven van PowerPoint-documenten (JPEG-
bestanden)
PowerPoint-animaties kunnen niet worden geprojecteerd.
In de miniatuurweergavestand worden PowerPoint-documenten weergegeven als zwarte miniaturen.