Operation Manual

29
Stap 3 De foto kadreren
Basisstappen voor opname en weergave
De zoom gebruiken
Gebruik de zoomknop om de optische zoom te activeren.
Draai de zoomknop naar g om in te zoomen zodat het
onderwerp een groter deel van het beeld vult.
Draai de zoomknop naar f om uit te zoomen zodat er
meer van de omgeving te zien is.
De zoomstand is ingesteld op de maximale
groothoekstand wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
Een zoomaanduiding verschijnt aan de bovenzijde op de
monitor zodra de zoomknop wordt gedraaid.
Digitale zoom
Zodra de camera is ingezoomd op de maximale optische zoomstand, draait u de
zoomknop naar g en houdt u hem zo vast om de digitale zoom te activeren. Het
onderwerp wordt vergroot tot 4× de maximale optische zoomfactor.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld en het scherpstelveld wordt
niet weergegeven als de digitale zoom van kracht is.
C Digitale zoom en interpolatie
In tegenstelling tot bij optische zoom, wordt bij digitale zoom gebruik gemaakt van een digitale techniek
om beelden te vergroten die interpolatie wordt genoemd; deze techniek resulteert in een geringe afname
van de beeldkwaliteit overeenkomstig de beeldstand (A 61) en de digitale zoomvergroting.
Interpolatie wordt toegepast bij zoomstanden voorbij V wanneer u foto's maakt. Als de zoom voorbij de
stand V wordt verhoogd, wordt de interpolatie geactiveerd en wordt de zoomaanduiding geel om aan te
geven dat interpolatie wordt toegepast. V verplaatst naar rechts als het beeldformaat kleiner wordt,
waardoor u de zoomstanden kunt bevestigen waarbij foto's kunnen worden gemaakt zonder
kwaliteitsverlies voor u de opname maakt bij de huidige instelling voor het beeldformaat.
De digitale zoom kan worden uitgeschakeld met de optie Digitale zoom (A 99) in het setup-menu
(A 98).
Uitzoomen
Inzoomen
Optische
zoom
Digitale
zoom
Maximale optische zoom Digitale zoom ingeschakeld
Klein beeldformaat