Operation Manual

46
Opnamefuncties
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op foto's worden toegepast.
* Het pictogram van het eerder geselecteerde speciale effect wordt in de monitor weergegeven.
De standaardinstelling is D Zacht.
Selecteer uit de zes hierna vermelde effecten.
Wanneer Selectieve kleur is geselecteerd, gebruikt u
H of I van de multi-selector om de gewenste kleur
van de instelknop te kiezen. Om de instellingen voor de
volgende functies te wijzigen, drukt u eerst op de knop
k om de kleurselectie ongedaan te maken en wijzigt u
vervolgens de instellingen zoals gewenst.
-Flitsstand (A 54)
- Macrostand (A 57)
Om terug te keren naar het kleurenkeuzescherm, drukt u nogmaals op de knop k.
De instellingen voor de stand speciale effecten wijzigen
Met de multi-selector (A 53) kunt u de volgende functies instellen: flitsstand
(A 54), zelfontspanner (A 56), macrostand (A 57) en belichtingscorrectie
(A 58).
Met de knop d kunt u de functie beeldstand instellen (de combinatie van
beeldformaat en beeldkwaliteit) (A 61).
In het opnamescherm M A (opnamestand)-knop M D (derde pictogram van boven*) M
KM selecteer een effect (A 26, 27)
Type Beschrijving
D Zacht
Verzacht de foto door een lichte waas aan de hele foto toe te
voegen.
E Nostalgisch sepia
Voegt een sepia toon toe en vermindert het contrast om de
eigenschappen van een oude foto te simuleren.
F Hoogcontrast monochr. Verandert de foto in zwart-wit en geeft hem een scherp contrast.
G High-key Geeft de hele foto een lichte toon.
H Low-key Geeft de hele foto een donkere toon.
I Selectieve kleur
Selectieve kleur maakt een zwart-witfoto waarin enkel de
gespecificeerde kleur blijft.
Nostalgisch sepia
Opslaan
Opslaan
Opslaan