Operation Manual

49
Stand Slim portret (Lachende gezichten fotograferen)
Opnamefuncties
De instellingen voor de stand Slim portret wijzigen
Met de multi-selector (A 53) kunt u de volgende functies instellen: flitsstand
(A 54), zelfontspanner (A 56) en belichtingscorrectie (A 58).
Raadpleeg “Menuopties Slim portret” (A 49) voor meer informatie over functies die
kunnen worden ingesteld met behulp van de d-knop.
C Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Bij bepaalde functies kan deze instelling mogelijk niet worden ingeschakeld. Zie “Functies die niet tegelijk
kunnen worden toegepast” (A 63) voor meer informatie.
Menuopties Slim portret
In de stand Slim portret kunnen de volgende opties
worden gewijzigd.
In het opnamescherm van de stand Slim portret M d-knop M tab F (A 12)
Optie Beschrijving A
Beeldmodus
Hiermee kunt u de combinatie van beeldformaat en
beeldkwaliteit kiezen die moet worden gebruikt wanneer
foto's worden opgeslagen. Wanneer u de instelling voor de
beeldstand wijzigt, wordt de nieuwe instelling toegepast op
alle opnamestanden.
61
Huid verzachten
Schakel Huid verzachten in. De camera verzacht
gezichtstinten door de functie Huid verzachten toe te passen
voor foto's worden opgeslagen. U kunt de intensiteit van het
toegepaste effect selecteren. De standaardinstelling is
Normaal.
E 36
Glimlachtimer
Wanneer Aan is geselecteerd, gebruikt de camera
gezichtsherkenning om een menselijk gezicht te herkennen
en laat automatisch de sluiter los wanneer een glimlach wordt
gedetecteerd. Met deze functie kan de zelfontspanner niet
worden gebruikt.
E 36
Knipperdetectie
Wanneer Aan is geselecteerd, laat de camera telkens als een
foto wordt gemaakt automatisch tweemaal de sluiter los. Van
de twee foto's wordt de foto bewaard waarop het onderwerp
zijn ogen open heeft.
De flitser kan niet worden gebruikt wanneer Aan is
geselecteerd.
De standaardinstelling is Uit.
E 36
Slim portret
Beeldmodus
Huid verzachten
Glimlachtimer
Knipperdetectie