Operation Manual

50
Opnamefuncties
A (Auto)-stand gebruiken
De stand A (auto) is bedoeld voor algemene fotografie;
hier kunt u diverse instellingen aanpassen aan de
opnameomstandigheden en het gewenste type opname
(A 51).
U kunt het actieve scherpstelveld instellen door op de d-knop te drukken, de
A-tab te selecteren en AF-veldstand in te stellen. De standaardinstelling is
Gezichtprioriteit.
AF-veldstand in het opnamemenu wordt ingesteld op Gezichtprioriteit
(standaardinstelling), de camera stelt als volgt op het onderwerp scherp:
- Wanneer de camera een menselijk gezicht detecteert, stelt de camera hierop
automatisch scherp (zie “Gezichtsherkenning” (A 65) voor meer informatie).
- Wanneer geen gezicht wordt gedetecteerd, selecteert de camera automatisch
(maximaal negen) scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt. Zodra het onderwerp scherp is, wordt het geselecteerde
scherpstelveld groen.
Instellingen van de A (Auto)-stand wijzigen
Met de multi-selector (A 53) kunt u de volgende functies instellen: flitsstand
(A 54), zelfontspanner (A 56), macrostand (A 57) en belichtingscorrectie
(A 58).
Raadpleeg “Opties van het opnamemenu in de stand A (Auto)” (A 51) voor meer
informatie over functies die kunnen worden ingesteld met behulp van de d-knop.
In het opnamescherm M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand (A 26, 27)
1 1 0 0
1100
2 9 m 0 s
29m 0s