Operation Manual

57
Functies die u met de multi-selector kunt instellen
Opnamefuncties
Macrostand gebruiken
Wanneer u de macrostand gebruikt, kan de camera scherpstellen op een onderwerp op
een afstand van 3 cm of meer van de voorzijde van het objectief. Deze functie is handig
wanneer u van dichtbij foto's wilt maken van bloemen en andere kleine voorwerpen.
1 Druk op I (p macro-mode) van de multi-
selector.
2 Druk op H of I van de multi-selector om ON te
selecteren en druk op de knop k.
Het pictogram voor de macrostand (F) verschijnt.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop k drukt
om de instelling toe te passen, wordt de selectie
geannuleerd.
3 Draai de zoomknop om de zoomfactor op een
positie te zetten waarbij F en de
zoomaanduiding groen oplichten.
De dichtst mogelijke opnameafstand is afhankelijk van de
zoomstand.
De camera kan tot een afstand van 9 cm scherpstellen in
de zoomstand waarin F en de zoomaanduiding groen
worden weergegeven. Wanneer de zoomaanduiding links
(groothoek) van K staat, kan de camera scherpstellen op onderwerpen op een afstand van
slechts 3 cm van het objectief.
B Opmerking over het gebruik van de flitser
De flitser kan mogelijk het volledige onderwerp niet verlichten op afstanden van minder dan 50 cm.
C Opmerking over autofocus
Wanneer macrostand wordt gebruikt in de stand A (auto), kunt u scherpstellen zonder de ontspanknop
halfweg in te drukken door Autofocus-stand (A 52) in het opnamemenu (A 51) in te stellen op
Fulltime-AF. Bij gebruik van andere opnamestanden wordt Fulltime-AF automatisch ingeschakeld
wanneer de macrostand is ingeschakeld. U hoort mogelijk het geluid van de scherpstelling van de camera.
C De instelling Macrostand
Bij bepaalde opnamestanden kan de macrostand niet worden gebruikt. Zie “Functies die u met de multi-
selector kunt instellen” (A 53) voor meer informatie.
De instelling voor de macrostand die wordt gebruikt in de stand A (auto) wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera is uitgezet.
Macro-stand