Operation Manual

28
Basisstappen voor foto's maken en weergeven: Autostand
Stap 3 Scherpstellen en opnemen
1 Druk de ontspanknop half in.
Als een gezicht wordt herkend dat naar de camera kijkt:
De camera stelt scherp op het gezicht aangegeven met de
dubbele rand. Zodra dit gezicht scherp is, wordt de dubbele
rand groen.
Als u opnames maakt van onderwerpen die geen mensen zijn
of als er geen gezicht wordt herkend:
De camera kiest automatisch het scherpstelveld (een van de
negen) met het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera
bevindt. Zodra op dat onderwerp is scherpgesteld, wordt het
actieve scherpstelveld groen.
Als u de digitale zoom gebruikt, verschijnt er géén
scherpstelrand en stelt de camera scherp op het midden van
het beeld. Zodra de camera heeft scherpgesteld, wordt de
scherpstelaanduiding groen.
Zodra u de ontspanknop half indrukt, verschijnen tevens de
snelle sluitertijd en het diafragma.
De scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven geblokkeerd zolang u de ontspanknop half
ingedrukt houdt.
Terwijl de ontspanknop half is ingedrukt, kan de dubbele rand voor gezichtherkenning
knipperen; ook is het mogelijk dat het scherpstelveld en de scherpstelaanduiding rood
knipperen. Al deze gevallen geven aan dat de camera niet scherpstelt. Wijzig de compositie en
druk de ontspanknop opnieuw half in.
Zie “AF-veldstand” (A 116) of “Gezichtprioriteit” (A 118) voor meer informatie over
Gezichtprioriteit.
2 Druk de ontspanknop helemaal in.
De sluiter wordt losgelaten en de foto wordt opgenomen op
de geheugenkaart of het interne geheugen.
F3.1
F3.11/125
1/125
Snelle
sluitertijd
Diafragma
F3.1
F3.1
F3.11/125
1/125
1/125
Snelle
sluitertijd
Diafragma
Scherpstelaanduiding