Operation Manual

10
Aanduidingen en handelingen van de monitor/het aanraakscherm
Onderdelen van de camera en bediening
Omschakelen tussen opnamestand en weergavestand
De camera heeft twee werkstanden: de opnamestand die wordt gebruikt om foto's te
maken, en de weergavestand die wordt gebruikt om beelden te bekijken.
In de opnamestand drukt u op de c (weergave)-knop om naar de weergavestand te
gaan; in de weergavestand drukt u op de A (opnamestand)-knop om naar de
opnamestand te gaan.
In de weergavestand kunt u ook naar de opnamestand gaan door op de
ontspanknop of op de b (e filmopname)-knop te drukken.
Als u op de A (opnamestand)-knop drukt terwijl het opnamescherm wordt
weergegeven, verschijnt het menu met opnamestanden, waar u een van de
beschikbare opnamestanden kunt selecteren (A26).
Wanneer u op de c (weergave)-knop drukt terwijl het weergavescherm wordt
weergegeven, verschijnt het menu met weergavestanden, waar u een van de
beschikbare weergavestanden kunt selecteren (A72).
Om de gewenste opname- of weergavestand te selecteren, tikt u op het pictogram
voor die stand.
Opnamestand Weergavestand
Menu met opnamestanden Menu met
weergavestanden
0
8
50
50
Opnamestand
Autostand
Weergavestand
Afspelen
4 / 4
4 / 4
0004. JPG
0004. JPG
15/05/2012 15:30
15/05/2012 15:30