Operation Manual

116
Weergaveopties: Weergavemenu
Meer over weergave
f Beeld draaien
Bepaal de richting waarin opgeslagen beelden worden weergegeven. Stilstaande
beelden kunnen 90 graden linksom en 90 graden rechtsom worden gedraaid. Beelden
die in de portretstand (“staand”) zijn gemaakt, kunnen tot 180 graden worden gedraaid
in beide richtingen.
Selecteer een opname in het scherm voor opnameselectie (A 115). Wanneer het
scherm Beeld draaien wordt weergegeven, draait u aan de draaibare multi-selector of
drukt u op J of K om de opname 90 graden te draaien.
Druk op de knop k om de oriëntatie voor de weergave te voltooien en deze informatie
samen met de opname op te slaan.
Knop c (Weergavestand) M d (Weergavemenu) M f Beeld draaien
Beeld draaien
Terug Draaien
Beeld draaien
Terug Draaien
Beeld draaien
Terug Draaien
90 graden linksom
draaien
90 graden rechtsom
draaien
B Beelden in een reeks draaien
T
erwijl het hoofdbeeld van een reeks wordt weergegeven, kunnen opnamen niet worden gedraaid. Pas de
instelling toe nadat u afzonderlijke beelden hebt weergegeven (A 83, 121).