Operation Manual
128
Beeldbewerking
Opnamen bewerken
a Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
Een kopie maken met alleen het in de monitor zichtbare gedeelte als u wordt
weergegeven terwijl de weergavezoom (A 88) ingeschakeld is. Uitgesneden kopieën
worden als aparte bestanden opgeslagen.
1
Draai de zoomknop naar
g
(
i
) in de schermvullende
weergave (
A
80) om in te zoomen op het beeld.
Om een opname uit te snijden die weergegeven is in de
oriëntatie “staand” (portret), zoomt u in op de opname tot de
zwarte balken aan beide zijden van de monitor verdwijnen. Het
uitgesneden beeld wordt weergegeven in liggende oriëntatie.
Als u de opname in zijn huidige oriëntatie “staand” (portret)
wilt uitsnijden, gebruikt u eerst de optie Beeld draaien
(A 116) om de opname te draaien, zodat deze wordt weergegeven in de oriëntatie
Landschap. Vergroot daarna de opname die u wenst uit te snijden, snij de opname uit en draai
de uitgesneden opname terug naar de oriëntatie “staand” (portret).
2 Pas de compositie van de kopie aan.
Draai de zoomknop naar g (i) of f (h) om de zoomfactor
aan te passen.
Druk op H, I, J of K van de draaibare multi-selector om
alleen het gedeelte van de opname dat u wilt kopiëren op de
monitor weer te geven.
3 Druk op de knop d.
4 Gebruik de multi-selector om Ja te selecteren en
druk op de knop k.
Er wordt een uitgesneden kopie gemaakt.
Als u wilt afsluiten zonder de kopie op te slaan, selecteert u
Nee en drukt u op de knop k.
C Beeldformaat
Omdat het gebied dat u wenst op te slaan, kleiner is, is ook het beeldformaat (pixels) van de uitgesneden kopie kleiner.
Wanneer het formaat van de uitgesneden kopie 320 × 240 of 160 × 120 is, wordt een grijs kader weergegeven rond
de foto en wordt het pictogram Kleine afbeelding
B
of
C
links op de monitor weergegeven in de weergavestand.
D Meer informatie
Zie “Namen voor beeld-/geluidsbestanden en -mappen” (A 185) voor meer informatie.
Ja
Nee
Dit beeld opslaan als getoond?