Operation Manual
24
Basisstappen voor fotograferen en weergeven: stand A (auto)
Stap 2 Het beeld kadreren
1 Houd de camera gereed.
Houd de camera stevig vast met beide handen. Houd de
flitser niet ingedrukt met uw vingers of andere voorwerpen.
Let op dat uw vingers, haar en andere voorwerpen zich niet
voor het objectief, de flitser, de AF-hulpverlichting en de
microfoon bevinden.
Als u “staande” opnamen maakt, draait u de camera op zo'n
manier dat de flitser zich boven het objectief bevindt.
2 Kadreer het beeld.
Wanneer de camera een menselijk gezicht detecteert, wordt
het gezicht aangegeven met een dubbele gele rand
(scherpstelveld) (standaardinstelling).
De camera kan maximaal twaalf gezichten detecteren. Als
meer dan één gezicht wordt gedetecteerd, wordt het gezicht
dat zich het dichtst bij de camera bevindt aangegeven met
een dubbele rand en de rest door een enkele rand.
Wanneer geen mensen worden gefotografeerd of wanneer geen gezichten worden
gedetecteerd, wordt het scherpstelveld niet weergegeven. Kadreer het hoofdonderwerp in
het midden van het beeld.
Flitser
3 5
35