Operation Manual

42
Meer over opnemen
Meer over opnemen
Een opnamestand selecteren (keuzeknop)
Draai aan de keuzeknop en lijn een pictogram uit met de markering om een van de
volgende opnamestanden te selecteren.
Autostand
Stand
A
(auto) (A 22)
Foto's kunnen worden gemaakt
in een automatische stand voor
“richten en schieten”, wat wordt
aanbevolen als u voor het eerst
een digitale camera gebruikt.
De helderheid, levendigheid en
kleurtoon kunnen worden
aangepast met behulp van de
creatieve instelknop. Er zijn
verschillende instellingen
beschikbaar in het
opnamemenu (
A
43).
Onderwerpsstand (A 55)
De camera-instellingen worden automatisch geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp.
x
(Autom. scènekeuzeknop)
: Door gewoon een opname te kadreren, selecteert de camera
automatisch de optimale onderwerpsstand om eenvoudiger te
kunnen fotograferen.
y : Kies het gewenste onderwerp uit 13 verschillende
onderwerptypen. De instellingen van de camera worden
vervolgens automatisch geoptimaliseerd voor het
geselecteerde onderwerp.
j (Nachtlandschap) : Produceert opnamen van nachtelijke landschappen met
minder onscherpte en ruis.
e (Nachtportret) : De flitser gaat af om de persoon te belichten terwijl de sfeer
van het avond- of nachtbeeld behouden blijft.
R (Tegenlicht) : De flitser gaat af als er tegenlicht is om te voorkomen dat het
onderwerp wordt verborgen in de schaduw. Tevens kan
gebruik worden gemaakt van de HDR-functie om opnamen te
maken als hetzelfde beeld zowel zeer lichte als zeer donkere
gebieden bevat.
Stand
C
Continu-opname
(
A
73)
Wijzig de instellingen in
Continu of BSS (best shot
selector).
Stand s Onderwerp
volgen (A 70)
Gebruik deze stand om
opnamen te maken van
bewegende onderwerpen.
Door een onderwerp te
registreren, wordt automatisch
het scherpstelveld verplaatst
om het onderwerp te volgen
en hierop scherp te stellen.