Operation Manual

52
Instellingen voor stand A (auto) wijzigen (opnamemenu)
Meer over opnemen
Gezichtsherkenning
Wanneer de camera naar een menselijk gezicht is gericht, start gezichtsherkenning,
waardoor de camera het gezicht automatisch herkent en erop scherpstelt. De functie
voor gezichtsherkenning wordt in de volgende situaties geactiveerd.
Als de AF-veldstand is ingesteld op Gezichtprioriteit in de stand A (automatisch)
of in de continu-opnamestand (A 50)
Als de volgende onderwerpsstanden zijn geselecteerd:
- Autom. scènekeuzeknop (A 56)
- e (nachtportret) (A 59)
- Portret (A 61)
Wanneer de glimlachtimer is geselecteerd (A 34)
1 Kadreer een beeld.
Wanneer de camera een gezicht herkent, verschijnt een
dubbele gele rand rond dat gezicht.
Als de camera meer dan één gezicht herkent, is de werkwijze afhankelijk van de opnamestand,
zoals hierna wordt beschreven.
Opnamestand
Gezicht opgenomen in een dubbel
kader
Aantal gezichten dat
kan worden herkend
Stand
A (automatisch) of
continu-opnamestand
(Gezichtprioriteit)
Het gezicht dat zich het dichtst bij de
camera bevindt
Andere gezichten die worden
omgeven door een enkel kader.
Maximaal 12
Onderwerpsstanden
Autom.
scènekeuzeknop,
e (nachtportret) en
Portret
Glimlachtimer
Het gezicht dat zich het dichtst bij het
midden van het beeld bevindt
Andere gezichten die worden
omgeven door een enkel kader.
Maximaal 3
35