Naslaggids
E33
Referentiegedeelte
Het opnamemenu (voor
A
(auto) stand, continu-opnamestand)
•
Zie “Beeldformaat wijzigen (beeldstand)” (
A
71) voor meer informatie over
Beeldmodus
.
•
Behalve
Continu
(
E
36), delen alle items dezelfde instellingen in de
A
(auto) stand en
continu-opnamestand, en worden de instellingen opgeslagen in het geheugen van de
camera, zelfs als de camera uitgeschakeld wordt.
•
Continu
kan alleen geselecteerd worden wanneer de continu-opnamestand gebruikt wordt.
Zie “Continu-opname (opties)” (
A
55) voor meer informatie.
Witbalans (kleurinstelling aanpassen)
De kleur van het licht dat door een voorwerp wordt weerkaatst, is afhankelijk van de kleur van de
lichtbron.
De hersenen van de mens passen zich aan wanneer de kleur van de lichtbron verandert. Hierdoor
zijn witte voorwerpen in onze ogen altijd wit, of we ze nu in de schaduw, in de zon, bij tl-licht of
bij het licht van een gloeilamp zien. Digitale camera’s doen iets vergelijkbaars door beelden te
bewerken overeenkomstig de kleur van de lichtbron. Dit wordt de “witbalans” genoemd.
Voor de meeste soorten licht kunt u de standaardinstelling
Automatisch
gebruiken, maar voor
het beste resultaat kunt u ook de witbalans voor een bepaalde lichtbron instellen.
Het pictogram voor de geselecteerde instelling wordt weergegeven op de monitor (
A
6). Als
Automatisch
is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
B
Opmerkingen over witbalans
•
De functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet
tegelijkertijd gebruikt kunnen worden” (
A
73) voor meer informatie.
•
Als de witbalans niet is ingesteld op
Automatisch
of
Flitser
, zet de flitser op
W
(uit) (
A
61).
Selecteer de A (auto) stand of continu-opnamestand (A25) M d knop M A of
C tab (A11) M Witbalans
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aan de
lichtomstandigheden aangepast. Dit is in de meeste
omstandigheden de beste keuze.
b Handm. voorinstelling
Handig tijdens het fotograferen onder ongewone
lichtomstandigheden. Zie “Handmatige voorinstelling
gebruiken” voor meer informatie (E34).
c Daglicht Witbalans wordt afgestemd op direct zonlicht.
d Gloeilamplicht Voor opnamen bij gloeilamplicht.
e TL-licht Voor opnamen bij tl-licht.
f Bewolkt Voor het fotograferen bij een bewolkte hemel.
g Flitser Voor opnamen in flitsstand.