Naslaggids

9
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
Basisfuncties
Schakelen tussen opnamestand en weergavestand
De camera heeft twee standen: de opnamestand om foto's te maken en de
weergavestand om foto's te bekijken.
Druk op de c (weergave) knop om te wisselen tussen de opnamestand en de
weergavestand.
In de weergavestand kunt u ook overschakelen naar de opnamestand door op
de ontspanknop of de
b (e filmopname) knop te drukken.
Draai de keuzeknop en lijn het pictogram met de markering uit om
verschillende opnamestanden (A24, 25) te kiezen.
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1 1 40
1140
Autostand
Opnamestand Weergavestand
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
C Foto's voor weergave selecteren
De weergavestand kan gewijzigd worden op basis van het soort foto's dat u wilt bekijken. Zie
“Bepaalde soorten foto's selecteren om weer te geven” (A78) voor meer informatie.