Naslaggids

75
Scherpstellen op het onderwerp
Opnamefuncties
Gezichtsdetectie gebruiken
In de volgende opnamestanden gebruikt de camera
gezichtsdetectie om automatisch scherp te stellen op
gezichten. Als de camera meer dan één gezicht
herkent, wordt een dubbele rand weergegeven om het
gezicht waarop de camera scherpstelt en enkele
randen om de andere gezichten.
Als
Gezichtprioriteit
wordt gebruikt en u de ontspanknop half indrukt terwijl geen gezichten herkend
worden of terwijl een opname gekadreerd wordt zonder gezicht, selecteert de camera automatisch de
scherpstelvelden (maximaal negen) met daarin het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
Als
x
(Autom. scènekeuzekn.)
,
is geselecteerd, verandert het scherpstelveld, afhankelijk van het onderwerp
dat de camera selecteert.
Als de camera geen gezichten herkent als u de ontspanknop half indrukt in de onderwerpstand
Portret
of
Nachtportret
, of de slim portret-stand, zal de camera scherpstellen op het onderwerp in het midden van het
beeld.
B
Opmerkingen over gezichtsdetectie
Of de camera gezichten herkent, hangt af van diverse factoren, bijvoorbeeld of het gezicht van de persoon
naar de camera is gericht. In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
Als het kader meer dan één gezicht bevat, zijn de door de camera herkende gezichten en het gezicht waarop
de camera scherpstelt afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de richting waarin het onderwerp kijkt.
In sommige gevallen, zoals beschreven onder “Autofocus” (
A
29), kan het gebeuren dat het onderwerp niet
scherpgesteld is, zelfs als de dubbele rand groen wordt. Wanneer de camera niet scherpstelt, probeer dan
“Scherpstelvergrendeling” (
A
76).
C
Foto's met gezichtsdetectie bekijken
Tijdens de weergave draait de camera foto's automatisch, afhankelijk van de richting waarin de gezichten
kijken tijdens de opname (behalve voor foto's gemaakt met continu-opname (
A
53)).
Als ingezoomd wordt op een foto in schermvullende weergave door de zoomknop naar
g
(
i
) te draaien,
wordt de foto vergroot in het midden van het gezicht van dat tijdens de opname herkend is (
A
31
)
(behalve voor foto's gemaakt met continu-opname (
A
53)).
Opnamestand
Aantal gezichten die
herkend kunnen
worden
Scherpstelveld (dubbele rand)
Gezichtprioriteit
wordt
geslecteerd voor
AF-veldstand
(
A
37) in de
A
(auto) stand of
continu-opname stand
Maximaal 12
Het gezicht dat zich het dichtst bij
de camera bevindt
x
(Autom. scènekeuzekn.),
Portret
,
Nachtportret
onderwerpstand
(
A
38)
F
Slim portret-stand (
A
50) Maximaal 3
Het gezicht dat zich het dichtst bij
het midden van het beeld bevindt
1140
1140
1140
29m 0s
29m 0s
29m 0s