Naslaggids (volledige instructies)

52
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
C Effectief bereik van de flitser
De flitser heeft een bereik van ongeveer 0,5 tot 6,0 m voor de groothoekstand en ongeveer 1,5 tot
3,5 m voor de telezoomstand (als ISO-waarde is ingesteld op Automatisch).
C Flitsstandinstelling
De instelling verschilt per opnamestand. Zie “Beschikbare functies” (A49) en “Lijst met
standaardinstellingen” (A59) voor meer informatie.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen.
Zie “Niet beschikbare functies in combinatie” (A64) voor meer informatie.
Ook na het uitschakelen van de camera blijft de gewijzigde flitsstandinstelling die wordt
toegepast in A (Auto)-stand in het geheugen van de camera opgeslagen.
C Automatisch met rode-ogenreductie
Deze camera heeft een functie voor geavanceerde rode-ogenreductie (“In-Camera Red-Eye
Fix”).
Voordat de hoofdflits afgaat, geeft de flitser eerst een paar zwakke flitsen af waardoor het rode-
ogeneffect wordt onderdrukt.
Als de camera rode ogen detecteert zodra de foto is genomen, wordt het beeld in de camera bewerkt
door Nikons geavanceerde rode-ogencorrectie voordat dit wordt opgeslagen.
Let op het volgende wanneer u fotos maakt:
Omdat de camera enkele voorflitsen afgeeft, is er een kleine vertraging tussen het moment waarop
de ontspanknop wordt ingedrukt en het moment waarop de eigenlijke foto wordt gemaakt.
De tijd vereist om de foto op te slaan, neemt iets toe.
Deze geavanceerde rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat
opleveren.
In sporadische gevallen zullen ook andere gebieden dan alleen rode ogen door de camera worden
nabewerkt. Gebruik in zo’n geval een andere opnamestand en probeer het opnieuw.