Naslaggids (volledige instructies)

58
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Helderheid instellen (belichtingscompensatie)
Wanneer de opnamestand is ingesteld op de onderwerpstand, de slim portret-
stand of de speciale effecten-stand, kunt u de helderheid (belichtings-
compensatie instellen).
1 Druk op K (o belichtingscompensatie) op de
multi-selector.
2 Druk op de multi-selector H of I om een
compensatiewaarde te selecteren.
3 Druk op de k knop.
Als u niet op de k knop drukt binnen een paar seconden, wordt de selectie ingesteld
en verdwijnt het instelmenu.
Zelfs als de ontspanknop wordt ingedrukt zonder de k in te drukken, kan een foto
worden gemaakt met de geselecteerde compensatiewaarde.
Wanneer een andere compensatiewaarde dan 0.0 wordt toegepast, wordt de waarde
met het pictogram H op de monitor weergegeven.
4 Druk op de ontspanknop om een foto te
maken.
Ga terug naar stap 1 en verander de waarde in 0.0 om
de belichtingscompensatie uit te schakelen.
C Belichtingscompensatiewaarde
Als voor de opnamestand Vuurwerk (A40) in de onderwerpstand is gekozen, kan de
belichtingscompensatie niet worden gebruikt.
Als de belichtingscorrectie wordt ingesteld tijdens gebruik van een flitser, wordt de correctie
toegepast op de achtergrondbelichting en de flitssterkte.
C Histogram
Zie “Het histogram gebruiken” (A57) voor meer informatie.
Instelling Uitleg
“+” zijde
Het onderwerp helderder maken
dan de door de camera ingestelde
belichting.
“-” zijde
Het onderwerp donkerder maken
dan de door de camera ingestelde
belichting.
“0.0“
De belichtingscorrectie annuleren.
Belichtingscompensatie
+ 0.3
+ 2.0
- 2.0
Belichtings-
compensatiesjabloon
Belichting
compensatiewaarde
Histogram
29m 0s29m 0s29m 0s
970970970