Naslaggids (volledige instructies)

81
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
Nl_01
1 Gebruik de multi-selector HI
om Verbind. met smart app. te
selecteren en druk op de k knop.
Als Verbind. met smart app. niet
geselecteerd kan worden, zie dan
“Opmerkingen over Wi-Fi-verbinding”
(A82).
Als de Wi-Fi-functie ingeschakeld is, worden
de SSID en het wachtwoord van de camera
weergegeven.
Wanneer binnen 3 minuten geen
verbindingsbevestiging is ontvangen van
het smart-toestel, wordt het bericht “Geen
toegang.” weergegeven en keert de camera
terug naar het scherm Wi-Fi-opties.
2 Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-toestel in de stand
Aan.
Controleer de bij het smart-toestel geleverde gebruikshandleiding voor
meer informatie.
Selecteer de op de camera weergegeven SSID nadat de netwerknaam (SSID)
wordt weergegeven die voor de camera kan worden gebruikt.
Wanneer het bericht voor invoeren van het wachtwoord wordt
weergegeven, voer dan het op de camera weergegeven wachtwoord in.
Wanneer de camera met succes is verbonden met een Wi-Fi-netwerk, wordt
het opnamescherm op de camera weergegeven met de aanduiding Wi-Fi
communicatie (A7).
3 Start de “Wireless Mobile Utility” die is geïnstalleerd op het
smart-toestel.
Het scherm voor selecteren van “Neem foto’s” of “Bekijk foto’s” wordt
weergegeven.
Wanneer het bericht “Kan geen verbinding met de camera maken.” wordt
weergegeven, ga dan terug naar stap 1 en herhaal de procedure.
Het smart-toestel verbinden met de camera
Druk op de d knop M q menupictogram M k knop
Standaardw. herstellen
Huidige instellingen
Opties
Wi-Fi uitschakelen
Verbind. met smart app.
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
Annuleren
Terug
Wachtwoord:
SSID:
Verbinden met smart apparaat