Naslaggids (volledige instructies)

63
Opnamefuncties
Nl_01
Het scherpstelveld varieert afhankelijk van de opnamestand.
AF met doelopsporing gebruiken
Als AF-veldstand (A57) in de A (auto) stand is ingesteld op AF met
doelopsporing, stelt de camera scherp op de onderstaande manier.
Als de camera het hoofdonderwerp herkent,
wordt een gele rand (scherpstelveld) rondom
het onderwerp weergegeven. Als een gezicht
herkend wordt, stelt de camera automatisch
met prioriteit hierop scherp. Als u de
ontspanknop half indrukt, licht het
scherpstelveld waarop is scherpgesteld
groen op.
Als er geen hoofdonderwerp wordt herkend,
selecteert de camera automatisch een of
meer van de scherpstelvelden waarin zich het
onderwerp het dichtste bij de camera
bevindt wanneer u de ontspanknop half
indrukt. Als het onderwerp is scherpgesteld,
lichten de scherpstelvelden waarop is
scherpgesteld groen op.
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Het onderwerp dat de camera als het hoofdonderwerp beschouwt, kan afhankelijk
van de opname-omstandigheden verschillen.
Het hoofdonderwerp wordt mogelijk niet herkend wanneer bepaalde instellingen
voor Witbalans gebruikt worden.
In de volgende situaties herkent de camera het hoofdondwerp mogelijk niet
correct:
- Als het onderwerp zeer donker of licht is
- Als het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Als de opname zodanig gekadreerd is dat het hoofdonderwerp zich bij de rand
van de monitor bevindt
- Als het hoofdonderwerp is samengesteld uit een herhalend patroon
Scherpstellen
880
880
25
m
0s
25
m
0s
Scherpstelvelden
F3.41/ 2 5 0
1/250 F3.4
Scherpstelvelden