Naslaggids (volledige instructies)

Table Of Contents
205
Technische opmerkingen
Bestandsnamen
C Loggegevens opgeslagen op geheugenkaarten
De loggegevens worden opgeslagen in de map “NCFL”.
Locatielogs: Tot 36 bestanden kunnen per dag worden opgenomen en tot
100 bestanden kunnen op een geheugenkaart worden opgenomen.
Hoogte-/waterdieptelogs: Tot 34 bestanden kunnen voor elk soort log per dag worden
opgenomen; een combinatie van 100 bestanden kan op een geheugenkaart worden
opgenomen.
(1) Datum
De datum (laatste twee cijfers van het jaar, en de maand en dag in de
vorm JJMMDD) waarop de logopname werd gestart, wordt
automatisch toegewezen.
(2)
Identificatienummer
Om loggebeurtenissen die op dezelfde datum werden opgenomen,
te kunnen beheren, worden automatisch identificatienummers
toegewezen in oplopende volgorde, te beginnen bij “0”, in de
volgorde waarin ze worden opgenomen.
Locatielogs: In totaal 36 alfanumerieke tekens bestaande uit de
cijfers 0 tot 9 of de letters A tot Z.
Hoogte-/waterdieptelogs: In totaal 34 alfanumerieke tekens,
bestaande uit de cijfers 0 tot 9 of de letters A tot Z, behalve I en O.
(3) Extensie
Geeft het bestandstype aan
.LOG Locatielogs
.LGA Hoogtelogs
.LGB Waterdieptelogs
Bestandsnaam: N171115 0 .LOG
(1) (2) (3)