Naslaggids (volledige instructies)

Table Of Contents
97
Locatiegegevensfuncties gebruiken
De opnamelocatiegegevens op het beeld opnemen
Stel Tijdzone en datum (A162) correct in voor u de locatiegegevensfuncties gebruikt.
1 Stel Ingeb. locatiegegevens gebr. in op
Aan.
Als de instellingen voltooid zijn, drukt u op de
d-knop of op de ontspanknop om het menu te
sluiten.
Werk in een open ruimte om gemakkelijk signalen te
kunnen ontvangen.
2 Controleer de ontvangst van
locatiegegevens op het opnamescherm.
n of o: Er worden signalen ontvangen van vier of
meer satellieten en er worden locatiegegevens
verkregen. De locatiegegevens worden opgenomen
op het beeld.
z: Er worden signalen ontvangen, maar er kunnen
geen locatiegegevens worden verkregen. De
locatiegegevens worden niet opgenomen op het
beeld.
y: Signalen kunnen niet van de satellieten worden ontvangen en er kunnen geen
locatiegegevens worden opgehaald. De locatiegegevens worden niet opgenomen op het
beeld.
3 Maak opnamen terwijl de positionering wordt uitgevoerd.
De locatiegegevens worden opgenomen op vastgelegde beelden.
z wordt weergegeven op beelden met opgenomen locatiegegevens op het
weergavescherm van de camera (A7).
De opgenomen locatiegegevens kunnen op een kaart worden gecontroleerd met
ViewNX-i nadat beelden naar een computer zijn overgezet (A115).
De opnamelocatiegegevens op het beeld
opnemen
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Optiesmenu locatiegeg. M k-knop
Ingeb. locatiegegevens gebr.
Aan
Uit
40
10
0
-10
30
20
2 5 m 0s25m 0s
5 0 0500
1 5m15m
1 01 0h P a1010hPa
Ontvangst van locatiegegevens