Naslaggids (volledige instructies)

Table Of Contents
30
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
Selecteer een van de onderwerpstanden, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Vervolgens kunt u opnamen maken met instellingen die geschikt zijn voor die
omstandigheden.
* Het pictogram van het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
3
Het gebruik van een statief is aanbevolen omdat de sluitertijd lang is. Stel Foto VR (A167) in
op Uit in het setup-menu als u een statief gebruikt om de camera bij opname te stabiliseren.
4
Het gebruik van een statief is aanbevolen omdat de sluitertijd lang is. Wanneer Nacht +
lichtsporen is geselecteerd, stelt de camera scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Wanneer Nacht + sterrensporen of Sterrensporen is geselecteerd, stelt de camera scherp op
oneindig.
Onderwerpstand (opname maken in specifieke
opnameomstandigheden)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram van
boven*) M KM HI M selecteer een onderwerp M k-knop
b Portret (standaardinstelling) j Nachtlandschap
1, 2
(A32)
c Landschap
1, 2
k Close-up (A32)
N Time-lapse-film (A85) u Voedsel (A32)
d Sport
2
(A31) m Vuurwerk
1, 3
(A33)
e Nachtportret (A31) o Tegenlicht
2
(A33)
f Party/binnen
2
(A31) p Eenvoudig panorama (A37)
Z Strand
2
O Dierenportret (A34)
z Sneeuw
2
U Meerv. belicht. Lichter
4
(A35)
h Zonsondergang
2, 3
u Superlapsefilm (A87)
i Schemering
1, 2, 3
C Onder water
2
(A36)