Operation Manual

80
k
Opties voor livebeeld
Voordat u foto’s gaat maken met behulp van
livebeeld, draait u de keuzeknop naar a
(livebeeld) en selecteert u een stand voor
livebeeld en de ontspanstand die wordt
gebruikt wanneer het livebeeld is
inge
schakeld. De volgende standen voor
livebeeld zijn beschikbaar:
A Het verschil tussen AF met fasedetectie en AF met
contrastdetectie
De camera gebruikt gewoonlijk autofocus met fasedetectie, waarbij de
scherpstelling wordt aangepast op basis van gegevens die afkomstig zijn
van een speciale scherpstelsensor.
Als [Statief] is geselecteerd als stand
voor livebeeld, gebruikt de camera autofocus met contrastdetectie,
waarbij de camera de gegevens van de beeldsensor analyseert en de
scherpstelling aanpast voor een optimaal contrast.
Autofocus met
contrastdetectie duurt langer dan autofocus met fasedetectie.
Optie Beschrijving
g
Uit de
hand
(standaard)
Kies deze optie wanneer u uit de hand foto’s van
bewegende onderwerpen maakt of wanneer u foto's
kadreert vanuit hoeken waarin de zoeker moeilijk te
gebruiken is (p. 83).
De camera stelt normaal scherp
met behulp van autofocus met fasedetectie.
h Statief
Kies deze optie wanneer de camera op een statief is
geplaatst. U kunt het beeld op de monitor vergroten
voor een nauwkeurige scherpstelling, waardoor deze
stand geschikt is voor statische onderwerpen (p. 87). U
kunt autofocus gebruiken om foto’s te kadreren waarbij
het onderwerp zich overal in het beeld kan bevinden,
zonder dat u de compositie hoeft aan te passen.
De
camera stelt scherp met behulp van autofocus met
contrastdetectie.