Operation Manual
180
l
FV-vergrendeling
Deze functie wordt gebruikt om de flitssterkte te vergrendelen,
zodat u de compositie kunt aanpassen zonder dat de flitssterkte
wordt gewijzigd. Zo weet u zeker dat de flitssterkte
geschikt is
voor het onderwerp, zelfs als het onde rwerp zich niet in het
midden van het beeld bevindt.
De flitssterkte wordt automatisch
aangepast als de ISO-gevoeligheid of het diafragma wordt
gewijzigd.
FV-vergrendeling gebruiken:
1 Wijs de functie FV-vergrendeling
toe aan de knop Fn.
Selecteer [FV-vergrendeling] voor
persoonlijke instelling f4
([FUNC.-knop toewijzen] > [FUNC.-kno p
indrukken], p. 303).
2 Druk op de flitserknop om de flitser
op te klappen.
De ingebouwde flitser wordt opgeklapt
en meteen opgeladen.
3 Stel scherp.
Plaats het onderwerp in het
midden van het beeld en druk
de ontspanknop half in om de
scherpstelling te activeren.
Flitserknop