Operation Manual

182
l
D FV-vergrendeling gebruiken met de ingebouwde flitser
FV-vergrendeling is alleen beschikbaar bij de ingebouwde flitser als [DDL]
(de standaardoptie) is geselecteerd voor persoonlijke instelling e3
([Flitssturing ingeb. flitser], p. 291).
A FV-vergrendeling gebruiken met optionele flitsers
FV-vergrendeling is ook beschikbaar bij de SB-800, SB-600, SB-400 en
SB-R200 flitsers (apart verkrijgbaar).
Stel de optionele flitser in op de
stand DDL (de SB-800 kan ook worden gebruikt in de stand AA; raadpleeg
de handleiding van de flitser voor meer informatie).
Wanneer
FV-vergrendeling is ingeschakeld, wordt de flitssterkte automatisch
aangepast als de positie van de zoomkop van de flitser wordt gewijzigd.
Als de commanderstand is geselecteerd voor persoonlijke instelling e3
([Flitssturing ingeb. flitser], p. 291), kan FV-vergrendeling worden gebruikt
met de externe flitsers SB-800, SB-600 en SB-R200 als (a) de ingebouwde
flitser, flitsergroep A of flitsergroep B in de stand DDL staat, of (b) een
flitsergroep uitsluitend bestaat uit SB-800 flitsers in de stand DDL of AA.
A Lichtmeting
Bij gebruik van een optionele flitser gelden voor FV-vergrendeling de
volgende meetgebieden:
A Zie ook
Voor informatie over het gebruik van de scherptedieptecontroleknop of
de knop AE-L/AF-L voor FV-vergrendeling, zie persoonlijke instelling f5
([Voorbeeldknop toewijzen], p. 306) of persoonli
jke instelling f6 ([AE-L/
AF-L knop toewijzen], p. 307).
Flitser Flitsstand Gemeten gebied
Autonome flitser
i-DDL
Cirkel van 4 mm in midden van
beeld
AA
Gebied gemeten door
flitslichtmeter
Gebruikt met andere
flitsers (geavanceerde
draadloze flitssturing)
i-DDL Gehele beeld
AA
Gebied gemeten door
flitslichtmeter
A (hoofdflitser)