Operation Manual
299
U
e6: Auto bracketing (M-stand)
Deze optie bepaalt welke instellingen worden gevarieerd wanneer
[AE & flits] of [Alleen AE] is geselecteerd voor persoonlijke
instelling e 5 in de handmatige belichtingsstand.
Flitsbracketing wordt allee
n toegepast bij i-DDL- of AA-flitssturing.
Als een andere instelling dan [Alleen flits] is geselecteerd en de
flitser niet wordt gebruikt, blijft de ISO-gevoeligheid ingesteld op
de waarde van de eerste opname, ongeacht de instelling die
is
geselecteerd voor [Inst autom ISO-gevoeligheid] (p. 98).
Optie Beschrijving
F
Flits/
sluitertijd
(standaard)
De camera varieert de sluitertijd (persoonlijke
instelling e5 is ingesteld op [Alleen AE]) of de
sluitertijd en de flitssterkte (persoonlijke instelling
e5 is ingesteld op [AE & flits]).
G
Flits/
sluitertijd/
diafragma
De camera varieert de sluitertijd en het diafragma
(persoonlijke instelling e5 is ingesteld op [Alleen
AE]) of de sluitertijd, het diafragma en de
flitssterkte (persoonlijke instelling e5 is ingesteld
op [AE & flits]).
H
Flits/
diafragma
De camera varieert het diafragma (persoonlijke
instelling e5 is ingesteld op [Alleen AE]) of het
diafragma en de flitssterkte (persoonlijke instelling
e5 is ingesteld op [AE & flits]).
I
Alleen flits
De camera varieert alleen de flitssterkte
(persoonlijke instelling e5 is ingesteld op [AE &
flits]).