Operation Manual
327
U
Niet-CPU-objectief
U kunt objectiefgegevens (brandpuntsafstand en maximaal
diafragma) opgeven voor maximaal negen niet-CPU-objectieven,
zodat u gebruik kunt maken van diverse functies voor CPU-
objectieven
(p. 198).
Fijnafstelling AF
U kunt de scherpstelling fijn afstellen voor maximaal 12
objectieven. AF-fijnafstelling wordt in de meeste situaties niet
aanbevolen. Gebruik deze optie alleen als het echt nodig is.
Optie Beschrijving
Fijnafstelling
AF (Aan/Uit)
• [Aan]: AF-fijnafstelling inschakelen.
• [Uit] (standaard): AF-fijnafstelling uitschakelen.
Opgeslagen
waarde
Stel de scherpstelling
verder af voor het huidige
objectief (alleen CPU-
objectieven). Druk op
1
of
3
om een waarde
tussen +20 en –20 te
selecteren. U kunt
waarden opslaan voor
maximaal twaalf
objectieven.
Standaard
De waarde voor AF-
fijnafstelling kiezen die
wordt gebruikt als er
geen waarde is
opgeslagen voor het
huidige objectief (alleen
CPU-objectieven).
Scherpstelpunt
verder van de
camera verwijderen.
Huidige
waarde
Scherpstelpunt
dichter bij de
camera plaatsen.
Vorige
waarde