Operation Manual
351
n
f/3.5 – 4.5-lens op maximaal inzoomen, wordt de scherpstelindicator mogelijk
weergegeven wanneer het beeld op een mat scherm in de zoeker niet is
scherpgesteld.
Stel handmatig scherp tot het beeld in de zoeker is
scherpgesteld.
10 Bij maximaal diafragma van f/5.6 of hoger (lager getal).
11 Sommige objectieven kunnen niet worden gebruikt (zie pagina 352).
12 Rotatiebereik van de AI 80–200mm f/2.8 ED wordt bi
j bevestiging op een statief
beperkt door de camerabody.
Wanneer de AI 200–400mm f/4 ED op de camera
is bevestigd, kunnen geen filters worden verwisseld.
13 Als het maximale diafragma wordt opgegeven via [Niet-CPU-objectief] (p. 198),
wordt de diafragmawaarde weergegeven in de zoeker en i
n het LCD-venster.
14 Kan alleen worden gebruikt als de brandpuntsafstand en het maximale
diafragma zijn opgegeven via [Niet-CPU-objectief] (p. 198).
Gebruik
spotmeting of centrumgerichte meting als niet het gewenste resultaat wordt
bereikt.
15 Voor een grotere nauwkeurigheid stelt u de brandpuntsafstand en het
maximale diafragma in via [Niet-CPU-objec tief] (p.
198).
16 Kan worden gebruikt in de handmatige belichtingsstand bij sluitertijden van
meer dan
1
/125 sec.
Als het maximale diafragma wordt opgegeven via [Niet-
CPU-objectief] (p. 198), wordt de diafragmawaarde weergegeven in de zoeker
en in het LCD-venster.
17 De belichting kan worden bepaald door het diafragma vooraf in te stelle
n.
In
de belichtingsstand Diafragmavoorkeuze moet u het diafragma instellen met
de diafragmaring alvorens de belichting te vergrende len of het objectief te
verschuiven.
In de handmatige belichtingsstand moet u het diafragma
instellen met de diafragmaring en de belichting bepalen alvorens het objectief
te verschuiven.
18 Belichtingscorrectie is vereist in combina
tie met de AI 28–85mm f/3.5–4.5, AI
35–105mm f/3.5–4.5, AI 35–135mm f/3.5–4.5 of AF-S 80–200mm f/2.8D.
Raadpleeg de handleiding van de teleconverter voor meer informatie.
19 Automatische tussenring PK-12 of PK-13 is vereist.
Afhankelijk van de
camerastand is mogelijk de PB-6D vereist.
20 Gebruik een vooraf ingesteld diafragma.
In de belichtingsstand
Diafragmavoorkeuze moet u het diafragma instellen via het objectief alvorens
de belichting te bepalen en de foto te maken.
• Voor de PF-4 re pro -unit is een PA-4 camerahouder verei
st.