Operation Manual

378
n
Reinigen
Gebruik een blaasbalgje
om stof of vuil te verwijderen en
veeg de camerabody voorzichtig
schoon met een zachte, droge
doek.
Na gebruik van de camera
op het strand of aan zee dient u
eventueel aanwezig zand of zout te
verwijderen met een doek die licht
bevochtigd is met schoon water.
Droog de camera daarna grondig
af.
In zeer uitzonderlijke gevallen
wordt het LCD-venster lichter of
donkerder als gevolg van statische
elektriciteit.
Dit duidt niet op een
storing; de normale weergave
wordt snel hersteld.
Het objectief en de spiegel kunnen
gemakkelijk beschadigd raken.
Verwijder stof en vuil voorzichtig
met een blaasbalgje.
Als u een
luchtspuitbus gebruikt, houd de
bus dan verticaal om te voorkomen
dat er vloeistof uit de bus lekt.
Ver-
wijder vingerafdrukken en andere
vlekken van het objectief door een
beetje lensreiniger op een zachte
doek aan te brengen en het glas
voorzichtig schoon te vegen.
ZieHet laagdoorlaatfilter” (p. 371,
374) voor inf
ormatie over de reini-
ging van het laagdoorlaatfilter.
Objectiefcontacten
Houd de
objectiefcontacten schoon.
Raak de sluiter niet aan
De sluiter is
vervaardigd uit zeer dun materiaal
en raakt gemakkeli jk beschadigd.
Oefen nooit druk uit op het sluiter-
gordijn, duw er niet op met
reinigingshulpmiddelen en stel het
nooit bloot aan de sterke lucht-
stroom van een luchtspuit-bus.
Dit
kan krassen, vervorming of scheu-
ren veroorzaken.
Opslag
U voorkomt de vorming van
schimmel of meeldauw door de
camera in een droge, goed geventi-
leerde ruimte te bewaren.
Wanneer u niet van plan bent de
camera binnen afzienbare tijd te
gebruiken, verwijder dan de batte-
rij om lekkage te voorkomen en
berg de camera op i n een plastic
zak met een droogmiddel.
Plaats
de cameratas echter niet in een
plastic zak, aangezie n het materiaal
hierdoor kan worden aangetast.
Denk er ook aan dat het droog-
middel na verloop van tijd zijn ver-
mogen om vocht te absorberen
verliest en daarom regelmatig
dient te worden vervangen.
U voorkomt schimmel en meel-
dauw door de camera ten mi
nste
één keer per maand uit de opslag
te halen.
Zet de camera aan en ont-
span de sluiter een aantal malen
voordat u de camera weer opbergt.
Bewaar de batterij op een koele,
droge plaats.
Plaats het bescherm-
kapje van de batterij terug
wanneer u de batterij opbergt.