Operation Manual
134
r
Witbalansopties
Als u een foto met natuurlijke kleuren wilt maken, kiest u van tevoren een 
witbalansinstelling die past bij de lichtbron. De volgende opties zijn 
beschikbaar:
Optie Kleurtemp.
*
Beschrijving
v Automatisch
3.500–
8.000 K
Witbalans is automatisch aangepast. 
Gebruik een G- of D-type objectief voor het 
beste resultaat. Als een ingebouwde of 
optionele flitser afgaat, worden de 
resultaten aangepast aan de flitser.
J Gloeilamplicht 3.000 K Voor opnamen bij gloeilampverlichting.
I TL-licht Gebruik met:
Natriumdamplampen 2.700 K
• Voor opnamen bij natriumdamp-
verlichting (bijv. in sporthallen).
Warm wit tl-licht 3.000 K • Warm wit fluorescerend licht.
Wit tl-licht 3.700 K • Wit fluorescerend licht.
Koel wit tl-licht 4.200 K • Koel wit fluorescerend licht.
Dag wit tl-licht 5.000 K • Dag wit fluorescerend licht.
Daglicht tl-licht 6.500 K • Daglicht fluorescerend licht.
Kwikdamp op hoge 
temp.
7.200 K
• Lichtbronnen met een hoge 
kleurtemperatuur (bijv. 
kwikdamplampen).
H Direct zonlicht 5.200 K Voor onderwerpen in direct zonlicht.
N Flitslicht 5.400 K
Voor gebruik met de ingebouwde of een 
optionele flitser.
G Bewolkt 6.000 K
Voor onderwerpen bij daglicht onder een 
bewolkte hemel.
M Schaduw 8.000 K Voor onderwerpen bij daglicht in de schaduw.
K Kies kleurtemperatuur
2.500–
10.000 K
Kies de kleurtemperatuur uit een lijst met 
waarden (0 141).
L Handmatige preset —
Gebruik een voorwerp, lichtbron of 
bestaande foto als referentie voor de 
witbalans (0 142).
* Alle waarden zijn benaderingen. Fijnafstelling ingesteld op 0.










