Operation Manual
165
J
Voer onderstaande stappen uit als u actieve D-Lighting wilt gebruiken:
1 Selecteer Actieve 
D-Lighting.
Druk op de knop 
G
 om de 
menu’s weer te geven.
Markeer 
Actieve D-Lighting
 in het 
opnamemenu en druk op 
2
.
2 Kies een optie.
Markeer Y Automatisch, 
Z Extra hoog, P Hoog, 
Q Normaal, R Laag of Uit en 
druk op J. Als Y Automatisch 
is geselecteerd, wordt 
automatisch actieve D-Lighting aangepast aan de 
opnameomstandigheden (in belichtingsstand h, echter is 
Y Automatisch vergelijkbaar met Q Normaal).
D Actieve D-Lighting
Matrixmeting wordt aanbevolen (
0
102). Wanneer actieve D-Lighting is 
ingeschakeld kan er ruis (korrels, lijnen en spikkels) optreden op gemaakte foto’s 
met hoge ISO-gevoeligheden en is er extra tijd nodig om de foto’s op te slaan. De 
beeldinstellingen 
Helderheid
 en 
Contrast
 (
0
 157) kunnen niet worden 
aangepast als actieve D-Lighting is ingeschakeld.
D Het verschil tussen Actieve D-Lighting en D-Lighting
Met de optie 
Actieve D-Lighting
 in het opnamemenu wordt de belichting vóór 
de opname aangepast voor een optimaal dynamisch bereik. Met de optie 
D-Lighting
 in het retoucheermenu kan het dynamische bereik in foto’s ná de 
opname worden geoptimaliseerd.
A Zie ook
Wanneer 
ADL-bracketing
 is geselecteerd voor persoonlijke instelling e5 (
Inst. 
voor auto bracketing
, 0 289), varieert de camera actieve D-Lighting over een 
reeks opnamen. Zie pagina 129 voor meer informatie.
G-knop










