Operation Manual

197
t
5 Selecteer Gereed.
Markeer
Gereed
en druk op
J
. De
brandpuntsafstand en het diafragma
die u hebt opgegeven, worden
opgeslagen onder het geselecteerde
objectiefnummer. U kunt deze
combinatie van brandpuntsafstand en diafragma op elk gewenst
moment oproepen door het objectiefnummer te selecteren met de
bedieningsknoppen op de camera, zoals hieronder wordt beschreven.
❚❚ Een objectiefnummer kiezen met de cameraknoppen
1 Wijs de selectie van het nummer van objectieven zonder
CPU toe aan een van de cameraknoppen.
Selecteer
Nummer niet-CPU-lens kiezen
voor de optie “+ instel-
schijven” van een van de cameraknoppen in het menu Persoonlijke
instellingen. U kunt de selectie van het nummer van objectieven zonder
CPU toewijzen aan de
Fn
-knop (persoonlijke instelling f5,
Fn-knop
toewijzen
,
0
292), de scherptedieptevoorbeeldknop (persoonlijke
instelling f6,
Voorbeeldknop toewijzen
,
0
296) of de
AE-L/AF-L
-knop
(persoonlijke instelling f7,
AE-L/AF-L knop toewijzen
,
0
296).
2 Gebruik de geselecteerde knop om een objectiefnummer te
kiezen.
Houd de geselecteerde knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf
tot het gewenste objectiefnummer wordt weergegeven in het lcd-venster.
Objectiefnummer
Brandpuntsafstand
Maximaal
diafragma
Hoofdinstelschijf