Naslaggids (volledige instructies)
87
x
D Autofocus in livebeeld gebruiken
In livebeeld is autofocus trager en kan de monitor lichter of donkerder zijn terwijl de camera
scherpstelt.
De camera kan mogelijk niet scherpstellen in de volgende situaties:
• Het onderwerp bevat lijnen die parallel lopen met de lange zijde van het beeld
• Het onderwerp heeft te weinig contrast
• Het onderwerp in het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk verschillende helderheid of het
onderwerp wordt verlicht door spots, door een neonreclame of door een andere lichtbron met
een wisselende helderheid
• Bij tl-verlichting, kwikdamplampen, natriumdamplampen of vergelijkbare verlichting
verschijnen er flikkeringen of banden
• Er wordt een sterfilter of een andere speciale filter gebruikt
• Het onderwerp is kleiner dan het scherpstelpunt
• Het onderwerp bestaat grotendeels uit regelmatige geometrische patronen (zoals lamellen of
een rij ramen van een wolkenkrabber)
• Het onderwerp beweegt
Let erop dat het scherpstelpunt soms ook groen wordt weergegeven wanneer de camera niet kan
scherp stellen.
A Handmatige scherpstelling
Om scherp te stellen in de stand handmatige
scherpstelling (0 42), draait u aan de scherpstelring van
het objectief tot het onderwerp is scherpgesteld.
Druk voor nauwkeurige scherpstelling op de X-knop
om het beeld in de monitor tot maximaal 9,4
× te
vergroten.
Terwijl het beeld door het objectief wordt
ingezoomd, verschijnt een navigatiescherm in een grijs
beeld in de rechterbenedenhoek van het scherm.
Gebruik de multi-selector om door de delen van het
beeld te bladeren die niet zichtbaar zijn in de monitor
(allleen beschikbaar als 9 (Breedveld-AF) of
! (Normaal veld-AF) is geselecteerd voor
AF-veldstand) of druk op W (Q) om uit te zoomen.
X-knop Navigatievenster