Naslaggids (volledige instructies)

3
X
De standknop
De camera beschikt over de volgende opnamestanden en de g-stand:
Standen P, S, A en M
Selecteer deze standen om de
camera volledig naar wens te
kunnen instellen.
P — Automatisch programma (0 54)
S — Sluitertijdvoorkeuze (0 55)
A — Diafragmavoorkeuze (0 56)
M — Handmatig (0 57)
g-stand (0 27)
Neem en bekijk foto’s en pas instellingen aan met
behulp van een gids op het scherm.
Automatische standen
Selecteer deze standen voor eenvoudige “richten en
schieten”-fotografie.
i Automatisch (0 22) j Automatisch (flitser uit)
(0 22)
Onderwerpstanden
De camera optimaliseert automatisch de instellingen van het onderwerp dat met de standknop
is geselecteerd.
Stel uw selectie in op het onderwerp dat wordt gefotografeerd.
k Portret (0 25)
l Landschap (0 25)
p Kinderen (0 25)
m Sport (0 26)
n Close-up (0 26)
o Nachtportret (0 26)
A Automatische scènekeuzeknop (Livebeeld)
Het selecteren van livebeeld in stand i of j maakt automatische onderwerpselectie mogelijk
(“automatische scènekeuzeknop”; 0 85) wanneer autofocus wordt gebruikt.