Naslaggids (volledige instructies)

35
z
Scherpstelling
Deze paragraaf beschrijft de beschikbare scherpstelopties wanneer foto's in de zoeker
worden gekadreerd.
Scherpstelling kan automatisch of handmatig worden aangepast
(zie “Scherpstelstand”, hieronder). De gebruiker kan tevens het scherpstelpunt selecteren
voor automatisch of handmatig scherpstellen (0 42) of scherpstellen met behulp van
scherpstelvergrendeling om de compositie van de foto na het scherpstellen te wijzigen
(0 40).
Scherpstelstand
Kies uit de volgende scherpstelstanden.
Merk op dat AF-S en AF-C alleen beschikbaar zijn
in de standen P, S, A en M.
1 Plaats de cursor in het informatiescherm.
Druk op de P-knop indien opname-informatie
niet wordt weergegeven in de monitor.
Druk
opnieuw op de P-knop om de cursor in het
informatiescherm te plaatsen.
2 Geef de opties voor de scherpstelstand weer.
Markeer de huidige scherpstelstand in het
informatiescherm en druk op J.
3 Selecteer een scherpstelstand.
Markeer een scherpstelstand en druk op J.
Druk de
ontspanknop half in om terug te keren naar de
opnamestand.
Optie Beschrijving
AF-A
Automatische
servo-AF
De camera selecteert automatisch enkelvoudige servo-autofocus voor een
stilstaand onderwerp, en continue servo-autofocus voor een bewegend
onderwerp.
De sluiter kan alleen worden ontspannen als de camera in staat
is scherp te stellen.
AF-S
Enkelvoudige
servo-AF
Voor stilstaande onderwerpen.
De scherpstelling wordt vergrendeld
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
De sluiter kan alleen
worden ontspannen als de camera in staat is scherp te stellen.
AF-C
Continue
servo-AF
Voor bewegende onderwerpen.
De camera stelt continu scherp terwijl de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
De sluiter kan alleen worden
ontspannen als de camera in staat is scherp te stellen.
MF
Handmatige
scherpstelling
Handmatig scherpstellen (0 42).
P knop
Informatiescherm