Naslaggids (volledige instructies)
42
z
Handmatige scherpstelling
Handmatige scherpstelling kan worden gebruikt wanneer u geen AF-S- of AF-I-objectief
gebruikt of wanneer autofocus niet het gewenste resultaat oplevert (0 36).
1 Stel de schakelaar voor de scherpstelstand van
het objectief in.
Als het objectief is voorzien van een schakelaar A-M- of
M/A-M-stand, schuif dan de schakelaar naar M.
2 Stel scherp.
Draai aan de scherpstelring van het objectief om handmatig
scherp te stellen totdat het beeld weergegeven op het
matglas in de zoeker scherp is.
Er kunnen te allen tijde foto's
worden gemaakt, zelfs wanneer het beeld niet scherp is.
❚❚ De elektronische afstandsmeter
Als het objectief over een maximaal diafragma van f/5.6 of groter
beschikt, kan de scherpstelaanduiding in de zoeker worden
gebruikt om te controleren of het onderwerp in het geselecteerde
scherpstelpunt scherp is (het scherpstelpunt kan worden
geselecteerd uit de 11 beschikbare scherpstelpunten).
Druk, na het
plaatsen van het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt,
de ontspanknop half in en draai aan de scherpstelring van het objectief tot de
scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven.
Merk op dat bij de onderwerpen die
worden vermeld op pagina 36, de scherpstelaanduiding soms wordt weergegeven
wanneer het onderwerp niet scherp is; controleer de scherpstelling in de zoeker alvorens
te fotograferen.
Schakelaar
A-M-stand
Schakelaar
M/A-M-stand