DIGITALE CAMERA Naslaggids • Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera gebruikt. • Om correct gebruik van de camera te verzekeren, vergeet niet “Voor uw Veiligheid” te lezen (pagina xi). • Bewaar deze handleiding na het lezen op een gemakkelijk toegankelijke plaats voor later gebruik.
Your images. The world. Connected Welkom bij SnapBridge — de nieuwe servicesfamilie van Nikon om uw beeldervaring te verrijken. SnapBridge elimineert de barrière tussen uw camera en compatibel smartapparaat, door middel van een combinatie van Bluetooth® lage energie (BLE)-technologie en een speciale app. De verhalen die u met uw Nikon-camera en objectieven vastlegt, worden tijdens het maken automatisch naar het apparaat overgezet.
De spannende beeldervaring die SnapBridge biedt… Automatische foto-overdracht van camera naar smartapparaat dankzij de constante verbinding tussen de twee apparaten — zo wordt online delen van foto’s gemakkelijker dan ooit tevoren Uploaden van foto's en miniatuurafbeeldingen naar de cloudservice van NIKON IMAGE SPACE Een reeks services die uw beeldbeleving verrijkt, inclusief: • Afdrukken van maximaal twee delen aftitelingsinformatie (bijv.
Lees alle aanwijzingen grondig door, zodat u zeker weet dat u de camera optimaal benut en bewaar de handleiding op een plaats waar iedereen die het product gebruikt deze kan lezen. Symbolen en conventies Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de volgende symbolen en conventies gebruikt: D Dit pictogram staat bij waarschuwingen; informatie die moet worden gelezen voor gebruik om schade aan de camera te vermijden.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid............................................................................. xi Kennisgevingen................................................................................. xv Bluetooth ............................................................................................ xx Inleiding 1 Kennismaking met de camera .......................................................... 1 De camerabody...............................................................................
Hulpstand 42 De hulpgids........................................................................................ 42 Hulpstandmenu’s....................................................................................... 43 De hulpgids gebruiken ............................................................................ 46 Instellingen die overeenkomen met het onderwerp of de situatie (Onderwerpstand) k Portret ...............................................................................................
Scherpstelling ................................................................................... 69 Scherpstelstand .......................................................................................... 69 AF-veldstand ................................................................................................ 74 Scherpstelvergrendeling ......................................................................... 79 Handmatige scherpstelling ............................................................
Witbalans ......................................................................................... 121 Fijnafstelling witbalans ......................................................................... 124 Handmatige voorinstelling ................................................................. 126 Picture Controls .............................................................................. 132 Een Picture Control selecteren...........................................................
Verbindingen 177 ViewNX-i installeren ...................................................................... 177 Foto’s naar de computer kopiëren ............................................. 178 Foto’s afdrukken ............................................................................ 181 De printer aansluiten ............................................................................. 181 Foto’s één voor één afdrukken...........................................................
B Het setup-menu: Camera-instellingen ............................................ 199 Opties setup-menu ................................................................................ 199 Herstel setup-opties....................................................................... 201 Geheugenkaart formatteren....................................................... 201 Datumstempel ................................................................................. 202 Tijdzone en datum.........................
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken ................. 227 Retoucheermenu-opties....................................................................... 227 Geretoucheerde kopieën maken....................................................... 228 NEF (RAW)-verwerking .................................................................. 230 Bijsnijden ............................................................................................ 232 Formaat wijzigen......................................
Behandeling van uw camera ........................................................ 272 Opslag ......................................................................................................... 272 Reinigen ..................................................................................................... 272 Reiniging van de beeldsensor............................................................ 273 Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen................. 276 Beschikbare instellingen..........
Voor uw veiligheid Om schade aan eigendommen of letsel aan uzelf of anderen te voorkomen, lees “Voor uw veiligheid” in zijn geheel door alvorens dit product te gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies daar waar iedere gebruiker van dit product ze kan lezen. GEVAAR: Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit pictogram, zorgt voor groot gevaar voor de dood of ernstig letsel.
• Kijk niet rechtstreeks in de zon of andere felle lichtbronnen door middel van het objectief of camera. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan beperkt gezichtsvermogen tot gevolg hebben. • Richt de flitser of AF-hulpverlichting niet op de bestuurder van een motorvoertuig. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken tot gevolg hebben. • Houd dit product uit de buurt van kinderen.
• Schakel dit product uit wanneer het gebruik ervan verboden is. Schakel draadloze functies uit wanneer het gebruik van draadloze apparatuur verboden is. De radiofrequentie-emissies geproduceerd door dit product kunnen interfereren met apparatuur aan boord van vliegtuigen of in ziekenhuizen of andere medische faciliteiten. • Verwijder de accu en ontkoppel de lichtnetadapter als voor langere tijd geen gebruik wordt gemaakt van dit product.
WAARSCHUWING (Accu’s) • Houd accu’s buiten bereik van kinderen. Mocht een kind een accu inslikken, zoek dan onmiddellijk medische hulp. • Dompel accu’s niet onder in water en stel ze niet bloot aan regen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan het product tot gevolg hebben. Droog het product onmiddellijk met een handdoek of gelijkwaardig voorwerp, mocht deze nat worden.
Kennisgevingen • Niets uit de handleidingen die bij dit • Nikon is niet aansprakelijk voor enige product horen, mag in enigerlei vorm schade die voortkomt uit het gebruik of op enigerlei wijze worden van dit product.
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Wegwerpen van opslagmedia Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon Nikon-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste standaards en bevatten complexe elektronische schakelingen.
D Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon Alleen originele Nikon-accessoires die specifiek zijn bedoeld voor gebruik met uw Nikon digitale camera, zijn ontworpen en getest om te voldoen aan de geldende veiligheids- en functioneringsvoorschriften. HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE ACCESSOIRES KAN SCHADE AAN UW CAMERA TOT GEVOLG HEBBEN EN KAN UW GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Bluetooth Dit product valt onder de United States Export Administration Regulations (EAR). Toestemming van de regering van de Verenigde Staten is niet vereist voor export naar andere landen dan de hier vermelde landen waarvoor op het moment van schrijven een embargo of speciale controles gelden: Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan en Syrië (lijst onderhevig aan veranderingen). Het gebruik van draadloze apparaten kan verboden zijn in sommige landen of regio’s.
Kennisgevingen voor klanten in Europa Hierbij verklaart Nikon Corporation dat de D3400 aan de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC voldoet. De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op http://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_D3400.
xxii
Inleiding Kennismaking met de camera Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningen en weergaveschermen van de camera. Leg eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest. De camerabody 1 6 12 11 10 9 2 3 4 5 6 7 8 1 Filmopnameknop ........................... 139 8 Instelschijf 2 Hoofdschakelaar ............................... 18 9 Standknop .............................................5 3 Ontspanknop ....
2 1 3 4 14 9 5 13 10 11 12 1 AF-hulpverlichting ...................73, 196 6 15 7 8 9 Infraroodontvanger voor Zelfontspannerlampje......................67 afstandsbediening ML-L3 ..............96 Lampje rode-ogenreductie ......88, 90 10 CPU-contacten 2 Ingebouwde flitser ............................87 11 Spiegel............................................... 274 3 M/ Y-knop.........................87, 89, 117 12 Objectiefvatting.......................... 15, 82 4 Microfoon .........................
2 1 3 9 10 11 12 13 14 4 5 6 7 8 19 16 18 20 21 15 17 1 Rubberen oogschelp........................ 68 13 O-knop ........................................41, 171 2 Zoekeroculair .......................... 4, 26, 68 14 Toegangslampje geheugenkaart 3 Dioptrieregelaar................................ 26 .......................................................14, 36 4 K-knop...................................... 40, 152 15 Ontgrendeling deksel batterijvak 5 G-knop..................................
De zoeker 1 Scherpstelpunten ..........26, 34, 74, 76 2 Scherpstelaanduiding ...............35, 82 3 Aanduiding vergrendeling automatische belichting (AE)..... 113 4 Sluitertijd ...........................98, 101, 105 5 Diafragma (f-waarde) ............................................98, 103, 105 6 Aanduiding stand speciale effecten ..............................................................51 7 Waarschuwing lage accuspanning ..............................................................
De standknop De camera biedt u de keuze uit de volgende opnamestanden en g-stand: Standen P, S, A en M • P—Automatisch programma (0 99) • S—Sluitertijdvoorkeuze (0 101) • A—Diafragmavoorkeuze (0 103) • M—Handmatig (0 105) Stand speciale effecten (0 51) g-stand (0 42) Automatische standen • i Automatisch (0 32) • j Automatisch (flitser uit) (0 32) Onderwerpstanden • k Portret (0 48) • l Landschap (0 49) • p Kinderen (0 49) • m Sport (0 49) • n Close-up (0 50) • o Nachtportret (0 50) Inleiding 5
De R (Informatie)-knop Druk op de R-knop om het informatiescherm te bekijken of door de weergaveopties te bladeren. ❚❚ Zoekerfotografie Om sluitertijd, diafragma, het aantal resterende opnamen, AF-veldstand en andere opname-informatie weer te geven in de monitor, druk op de R-knop. R-knop 1 Opnamestand i automatisch/ j automatisch (flitser uit) ........32 Onderwerpstanden ....................48 Stand speciale effecten..............51 Standen P, S, A en M ....................
10 Diafragma (f-waarde)..... 98, 103, 105 16 Aantal resterende opnamen...........31 Diafragmaweergave.............. 104, 106 Aanduiding witbalansopname ... 126 11 Sluitertijd .......................... 98, 101, 105 17 “k” (verschijnt als er genoeg Sluitertijdweergave............... 102, 106 12 Aanduiding vergrendeling geheugen vrij is voor meer dan 1.000 opnamen) ...............................31 automatische belichting (AE) ..... 113 18 Belichtingsaanduiding ..................
❚❚ Livebeeld en filmstand Om livebeeld te starten, druk op de a-knop tijdens zoekerfotografie. U kunt dan op de R-knop drukken om door de weergaveopties te bladeren, zoals hieronder aangeduid.
Het livebeeldscherm Item q Opnamestand Aanduiding w handmatige filminstellingen e Resterende tijd r Onderdrukking windruis t Microfoongevoeligheid y u i o Beschrijving 0 De stand die momenteel is geselecteerd met 32, 48, de standknop. 51, 98 Wordt weergegeven wanneer Aan is geselecteerd voor Handmatige 142 filminstellingen in stand M. De resterende tijd voordat livebeeld automatisch eindigt. Wordt weergegeven als 10 de opname in 30 sec. of minder eindigt.
Item Resterende tijd !0 (filmstand) “Geen film”!1 pictogram Beschrijving De resterende opnametijd in de filmstand. Geeft aan dat er geen films kunnen worden opgenomen. Het huidige scherpstelpunt. De weergave !2 Scherpstelpunt varieert afhankelijk van de optie geselecteerd voor AF-veldstand (0 75). Duidt aan of de foto zal worden onder- of Belichtingsaandui overbelicht bij de huidige instellingen (alleen !3 ding M-stand).
De P-knop Om de instellingen onderaan het informatiescherm te wijzigen, druk op de P-knop, markeer vervolgens items met behulp van de multi-selector en druk op J om opties voor het gemarkeerde item te bekijken. U kunt de instellingen ook wijzigen door op de P-knop te drukken P-knop tijdens livebeeld.
Eerste stappen De camerariem bevestigen Bevestig de riem stevig aan de twee cameraoogjes. Laad de accu op Als er een stekkeradapter is meegeleverd, til de lichtnetstekker op en sluit de stekkeradapter volgens de afbeelding linksonder aan en zorg dat de stekker volledig in de aansluiting is geplaatst. Plaats de accu en steek de lader in het stopcontact. Een lege accu laadt in ongeveer een uur en 50 minuten volledig op.
Plaats de accu en een geheugenkaart Voordat de accu of geheugenkaarten worden geplaatst, controleer of de hoofdschakelaar in de OFF (UIT)-positie staat. Plaats de accu zoals aangeduid en gebruik de accu om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden. De vergrendeling vergrendelt de accu op zijn plaats zodra de accu volledig is geplaatst. Batterijvergrendeling Houd de geheugenkaart in de getoonde richting en schuif deze in totdat deze op zijn plaats klikt.
❚❚ De accu en geheugenkaarten verwijderen De accu verwijderen Zet de camera uit en open het deksel van het batterijvak om de accu te verwijderen. Druk de batterijvergrendeling in de richting zoals aangeduid door de pijl om de accu vrij te geven en verwijder de accu vervolgens handmatig. Geheugenkaarten verwijderen Zet, na controle of het toegangslampje van de geheugenkaart uit is, de camera uit, open het deksel van de geheugenkaartsleuf en druk op de kaart om deze uit te werpen (q).
Bevestig een objectief Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer het objectief of de bodydop is verwijderd. Het objectief dat doorgaans voor illustratieve doeleinden in deze handleiding wordt gebruikt is een AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR. Verwijder de bodydop van de camera Verwijder de achterste objectiefdop Bevestigingsmarkering (camera) Leg de bevestigingsmarkeringen op één lijn Bevestigingsmarkering (objectief) Draai het objectief zoals aangeduid totdat deze op zijn plaats klikt.
A Objectieven met intrekbare objectiefcilinderknoppen Ontgrendel en verleng het objectief alvorens de camera in gebruik te nemen. Houd de knop voor de intrekbare objectiefcilinder ingedrukt (q) en draai aan de zoomring zoals aangeduid (w).
A Vibratiereductie (VR) Vibratiereductie kan worden ingeschakeld door Aan voor Optische VR te selecteren in het opnamemenu (0 198), indien het objectief deze optie ondersteunt, of door de objectiefschakelaar voor de vibratiereductie naar ON (AAN) te zetten als het objectief is voorzien van een vibratiereductieschakelaar. Een vibratiereductie-aanduiding verschijnt in het informatiescherm zodra vibratiereductie aan is.
Camera instellen ❚❚ Instellen vanaf een smartphone of tablet Installeer, alvorens verder te gaan, eerst de SnapBridge app zoals beschreven aan de binnenkant van het voordeksel en schakel Bluetooth in op uw smartphone of tablet (hieronder, “smartapparaat”). Merk op dat de werkelijke camera- en smartapparaatweergaven kunnen verschillen van de hieronder getoonde weergaven. 1 Zet de camera aan. Er wordt een taalselectievenster weergegeven. Gebruik de multi-selector en J-knop om door de menu’s te navigeren.
2 Druk op J wanneer het rechtervenster wordt weergegeven. Als u geen gebruik wenst te maken van een smartapparaat om de camera te configureren, druk dan op G (0 25). 3 Koppel de camera en het smartapparaat. De camera wacht op een verbinding; start de SnapBridge app op het smartapparaat en volg de instructies op het scherm om op de naam van de camera te tikken waarmee u wilt koppelen.
4 Controleer de verificatiecode (merk op dat in sommige versies van iOS de code mogelijk niet wordt weergegeven, maar ook al wordt de code niet weergegeven, toch dient u onderstaande stappen te volgen). Na te hebben gecontroleerd of de Camera camera en het smartapparaat dezelfde zescijferige verificatiecode weergeven, volg de onderstaande stappen om het koppelen te voltooien. • Druk op de camera op J. • Tik op het smartapparaat op Koppelen (de naam van de knop verschilt per smartapparaat).
6 Volg de instructies op het scherm om het installatieproces te voltooien. Om locatiegegevens met foto’s vast te leggen, selecteer Ja wanneer hierom wordt gevraagd en schakel de locatiegegevensfuncties in zowel de SnapBridge app en op het smartapparaat zelf in (voor meer informatie, raadpleeg de documentatie meegeleverd met het smartapparaat).
A Wat SnapBridge voor u kan doen De SnapBridge app kan voor verschillende taken worden gebruikt zodra de camera met uw smartapparaat wordt gekoppeld. Voor meer informatie over de onderstaande functies, zie de online helpfunctie van SnapBridge.
Tips voor draadloze netwerken • Koppelen: Om de camera met een smartapparaat te koppelen (bijvoorbeeld met een nieuw apparaat of als u niet hebt gekozen om met een smartapparaat te koppelen tijdens het installeren), selecteer Instell. voor Verbinden met smartapparaat in het setup-menu van de camera en volg de instructies op pagina 19, te beginnen met Stap 3. De camera kan worden gekoppeld met maximaal vijf smartapparaten, maar kan slechts met één tegelijk verbinding maken.
❚❚ Instellen vanuit de cameramenu’s De cameraklok kan handmatig worden ingesteld. 1 Zet de camera aan. Er wordt een taalselectievenster weergegeven. Gebruik de multi-selector en J-knop om door de menu’s te navigeren. Hoofdschakelaar 1 Omhoog J-knop (selecteren) 4 Links 2 Rechts 3 Omlaag Multi-selector Druk op 1 en 3 om een taal te markeren en druk op J om te selecteren. De taal kan op elk moment worden gewijzigd met behulp van de optie Taal (Language) in het setup-menu.
2 Druk op G wanneer het rechtervenster wordt weergegeven. G-knop 3 Stel de cameraklok in. Gebruik de multi-selector en J-knop om de cameraklok in te stellen. q w Selecteer tijdzone e Selecteer datumnotatie r Selecteer optie zomertijd Stel tijd en datum in (merk op dat de camera een 24-uurs klok gebruikt) De klok kan op elk gewenst moment worden aangepast met behulp van de optie Tijdzone en datum > Datum en tijd in het setup-menu.
Stel de zoeker scherp Draai, na het verwijderen van de objectiefdop, aan de dioptrieregelaar totdat de scherpstelpunten scherp in beeld zijn. Let op dat u niet uw vingers of vingernagels in uw oog steekt wanneer u de regelaar bedient met uw oog tegen de zoeker.
Tutorial Cameramenu’s: een overzicht De meeste opname-, weergave- en instellingenopties zijn toegankelijk via de cameramenu's. Druk op de G-knop om de menu’s te bekijken. G-knop Tabs Kies uit de volgende menu’s: • D: Weergave (0 186) • N: Retoucheren (0 227) • C: Opname (0 190) • m: Recente Instellingen (0 251) • B: Instellingen (0 199) Schuifregelaar toont positie in huidig menu. Huidige instellingen worden aangegeven met pictogrammen. Menuopties Opties in huidig menu.
Cameramenu’s gebruiken De multi-selector en de J-knop worden gebruikt om door de cameramenu’s te navigeren. 1: beweeg cursor omhoog J-knop: selecteer gemarkeerd item 4: annuleer en keer terug naar vorig menu 2: selecteer gemarkeerd item of geef submenu weer 3: beweeg cursor omlaag A Het d (Help)-pictogram Als het pictogram d wordt weergegeven in de linkerbenedenhoek van de monitor, kan een beschrijving van de huidige geselecteerde optie of het menu worden weergegeven door op de W (Q) -knop te drukken.
❚❚ Door de menu’s navigeren Voer de onderstaande stappen uit om door de menu’s te navigeren. 1 Geef de menu’s weer. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. G-knop 2 Markeer het pictogram voor het huidige menu. Druk op 4 om het pictogram voor het huidige menu te markeren. 3 Selecteer een menu. Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te selecteren. 4 Plaats de cursor in het geselecteerde menu. Druk op 2 om de cursor in het geselecteerde menu te plaatsen.
5 Markeer een menu-item. Druk op 1 of 3 om een menu-item te markeren. 6 Geef opties weer. Druk op 2 om opties voor het geselecteerde menuitem weer te geven. 7 Markeer een optie. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren. 8 Selecteer het gemarkeerde item. Druk op J om het gemarkeerde item te selecteren. Druk op de G-knop om af te sluiten zonder een selectie te maken. Let op het volgende: • Menu-items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar.
Het accuniveau en aantal resterende opnamen Druk op de R-knop en controleer het accuniveau en het aantal resterende opnamen in het informatiescherm. Accuniveau R-knop Aantal resterende opnamen Accuniveau Als de accuspanning laag is, wordt ook een waarschuwing weergegeven in de zoeker. Als het informatiescherm niet verschijnt zodra de R-knop wordt ingedrukt, dan is de accu leeg en moet deze worden opgeladen.
Basisfotografie en afspelen “Richten-en-maken”-standen (i en j) In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe foto’s te maken in de standen i en j. i en j zijn automatische “richten-en-schieten”-standen waarin het merendeel van de instellingen wordt geregeld door de camera in reactie op de opnameomstandigheden; het verschil tussen de twee is dat de flitser niet flitst in de j-stand. 1 Draai de standknop naar i Standknop of j. Foto’s kunnen worden gekadreerd in de zoeker of in de monitor (livebeeld).
2 Maak de camera gereed. Zoekerfotografie: Houd, bij het kadreren van foto’s in de zoeker, de handgreep in uw rechterhand en ondersteun de camerabody of het objectief met uw linkerhand. Plaats uw ellebogen tegen de zijkanten van uw borst. Livebeeld: Houd, bij het kadreren van foto’s in de monitor, de handgreep in uw rechterhand en ondersteun het objectief met uw linkerhand.
3 Kadreer de foto. Zoekerfotografie: Kadreer een foto in de zoeker met het hoofdonderwerp in ten minste één van de 11 scherpstelpunten. Scherpstelpunt Livebeeld: Bij standaardinstellingen detecteert de camera automatisch gezichten en selecteert het scherpstelpunt. Als er geen gezicht wordt gedetecteerd, stelt de camera scherp op onderwerpen nabij het midden van het beeld.
4 Druk de ontspanknop half in. Zoekerfotografie: Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen (als het onderwerp slecht belicht is, kan de flitser opklappen en Scherpstelaanduiding de AF-hulpverlichting gaan branden). Zodra de scherpstelbewerking is voltooid, klinkt er een signaal (een signaal is mogelijk niet te horen als het onderwerp beweegt) en de scherpstelaanduiding (I) verschijnt in de zoeker. Scherpstelaanduiding Beschrijving I Onderwerp scherp in beeld.
5 Maak de foto. Druk de ontspanknop op soepele wijze helemaal in om de sluiter te ontspannen en de foto vast te leggen. Het toegangslampje van de geheugenkaart gaat branden en de foto wordt gedurende enkele seconden in de monitor weergegeven. De geheugenkaart mag niet worden uitgeworpen en de voedingsbron niet verwijderd of ontkoppeld voordat het toegangslampje uit is en de opname is voltooid. Toegangslampje geheugenkaart Druk op de a-knop om livebeeld te beëindigen.
A Automatische onderwerpselectie (automatische scènekeuzeknop) Als livebeeld wordt geselecteerd in stand i of j, dan analyseert de camera automatisch het onderwerp en selecteert de juiste opnamestand zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt om scherp te stellen met behulp van autofocus. De geselecteerde stand wordt in de monitor getoond.
A De ingebouwde flitser Mocht er extra verlichting nodig zijn voor juiste belichting in stand i, dan klapt de ingebouwde flitser automatisch op zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt (0 87). Met een opgeklapte flitser kunnen alleen foto’s worden gemaakt wanneer de flitsgereedaanduiding (M) wordt weergegeven. Als de flitsgereedaanduiding niet wordt weergegeven, is de flitser aan het laden; verwijder uw vinger kort van de ontspanknop en probeer opnieuw.
A Belichting Afhankelijk van het onderwerp kan de belichting verschillen van de belichting die wordt verkregen wanneer livebeeld niet wordt gebruikt.
Basisweergave 1 Druk op de K-knop. Er wordt een foto weergegeven in de monitor. K-knop 2 Meer foto’s bekijken. U kunt nog meer foto’s weergeven door op 4 of 2 te drukken. Om weergave te beëindigen en terug te keren naar de opnamestand, druk de ontspanknop half in.
Ongewenste foto’s wissen Als u de foto wilt wissen die momenteel in de monitor wordt weergegeven, druk op de O-knop. Merk op dat foto's niet kunnen worden hersteld nadat ze zijn gewist. 1 Geef de foto weer. Geef de foto weer die u wilt wissen. K-knop 2 Wis de foto. Druk op de O-knop. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; druk nogmaals op de O-knop om het beeld te wissen en terug te keren naar weergave.
Hulpstand De hulpgids De hulpstand geeft toegang tot verschillende vaak gebruikte en handige functies. Het beginscherm van de hulpgids wordt weergegeven zodra de standknop naar g wordt gedraaid. Batterijaanduiding (0 31) Aantal resterende opnamen (0 31) Opnamestand: Er verschijnt een hulpstandaanduiding op het pictogram van de opnamestand. Kies uit de volgende items: Maak foto´s. Opname Tonen/wissen Bekijk en/of wis foto’s. Retoucheren Retoucheer foto’s. Instellen Wijzig camera-instellingen.
Hulpstandmenu’s Voor toegang tot deze menu’s, markeer Opname, Tonen/wissen, Retoucheren of Instellen en druk op J. ❚❚ Opname Eenvoudige bediening 4 Automatisch 5 Geen flits 9 Verre onderwerpen ! Close-ups 8 Slapende gezichten Bewegend 9 onderwerp 7 Landschappen 6 Portretten " Nachtportret Nachtlandschap 5 fotograferen Geavanceerde bediening Achtergrond verzachten # Meer scherp vastleggen Beweging vastleggen (mensen) $ Beweging vastleg.
“Opname starten” Markeer een optie en druk op J.
❚❚ Retoucheren Bijsnijden Filtereffecten (ster) Filtereffecten (zacht) Foto-illustratie Miniatuureffect Selectieve kleur ❚❚ Instellen Beeldkwaliteit Beeldformaat Timers automatisch uit Datumstempel Weergave- en geluidsinstelling.
De hulpgids gebruiken De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd terwijl de hulpgids wordt weergegeven: Knop Functie Terug naar beginpagina van hulpgids Zet monitor aan Markeer een menu Beschrijving Druk op G om de monitor in te schakelen of terug te keren naar de beginpagina van de hulpgids. G-knop Druk op 1, 3, 4 of 2 om een menu te markeren. Druk op 1 of 3 om opties in de menu’s te markeren. Druk op 1, 3, 4 of 2 om opties te markeren in weergaven zoals hieronder getoond.
Knop Functie Beschrijving Druk op 4 om naar de vorige weergave terug te keren. Markeer & en druk op J om te annuleren en terug te keren naar de vorige weergave van weergaven zoals hieronder getoond. Terug naar vorige weergave Als in de linkerbenedenhoek van de monitor een d-pictogram wordt weergegeven, kan help worden weergegeven door op de W (Q)-knop te drukken. Druk op 1 of 3 om door de weergave te bladeren, of druk nogmaals op W (Q) om af te sluiten.
Instellingen die overeenkomen met het onderwerp of de situatie (Onderwerpstand) De camera beschikt over verschillende onderwerpstanden. Bij het kiezen van een onderwerpstand worden de instellingen automatisch aan het geselecteerde onderwerp aangepast, waardoor creatieve fotografie net zo eenvoudig wordt als het selecteren van een stand, het kadreren van een foto en het maken van een foto zoals wordt beschreven op pagina 32.
l Landschap Gebruik voor levendige landschapsopnamen bij daglicht. A Opmerking De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit. p Kinderen Gebruik voor snapshots van kinderen. Kleding en achtergronddetails worden levendig weergegeven, terwijl huidtinten zacht en natuurlijk blijven. m Sport Korte sluitertijden bevriezen beweging voor dynamische sportopnamen waarin het hoofdonderwerp duidelijk naar voren komt. A Opmerking De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit.
n Close-up Gebruik deze stand voor closeupfoto’s van bloemen, insecten of andere kleine voorwerpen (voor scherpstellen op zeer korte afstand kan een macro-objectief worden gebruikt). o Nachtportret Gebruik voor een natuurlijke balans tussen het hoofdonderwerp en de achtergrond in portretten met weinig licht. A Onscherpte voorkomen Gebruik een statief om onscherpte veroorzaakt door cameratrillingen bij lange sluitertijden te voorkomen.
Speciale effecten Speciale effecten kunnen worden gebruikt bij het maken van foto’s en opnemen van films. De volgende effecten kunnen worden geselecteerd door de standknop naar q te draaien en aan de instelschijf te draaien totdat de gewenste optie in de monitor verschijnt.
% Nachtzicht Gebruik onder donkere omstandigheden om monochrome beelden bij hoge ISO-gevoeligheden vast te leggen. A Opmerking Autofocus is alleen in livebeeld beschikbaar; handmatige scherpstelling kan worden gebruikt als de camera niet kan scherpstellen. De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit. S Superlevendig Algehele verzadiging en contrast zijn verhoogd voor een helderder beeld. T Pop Algehele verzadiging is verhoogd voor een meer levendig beeld.
U Foto-illustratie Verscherp omtrekken en vereenvoudig kleuren voor een postereffect dat kan worden aangepast in livebeeld (0 56). A Opmerking Films opgenomen in deze stand worden als een diashow van een serie filmbeelden afgespeeld. ' Speelgoedcamera-effect Maak foto’s en films die er uitzien alsof ze met een speelgoedcamera zijn gemaakt. Het effect kan worden aangepast in livebeeld (0 57). ( Miniatuureffect Maak foto’s die op prenten of diorama’s lijken.
3 Selectieve kleur Alle andere kleuren dan de geselecteerde kleuren worden zwartwit vastgelegd. Het effect kan worden aangepast in livebeeld (0 60). A Opmerking De ingebouwde flitser schakelt uit. 1 Silhouet Silhouetonderwerpen tegen heldere achtergronden. A Opmerking De ingebouwde flitser schakelt uit. 2 High-key Gebruik bij het fotograferen van heldere onderwerpen om heldere beelden te creëren die met licht lijken te zijn gevuld. A Opmerking De ingebouwde flitser schakelt uit.
3 Low-key Gebruik voor donkere onderwerpen, low-key-beelden met opvallende lichte delen. A Opmerking De ingebouwde flitser schakelt uit. A Onscherpte voorkomen Gebruik een statief om onscherpte veroorzaakt door cameratrillingen bij lange sluitertijden te voorkomen. A NEF (RAW) NEF (RAW)-opname is niet beschikbaar in de standen %, S, T, U, ', ( en 3. Foto's gemaakt wanneer de optie NEF (RAW) of NEF (RAW) + JPEG Fijn is geselecteerd in deze standen, worden vastgelegd als JPEG-beelden.
Beschikbare opties in livebeeld Instellingen voor het geselecteerde effect worden aangepast in het livebeeldscherm. ❚❚ U Foto-illustratie 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de monitor worden weergegeven. a-knop 2 Pas de dikte van de omtreklijnen aan. Druk op J om de rechts getoonde opties weer te geven. Druk op 4 of 2 om omtreklijnen dikker of dunner te maken. 3 Druk op J. Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid.
❚❚ ' Speelgoedcamera-effect 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de monitor worden weergegeven. a-knop 2 Pas opties aan. Druk op J om de rechts getoonde opties weer te geven. Druk op 1 of 3 om Levendigheid of Vignettering te markeren en druk op 4 of 2 om te wijzigen. Pas levendigheid aan om kleuren meer of minder verzadigd te maken, vignettering om de hoeveelheid vignettering te regelen. 3 Druk op J. Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid.
❚❚ ( Miniatuureffect 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de monitor worden weergegeven. a-knop 2 Positioneer het scherpstelpunt. Gebruik de multi-selector om het scherpstelpunt in het scherp te stellen gebied te plaatsen en druk vervolgens de ontspanknop half in om scherp te stellen. Druk op X om de opties voor miniatuureffect tijdelijk van de weergave te wissen en het beeld in de monitor te vergroten om nauwkeurig te kunnen scherpstellen.
4 Pas opties aan. Druk op 4 of 2 om de richting te kiezen van het gebied dat scherp in beeld zal zijn en druk op 1 of 3 om de breedte van het gebied aan te passen. 5 Druk op J. Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid. Druk op de a-knop om livebeeld af te sluiten.
❚❚ 3 Selectieve kleur 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de monitor worden weergegeven. a-knop 2 Geef opties weer. Druk op J om de opties voor selectieve kleur weer te geven. 3 Selecteer een kleur.
4 Kies het kleurbereik. Kleurbereik Druk op 1 of 3 om het bereik van gelijkwaardige tinten te verhogen of te verlagen die in het uiteindelijke beeld worden vastgelegd. Kies uit waarden tussen 1 en 7; merk op dat hogere waarden tinten van andere kleuren kunnen bevatten. 5 Selecteer extra kleuren. Draai, om extra kleuren te selecteren, aan de hoofdinstelschijf om een van de andere drie kleurvakken bovenaan het scherm te markeren en herhaal Stap 3 en 4 om een andere kleur te selecteren.
Meer over fotografie Een ontspanstand kiezen Druk, om te kiezen hoe de sluiter wordt ontspannen (ontspanstand), op de I (E/#)-knop, gebruik vervolgens de multi-selector om de gewenste optie te markeren en druk op J. I (E/#)-knop Stand 8 I J E " # Beschrijving Enkel beeld: De camera maakt één foto telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. Continu: De camera maakt foto’s terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt (0 63). Stil ontspannen: Zoals voor enkel beeld, behalve dat cameraruis is afgenomen (0 65).
Continu opnemen (Seriestand) In de stand I (Continu) maakt de camera continu foto’s terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. 1 Druk op de I (E/#)-knop. I (E/#)-knop 2 Kies I (Continu). Markeer I (Continu) en druk op J. 3 Stel scherp. Kadreer het beeld en stel scherp. 4 Maak foto’s. De camera maakt foto’s terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
A Het buffergeheugen De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke opslag, zodat u kunt blijven fotograferen terwijl de foto’s op de geheugenkaart worden opgeslagen. Er kunnen maximaal 100 foto’s achtereen worden gemaakt (een uitzondering is als een sluitertijd van 4 seconden of langer is geselecteerd in stand S of M wanneer er geen limiet is voor het aantal opnamen dat achter elkaar kan worden gemaakt in één serieopname).
Stil ontspannen Kies deze stand om cameraruis tot een minimum te beperken. Er klinkt geen signaal wanneer de camera scherpstelt. 1 Druk op de I (E/#)-knop. I (E/#)-knop 2 Selecteer J (Stil ontspannen). Markeer J (Stil ontspannen) en druk op J. 3 Maak foto’s. Druk de ontspanknop volledig in om te fotograferen.
Zelfontspannerstand De zelfontspanner kan worden gebruikt voor zelfportretten of groepsfoto’s waar ook de fotograaf op staat. Bevestig, voordat u verdergaat, de camera op een statief of plaats deze op een stabiele, vlakke ondergrond. 1 Druk op de I (E/#)-knop. I (E/#)-knop 2 Selecteer E (Zelfontspanner)-stand. Markeer E (Zelfontspanner) en druk op J. 3 Kadreer de foto.
4 Maak de foto. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk vervolgens de knop volledig in. Het zelfontspannerlampje begint te knipperen en er klinkt een geluidssignaal. Twee seconden voordat de foto wordt gemaakt, stopt het zelfontspannerlampje met knipperen en volgen de geluidssignalen elkaar sneller op. De sluiter wordt ongeveer tien seconden na het starten van de timer ontspannen.
A De zoeker afdekken Om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenvalt in de foto verschijnt of de belichting verstoort, raden we u aan de zoeker af te dekken met uw hand of andere voorwerpen zoals een optioneel oculairkapje (0 268) bij het maken van foto’s zonder uw oog tegen de zoeker te houden. Om het kapje te bevestigen, verwijder de rubberen oogschelp (q) en plaats het kapje zoals aangeduid (w). Houd de camera stevig vast terwijl u de oculairdop verwijdert.
Scherpstelling Scherpstelling kan automatisch (zie hieronder) of handmatig worden aangepast (0 81). Ook kan de gebruiker het scherpstelpunt voor automatisch of handmatig scherpstellen (0 76) selecteren, of gebruik scherpstelvergrendeling om de compositie van foto’s na het scherpstellen te wijzigen (0 79).
De volgende scherpstelstanden kunnen worden geselecteerd tijdens livebeeld: Optie Beschrijving Voor stilstaande onderwerpen. Scherpstelling vergrendelt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Voor bewegende onderwerpen. De camera stelt Fulltime servo- continu scherp totdat de ontspanknop wordt AF-F AF ingedrukt. Scherpstelling vergrendelt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Handmatige MF Stel handmatig scherp (0 81).
2 Kies een scherpstelstand. Markeer een scherpstelstand en druk op J. Zoekerfotografie Livebeeld A Anticiperende scherpstelling In de AF-C-stand of wanneer continue servo-autofocus is geselecteerd in de AF-A-stand tijdens zoekerfotografie, zal de camera anticiperende scherpstelling in werking stellen als het onderwerp in de richting van de camera beweegt terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.
A Goede resultaten bereiken met autofocus Autofocus werkt niet goed onder de hieronder vermelde omstandigheden. De ontspanknop wordt mogelijk uitgeschakeld als de camera onder deze omstandigheden niet kan scherpstellen, of wordt de scherpstelaanduiding (I) mogelijk weergegeven en laat de camera een geluidssignaal horen, waardoor de sluiter wordt ontspannen zelfs wanneer het onderwerp niet scherp in beeld is.
A De AF-hulpverlichting Als het onderwerp slecht belicht is, zal de AF-hulpverlichting AF-hulpverlichting automatisch gaan branden ter ondersteuning van de scherpstelling wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (er zijn een aantal beperkingen van toepassing; 0 284). Merk op dat de lamp heet kan worden wanneer deze meerdere keren na elkaar wordt gebruikt en automatisch zal uitschakelen na een periode van continu gebruik om de lamp te beschermen. Na een korte pauze wordt de normale functie hervat.
AF-veldstand Kies hoe het scherpstelpunt voor autofocus wordt geselecteerd. De volgende opties zijn beschikbaar tijdens zoekerfotografie: Optie Beschrijving Voor stilstaande onderwerpen. Scherpstelpunt wordt c Enkelpunts AF handmatig geselecteerd; camera stelt alleen scherp op onderwerp in geselecteerd scherpstelpunt. Voor niet-stilstaande onderwerpen.
In andere standen dan i, j en ( kunnen de volgende AF-veldstanden worden geselecteerd in livebeeld: Optie Beschrijving Gebruik voor portretten. De camera detecteert en stelt automatisch scherp; het geselecteerde onderwerp wordt aangeduid door een dubbele gele rand (bij het Gezichtdetecteren van meerdere 6 prioriteit AF gezichten stelt de camera scherp op het dichtstbijzijnde onderwerp; gebruik de multi-selector om een ander onderwerp te kiezen).
Optie AF met 9 meevolg. scherpst. Beschrijving Gebruik de multi-selector om het scherpstelpunt boven uw onderwerp te plaatsen en druk op J om het volgen te starten. Het scherpstelpunt volgt het geselecteerde onderwerp als deze door het beeld beweegt. Druk nogmaals op J om het volgen te beëindigen.
❚❚ De AF-veldstand kiezen Volg de onderstaande stappen om de AF-veldstand te kiezen. 1 Geef de opties voor AF-veldstand weer. Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige AF-veldstand in het informatiescherm en druk op J. P-knop Zoekerfotografie Livebeeld 2 Kies een AF-veldstand. Markeer een optie en druk op J. Zoekerfotografie Livebeeld A AF-veldstand AF-veldstandselecties gemaakt in andere opnamestanden dan P, S, A of M worden teruggezet wanneer een andere opnamestand is geselecteerd.
D Autofocus gebruiken in livebeeld De gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen met teleconverters (0 252). Merk op dat in livebeeld autofocus trager is en de monitor helderder of donkerder kan worden terwijl de camera scherpstelt. Het scherpstelpunt wordt soms groen weergegeven wanneer de camera niet in staat is om scherp te stellen.
Scherpstelvergrendeling Scherpstelvergrendeling kan worden gebruikt om de compositie te wijzigen na scherpstellen in de scherpstelstanden AF-A, AF-S en AF-C (0 69), zodat het mogelijk is om een onderwerp scherp te stellen dat zich niet in een scherpstelpunt zal bevinden in de uiteindelijke compositie.
2 Vergrendel de scherpstelling. Scherpstelstanden AF-A en AF-C (zoekerfotografie): Druk, met de ontspanknop half ingedrukt (q), op de A (L)-knop (w) om de scherpstelling te vergrendelen. Scherpstelling blijft vergrendeld terwijl de A (L)-knop wordt ingedrukt, zelfs als u later uw vinger van de ontspanknop haalt. Ontspanknop A (L)-knop AF-S (zoekerfotografie) en livebeeld: Scherpstelling vergrendelt automatisch en blijft vergrendeld totdat u uw vinger van de ontspanknop haalt.
Handmatige scherpstelling Handmatige scherpstelling kan worden gebruikt wanneer autofocus niet beschikbaar is of niet de gewenste resultaten produceert (0 72). 1 Selecteer handmatige scherpstelling. Als het objectief is voorzien van een schakelaar voor de A-M- of M/A-M-stand, schuif dan de schakelaar naar M. Schakelaar A-M-stand Schakelaar M/A-M-stand Als het objectief niet over een schakelaar voor de scherpstelstand beschikt, selecteer MF (handmatige scherpstelling) voor Scherpstelstand (0 69).
❚❚ De elektronische afstandsmeter (Zoekerfotografie) De zoekerbeeldscherpte-aanduiding kan worden gebruikt om te controleren of het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt scherp in beeld is (het scherpstelpunt kan worden geselecteerd uit een van de 11 scherpstelpunten). Druk, na het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt te hebben geplaatst, de ontspanknop half in en draai aan de scherpstelring van het objectief tot de scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven.
A Livebeeld Druk op de knop X om in te zoomen voor nauwkeurige scherpstelling in livebeeld (0 38).
Beeldkwaliteit en -formaat De beeldkwaliteit en het beeldformaat bepalen samen hoeveel ruimte elke foto in beslag neemt op de geheugenkaart. Grotere afbeeldingen met een hogere kwaliteit kunnen op groot formaat worden afgedrukt maar vereisen tevens meer geheugen, wat betekent dat er minder van dergelijke foto's op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen (0 323). Beeldkwaliteit Kies een bestandsformaat en compressieverhouding (beeldkwaliteit).
1 Geef de opties voor beeldkwaliteit weer. Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige beeldkwaliteit in het informatiescherm en druk op J. P-knop 2 Kies een bestandstype. Markeer een optie en druk op J. A NEF (RAW)-afbeeldingen Het selecteren van NEF (RAW) voor Beeldkwaliteit stelt Beeldformaat in op Groot (0 86). Datumstempel (0 202) is niet beschikbaar voor de beeldkwaliteitsinstellingen NEF (RAW) of NEF (RAW) + JPEG Fijn.
Beeldformaat Beeldformaat wordt gemeten in pixels. Kies uit # Groot, $ Middel of % Klein: Beeldformaat Formaat (pixels) Afdrukformaat (cm) * # Groot 6.000 × 4.000 50,8 × 33,9 $ Middel 4.496 × 3.000 38,1 × 25,4 % Klein 2.992 × 2.000 25,3 × 16,9 * Geschat formaat bij een afdruk van 300 dpi. Het afdrukformaat in inches is gelijk aan het beeldformaat in pixels gedeeld door de printerresolutie in dots per inch (dpi; 1 inch=circa 2,54 cm). 1 Geef de opties voor beeldformaat weer.
De ingebouwde flitser gebruiken De camera biedt ondersteuning voor verschillende flitsstanden voor het fotograferen van slecht verlichte of met tegenlicht verlichte onderwerpen. Automatische pop-up-standen In de standen i, k, p, n, o, S, T, U en ' klapt de ingebouwde flitser automatisch op en flitst indien nodig. 1 Kies een flitsstand. Houd de M (Y)-knop ingedrukt en draai aan de instelschijf tot de gewenste flitsstand in het informatiescherm verschijnt.
❚❚ Flitsstanden De volgende flitsstanden zijn beschikbaar: • No (automatisch): bij weinig licht of tegenlicht klapt de flitser automatisch op wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en flitst indien nodig. Niet beschikbaar in o-stand. • Njo (automatisch + rode-ogenreductie): gebruik voor portretten. De flitser klapt op en flitst indien nodig, maar voordat deze flitst gaat het lampje van de rode-ogenreductie branden om het effect van “rode ogen” te verminderen. Niet beschikbaar in o-stand.
Handmatige pop-up-standen In de standen P, S, A en M moet de flitser handmatig worden opgeklapt. De flitser flitst niet als deze niet is opgeklapt. 1 Klap de flitser op. Druk op de M (Y)-knop om de flitser op te klappen. M (Y)-knop 2 Kies een flitsstand. Houd de M (Y)-knop ingedrukt en draai aan de instelschijf tot de gewenste flitsstand in het informatiescherm verschijnt. + M (Y)-knop Instelschijf Informatiescherm 3 Maak foto’s. De flitser flitst wanneer u een foto maakt.
❚❚ Flitsstanden De volgende flitsstanden zijn beschikbaar: • N (invulflits): de flitser flitst bij elke opname. • Nj (rode-ogenreductie): gebruik voor portretten. De flitser flitst bij elke opname, maar voordat deze flitst gaat het lampje van de rode-ogenreductie branden om het effect van “rode ogen” te verminderen.
A De ingebouwde flitser neerklappen Druk de flitser voorzichtig naar beneden totdat de vergrendeling op zijn plaats klikt om energie te besparen wanneer de flitser niet in gebruik is. A De ingebouwde flitser Zie pagina 258 voor informatie over de objectieven die met de ingebouwde flitser kunnen worden gebruikt. Verwijder zonnekappen om schaduwen te voorkomen. De flitser heeft een minimumbereik van 0,6 m en kan niet worden gebruikt in het macrobereik van zoomobjectieven met een macrofunctie.
A Diafragma, gevoeligheid en flitsbereik Het flitsbereik varieert afhankelijk van de gevoeligheid (ISO-equivalent) en het diafragma. 100 1.4 2 2.8 4 5.6 8 11 Diafragma bij ISO-equivalent van 200 400 800 1600 3200 6400 2 2.8 4 5.6 8 11 2.8 4 5.6 8 11 — 4 5.6 8 11 — — 5.
ISO-gevoeligheid De gevoeligheid van de camera voor licht kan worden aangepast aan de hoeveelheid licht dat beschikbaar is. Hoe hoger de ISOgevoeligheid, hoe minder licht nodig is om een opname te maken, waardoor snellere sluitertijden of kleinere diafragma’s kunnen worden gebruikt.
2 Kies een ISO-gevoeligheid. Markeer een optie en druk op J.
Fotograferen met de afstandsbediening Een optionele afstandsbediening ML-L3 gebruiken De optionele afstandsbediening ML-L3 (0 269) kan worden gebruikt om cameratrilling te verminderen of voor zelfportretten. Bevestig, voordat u verdergaat, de camera op een statief of plaats deze op een stabiele, vlakke ondergrond. 1 Druk op de I (E/#)-knop. I (E/#)-knop 2 Selecteer een afstandsbedieningsstand. Markeer " (Vertraagd op afstand (ML-L3)) of # (Direct op afstand (ML-L3)) en druk op J.
3 Kadreer de foto. Controleer de scherpstelling door de ontspanknop half in te drukken. 4 Maak de foto. Richt, op een afstand van 5 m of minder, de zender op de ML-L3 op één van de infraroodontvangers op de camera (0 2) en druk op de ontspanknop van de ML-L3. In de stand vertraagd op afstand brandt het zelfontspannerlampje circa twee seconden voordat de sluiter wordt ontspannen. In direct ontspannen op afstand knippert het zelfontspannerlampje nadat de sluiter is ontspannen.
A De camera-ontspanknop Als een ontspanstand voor de ML-L3-afstandsbediening is geselecteerd en de sluiter wordt ontspannen door het indrukken van de cameraontspanknop, dan zal de camera werken in enkelbeeld-ontspanstand. A De afstandsbedieningsstand afsluiten De afstandsbedieningstand wordt automatisch geannuleerd als er niet wordt gefotografeerd vóór de tijd die is geselecteerd voor de optie Wachttijd afst.bed. (ML-L3) in het setup-menu (0 208).
Standen P, S, A en M Sluitertijd en diafragma De standen P, S, A en M bieden verschillende regelniveaus voor sluitertijd en diafragma: Stand P Automatisch programma (0 99) S Sluitertijdvoorkeuze (0 101) A Diafragmavoorkeuze (0 103) M Handmatig (0 105) 98 Standen P, S, A en M Beschrijving Aanbevolen voor snapshots en in andere situaties met weinig tijd voor het aanpassen van de camera-instellingen. Camera stelt sluitertijd en diafragma in voor optimale belichting.
Stand P (Automatisch programma) Deze stand wordt aanbevolen Standknop voor snapshots of wanneer u de camera sluitertijd en diafragma wilt laten regelen. De camera past automatisch sluitertijd en diafragma aan voor optimale belichting in de meeste situaties. Draai de standknop naar P om te fotograferen in de stand automatisch programma.
A Flexibel programma In stand P kunnen verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma worden geselecteerd door aan de instelschijf te draaien (“flexibel programma”). Draai de schijf naar rechts voor grote diafragma’s (lage f-waarden) en korte sluitertijden, naar links voor kleine diafragma’s (hoge f-waarden) en lange sluitertijden. Alle combinaties leveren dezelfde belichting op. Draai naar rechts om achtergronddetails onscherp te maken of bewegingen te bevriezen.
Stand S (Sluitertijdvoorkeuze) In deze stand kunt u zelf de sluitertijd regelen: kies korte sluitertijden om bewegingen te “bevriezen”, lange sluitertijden om bewegingen te suggereren door bewegende voorwerpen onscherp te maken. De camera past automatisch diafragma aan voor een optimale belichting. Korte sluitertijden (bijv. 1/1.600 sec.) bevriezen bewegingen. Lange sluitertijden (bijv. 1 sec.) maken bewegingen onscherp. Kies als volgt een sluitertijd: 1 Draai de standknop naar S.
2 Kies een sluitertijd. Draai aan de instelschijf om de gewenste sluitertijd te kiezen: draai naar rechts voor kortere sluitertijden, naar links voor langere sluitertijden.
Stand A (Diafragmavoorkeuze) In deze stand kunt u het diafragma aanpassen om de scherptediepte te regelen (de afstand voor of achter het hoofdonderwerp dat scherp in beeld lijkt te worden gebracht). De camera past automatisch de sluitertijd aan voor een optimale belichting. Grote diafragma’s (lage f-waarden, bijv. f/5.6) maken details voor en achter het hoofdonderwerp onscherp. Kleine diafragma’s (hoge f-waarden, bijv. f/22) brengen de voorgrond en achtergrond scherp in beeld.
2 Kies een diafragma. Draai de instelschijf naar links voor grotere diafragma’s (lage f-waarden), naar rechts voor kleinere diafragma’s (hogere f-waarden).
Stand M (Handmatig) In de handmatige stand regelt u zowel sluitertijd als diafragma. Sluitertijden “Bulb” en “Tijd” zijn beschikbaar voor lange tijdopnamen van bewegend licht, de sterren, nachtlandschappen of vuurwerk (0 107). 1 Draai de standknop naar M.
2 Kies diafragma en sluitertijd. Controleer de belichtingsaanduiding (zie onder) en pas sluitertijd en diafragma aan. Sluitertijd wordt geselecteerd door aan de instelschijf te draaien (naar rechts voor kortere sluitertijden, naar links voor langere sluitertijden). Om het diafragma aan te passen, houd de E (N)-knop ingedrukt terwijl u aan de instelschijf draait (naar links voor grotere diafragma’s/ lagere f-waarden en naar rechts voor kleinere diafragma’s/ hogere f-waarden).
Lange tijdopnamen (Alleen stand M) Selecteer de volgende sluitertijden voor lange tijdopnamen van bewegend licht, de sterren, nachtlandschappen of vuurwerk. • Bulb (A): De sluiter blijft open terwijl de ontspanknop volledig wordt Lengte van belichting: ingedrukt. Gebruik een statief om 35 sec. onscherpte te voorkomen. Diafragma: f/25 • Tijd (&): Start de belichting met behulp van de ontspanknop op de camera of op een optionele afstandsbediening.
❚❚ Bulb 1 Draai de standknop naar M. Standknop 2 Kies de sluitertijd. Draai aan de instelschijf om sluitertijd Bulb te kiezen (A). Instelschijf 3 Maak de foto. Druk, na het scherpstellen, op de ontspanknop op de camera volledig in. Haal uw vinger van de ontspanknop zodra de opname is voltooid.
❚❚ Tijd 1 Draai de standknop naar M. Standknop 2 Kies de sluitertijd. Draai de instelschijf naar links om sluitertijd “Tijd” te kiezen (&). Instelschijf 3 Open de sluiter. Druk, na het scherpstellen, de ontspanknop op de camera of optionele afstandsbediening volledig in. 4 Sluit de sluiter. Herhaal de bewerking uitgevoerd in Stap 3.
A ML-L3-afstandsbedieningen Als u een afstandsbediening ML-L3 gaat gebruiken, selecteer één van de volgende afstandsbedieningsstanden zoals beschreven op pagina 95: " (Vertraagd op afstand (ML-L3)) of # (Direct op afstand (ML-L3)). Merk op dat foto’s worden gemaakt in de stand “Tijd”, zelfs wanneer “Bulb”/ A is geselecteerd voor sluitertijd. De opname start wanneer de ontspanknop op de afstandsbediening wordt ingedrukt en eindigt na 30 minuten of wanneer de knop opnieuw wordt ingedrukt.
Belichting Lichtmeting Kies hoe de camera de belichting instelt. Methode L Matrixmeting M Centrumgerichte meting N Spotmeting Beschrijving Produceert natuurlijke resultaten in de meeste situaties. De camera meet een breed gebied van het beeld en stelt de belichting in overeenkomstig de verdeling van toonwaarden, kleur, compositie en afstand. Klassieke meter voor portretten. Camera meet gehele beeld maar kent grootste nadruk toe aan middengebied.
1 Geef opties voor lichtmeting weer. Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige lichtmeetmethode in het informatiescherm en druk op J. P-knop 2 Kies een lichtmeetmethode. Markeer een optie en druk op J. A Spotmeting Als e (Automatisch veld-AF) is geselecteerd voor AF-veldstand tijdens zoekerfotografie (0 74), dan meet de camera het middelste scherpstelpunt.
Vergrendeling automatische belichting Gebruik vergrendeling automatische belichting om de compositie van foto’s te wijzigen na het gebruik van M (Centrumgerichte meting) en N (Spotmeting) om de belichting te meten; merk op dat vergrendeling automatische belichting niet beschikbaar is in de stand i of j. 1 Vergrendel de belichting. Ontspanknop Plaats het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in.
2 Pas de compositie van de foto aan. Houd de A (L)-knop ingedrukt, pas de compositie van de foto aan en maak de foto.
Belichtingscorrectie Belichtingscorrectie wordt gebruikt om de belichting aan te passen van de waarde die door de camera wordt aangeraden, zodat foto’s lichter of donkerder worden (0 297). In het algemeen maken positieve waarden het hoofdonderwerp lichter terwijl negatieve waarden het hoofdonderwerp donkerder maken. Dit geeft het meeste effect wanneer gebruikt met M (Centrumgerichte meting) of N (Spotmeting) (0 111).
Om een waarde voor belichtingscorrectie te kiezen, houd de E (N)-knop ingedrukt en draai aan de instelschijf totdat de gewenste waarde in de zoeker of het informatiescherm is geselecteerd. + E (N)-knop Instelschijf –0,3 LW Informatiescherm +2 LW Normale belichting kan worden hersteld door de belichtingscorrectie op ±0 in te stellen. In de standen P, S, A en M wordt belichtingscorrectie niet teruggezet wanneer de camera wordt ingeschakeld.
Flitscorrectie Flitscorrectie wordt gebruikt om de flitssterkte aan te passen van het niveau dat wordt aangeraden door de camera, waardoor de helderheid van het hoofdonderwerp ten opzichte van de achtergrond verandert. De flitssterkte kan worden verhoogd om het hoofdonderwerp lichter te laten lijken, of worden verlaagd om ongewenste hoge lichten of weerkaatsingen te voorkomen (0 299).
A Het informatiescherm Opties voor flitscorrectie zijn eveneens toegankelijk vanuit het informatiescherm (0 11). A Optionele flitsers Flitscorrectie is eveneens beschikbaar voor optionele flitsers die het Nikon Creatief Verlichtingssysteem (CVS; zie pagina 262) ondersteunen. De geselecteerde flitscorrectie voor de optionele flitser wordt toegevoegd aan de flitscorrectie die is geselecteerd voor de camera.
Details behouden in hoge lichten en schaduwen Actieve D-Lighting Met Actieve D-Lighting blijven details in hoge lichten en schaduwen behouden, waardoor foto’s met een natuurlijk contrast worden gecreëerd. Gebruik voor onderwerpen met een hoog contrast, bijvoorbeeld wanneer u vanuit een deur of raam een fel verlicht buitentafereel fotografeert, of wanneer u op een zonnige dag foto’s maakt van onderwerpen in de schaduw.
2 Kies een optie. Markeer Aan of Uit en druk op J. D Actieve D-Lighting Bij sommige onderwerpen kunt u mogelijk onregelmatige schaduwen rond heldere objecten waarnemen of kransen rond donkere voorwerpen. Actieve D-Lighting is niet beschikbaar voor films.
Witbalans Witbalans zorgt ervoor dat kleuren niet worden beïnvloed door de kleur van de lichtbron. Voor de meeste lichtbronnen wordt automatische witbalans aanbevolen; afhankelijk van het type bron kunnen, indien nodig, andere waarden worden geselecteerd: Optie v Automatisch J Gloeilamplicht I Tl-licht H Direct zonlicht N Flitslicht G Bewolkt M Schaduw Handmatige L voorinstelling Beschrijving Automatische aanpassing witbalans. Aanbevolen voor de meeste situaties. Gebruik bij gloeilampverlichting.
1 Geef witbalansopties weer. Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige witbalansinstelling in het informatiescherm en druk op J. P-knop 2 Kies een optie voor witbalans. Markeer een optie en druk op J.
A Het opnamemenu Witbalans kan worden geselecteerd met behulp van de optie Witbalans in het opnamemenu (0 190), welke bovendien kan worden gebruikt voor het verder verfijnen van de witbalans (0 124) of het meten van een waarde voor witbalansvoorinstelling (0 126). De optie I Tl-licht in het menu Witbalans kan worden gebruikt om de lichtbron uit de rechts getoonde bulbtypes te selecteren. A Kleurtemperatuur De waargenomen kleur van een lichtbron varieert per beeldweergavescherm en andere omstandigheden.
Fijnafstelling witbalans De instelling van witbalans kan verder worden verfijnd om variaties in de kleur van de lichtbron te corrigeren of om een foto opzettelijk een kleurzweem te geven. Witbalans wordt verder verfijnd met behulp van de optie Witbalans in het opnamemenu. 1 Geef de opties voor fijnafstelling weer. Markeer een witbalansoptie en druk op 2 (als Tl-licht is geselecteerd, markeer het gewenste lichttype en druk op 2; merk op dat fijnafstelling niet beschikbaar is voor Handmatige voorinstelling).
A Fijnafstelling witbalans De kleuren op de assen voor fijnafstelling zijn relatief, niet absoluut. Als de cursor bijvoorbeeld naar B (blauw) wordt verplaatst wanneer een “warme” instelling zoals J (gloeilamplicht) is geselecteerd, zullen de foto’s iets “kouder” maar niet blauw worden. A “Mired” Elke wijziging in kleurtemperatuur produceert een groter verschil in kleur bij lage kleurtemperaturen dan bij hogere kleurtemperaturen. Een wijziging van bijvoorbeeld 1.
Handmatige voorinstelling U kunt handmatige voorinstelling gebruiken om aangepaste witbalansinstellingen op te slaan en om opnamen bij verschillende soorten licht of om lichtbronnen met een duidelijke kleurzweem te corrigeren. Er zijn twee methoden beschikbaar voor het instellen van de witbalansvoorinstelling: Methode Beschrijving Een neutraal grijs of wit voorwerp wordt geplaatst in het licht Meten dat voor de uiteindelijke foto zal worden gebruikt en de witbalans wordt door de camera gemeten (zie onder).
4 Selecteer Ja. Het rechts getoonde menu wordt weergegeven; markeer Ja en druk op J. De camera gaat naar de stand voor vooringestelde meting. Wanneer de camera klaar is om de witbalans te meten, verschijnt een knipperende D (L) in de zoeker en het informatiescherm. 5 Meet witbalans. Voordat de aanduidingen stoppen met knipperen, kadreer het referentievoorwerp zodat de zoeker wordt gevuld en druk de ontspanknop volledig in.
6 Controleer de resultaten. Als de camera een waarde voor witbalans kon meten, wordt het rechts getoonde bericht weergegeven en knippert a in de zoeker, en de camera keert terug naar de opnamestand. Druk de ontspanknop half in om onmiddellijk naar de opnamestand terug te keren. Als het te donker of te licht is, is de camera mogelijk niet in staat de witbalans te meten. Er verschijnt een bericht in het informatiescherm en een knipperende b a verschijnt in de zoeker.
D Voorinstelling witbalans meten Als er geen handelingen worden uitgevoerd terwijl de weergaven knipperen, wordt de stand direct meten beëindigd op het tijdstip dat is geselecteerd voor de optie Timers automatisch uit in het setup-menu (0 207). D Voorinstelling witbalans De camera kan slechts één waarde tegelijk voor witbalansvoorinstelling opslaan; de bestaande waarde wordt vervangen wanneer een nieuwe waarde wordt gemeten.
❚❚ Witbalans van een foto kopiëren Volg de onderstaande stappen om een waarde voor witbalans van een foto naar de geheugenkaart te kopiëren. 1 Selecteer Handmatige voorinstelling. Markeer Witbalans in het opnamemenu en druk op 2 om witbalansopties weer te geven. Markeer Handmatige voorinstelling en druk op 2. 2 Selecteer Gebruik foto. Markeer Gebruik foto en druk op 2. 3 Kies Foto selecteren.
5 Markeer de bronafbeelding. Houd de knop X ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm weer te geven. 6 Kopieer witbalans. Druk op J om de witbalansvoorinstelling in te stellen op de witbalanswaarde van de gemarkeerde foto.
Picture Controls Picture Controls zijn vooraf ingestelde combinaties van beeldverwerkingsinstellingen, bestaande uit verscherping, lokaal contrast, helderheid, verzadiging en tint. U kunt een Picture Control selecteren die past bij de scène, of kies instellingen die passen bij uw creatieve wensen. Een Picture Control selecteren Kies een Picture Control die past bij het onderwerp of type scène.
1 Geef opties voor Picture Control weer. Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige Picture Control en druk op J. P-knop 2 Selecteer een Picture Control. Markeer een Picture Control en druk op J.
Picture Controls aanpassen Picture Controls kunnen worden aangepast aan het onderwerp of aan de creatieve wensen van de gebruiker. Kies een evenwichtige combinatie van instellingen met behulp van Snel aanpassen of maak handmatige aanpassingen aan individuele instellingen. 1 Selecteer een Picture Control. Markeer Picture Control instellen in het opnamemenu en druk op 2. Markeer de gewenste Picture Control en druk op 2. 2 Pas de instellingen aan.
❚❚ Instellingen Picture Control Optie Snel aanpassen Verscherping Handmatige aanpassingen (alle Picture Controls) Lokaal contrast Contrast Helderheid Beschrijving Verlaag of verhoog het effect van de geselecteerde Picture Control (merk op dat hierdoor alle handmatige aanpassingen worden teruggezet). Niet beschikbaar voor Picture Controls Neutraal, Monochroom of Gelijkmatig. Bepaal de scherpte van omtreklijnen. Selecteer A om de verscherping automatisch aan te passen aan het type scène.
D “A” (Automatisch) De resultaten voor automatische verscherping, lokaal contrast, contrast en verzadiging variëren afhankelijk van de belichting en de positie van het onderwerp ten opzichte van het beeld. A Schakelen tussen Handmatig en Automatisch Druk op de X-knop om heen en weer te schakelen tussen de instellingen handmatig en automatisch (A) voor verscherping, lokaal contrast, contrast en verzadiging.
A Filtereffecten (Alleen Monochroom) De opties in dit menu bootsen het effect van kleurfilters op monochrome foto’s na. De volgende filtereffecten zijn beschikbaar: Optie Y Geel O Oranje R Rood G Groen Beschrijving Geeft meer contrast. Kan worden gebruikt om de helderheid van de lucht in landschapsfoto’s te verzachten. Oranje produceert meer contrast dan geel, rood meer contrast dan oranje. Verzacht huidtinten. Kan worden gebruikt voor portretten.
Films opnemen en bekijken Films opnemen Films kunnen worden opgenomen in de livebeeldstand. 1 Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de monitor worden weergegeven. D Het 0-pictogram Een 0-pictogram (0 10) duidt aan dat er geen films kunnen worden opgenomen. A Voordat u gaat opnemen Stel eerst het diafragma in alvorens opnamen te maken in stand A of M (0 103, 105). 2 Stel scherp. Kadreer de beginopname en stel scherp.
3 Start het opnemen. Druk op de filmopnameknop om het opnemen te starten. Een opnameaanduiding en de beschikbare tijd worden in de monitor weergegeven. Geluid wordt opgenomen via de ingebouwde Filmopnameknop microfoon (0 2); let op dat de microfoon niet wordt afgedekt tijdens Opnameaanduiding de opname.
A Maximale lengte De maximale lengte voor individuele filmbestanden bedraagt 4 GB (voor maximale opnametijden, zie pagina 141); merk op dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van de geheugenkaart de opname mogelijk eindigt voordat deze lengte is bereikt (0 269).
Filminstellingen De camera beschikt over de volgende filmopties. • Beeldformaat/beeldsnelheid en Filmkwaliteit: De maximale lengte varieert afhankelijk van de geselecteerde opties.
• Onderdrukking windruis: Selecteer Aan om het laagdoorlaatfilter voor de ingebouwde microfoon in te schakelen, zodat ruis geproduceerd door wind die over de microfoon waait, wordt verlaagd (merk op dat ook andere geluiden kunnen worden beïnvloed). • Handmatige filminstellingen: Kies Aan om handmatige aanpassingen aan sluitertijd en ISO-gevoeligheid toe te staan wanneer de camera zich in de stand M bevindt. Sluitertijd kan worden ingesteld op waarden met een snelheid van 1/4.000 sec.
A Het livebeeldscherm De filmuitsnede kan worden bekeken tijdens livebeeld door op de R-knop te drukken om weergave van “toon filmaanduidingen”, “verberg aanduidingen” of “raster” te selecteren (0 8).
Films bekijken Films worden aangeduid door het pictogram 1 in schermvullende weergave (0 152). Druk op J om het afspelen te starten; uw huidige positie wordt aangeduid door de filmvoortgangsbalk. 1-pictogram Lengte Huidige positie/totale lengte Filmvoortgangsbalk Gids Volume De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd: Knop Functie Pauzeren Afspelen Vooruit/achteruit Slow-motion afspelen starten 144 Films opnemen en bekijken Beschrijving Onderbreek het afspelen.
Knop Functie Draai aan de instelschijf om 10 sec. voor- of achteruit te gaan. Sla 10 sec. over Volume aanpassen Terug naar schermvullende weergave Beschrijving X/W (Q) K/ Druk op X om het volume te verhogen en op W (Q) om het te verlagen. Druk op K of 1 om naar schermvullende weergave terug te keren.
Films bewerken Snijd filmopnamen bij om bewerkte filmkopieën te maken of sla de geselecteerde beelden als JPEG-foto’s op. Optie f Kies begin-/eindpunt g Bewaar geselecteerd beeld Beschrijving Maak een kopie waarvan de ongewenste filmopnamen zijn verwijderd. Sla een geselecteerd beeld als een JPEG-foto op. Films bijsnijden Maak als volgt bijgesneden kopieën van films: 1 Geef een film schermvullend weer. 2 Pauzeer de film op het nieuwe beginbeeld.
3 Selecteer Kies begin-/eindpunt. Druk op de P-knop, markeer vervolgens Kies begin-/eindpunt en druk op 2. P-knop 4 Selecteer Beginpunt. Om een kopie te creëren die begint vanaf het huidige beeld, markeer Beginpunt en druk op J. De beelden voor het huidige beeld worden verwijderd zodra u de kopie opslaat in Stap 9.
5 Bevestig het nieuwe beginpunt. Als het gewenste beeld momenteel niet wordt weergegeven, druk op 4 of 2 om vooruit of achteruit te gaan (draai aan de instelschijf om 10 sec. naar voren of achteren te springen). 6 Kies eindpunt. Druk op A (L) -knop om van het beginpunt (w) naar het eindpunt (x) selectiegereedschap over te schakelen en selecteer vervolgens het eindbeeld zoals beschreven in Stap 5. De beelden na het geselecteerde beeld worden verwijderd zodra u de kopie opslaat in Stap 9.
9 Sla de kopie op. Markeer Opslaan als nieuw bestand en druk op J om de kopie als een nieuw bestand op te slaan. Om het originele filmbestand te vervangen voor de bewerkte kopie, markeer Bestaand bestand vervangen en druk op J. D Films bijsnijden Films moeten ten minste twee seconden lang zijn. De kopie zal niet worden opgeslagen als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart. Kopieën hebben dezelfde aanmaaktijd en -datum als het origineel.
Geselecteerde beelden opslaan Ga als volgt te werk om een geselecteerd beeld als een JPEG-foto op te slaan: 1 Pauzeer de film bij het gewenste beeld. Speel de film af zoals beschreven op pagina 144, druk op J om het afspelen te starten of hervatten en op 3 om te pauzeren. Pauzeer de film bij het beeld dat u wenst te kopiëren. 2 Kies Bewaar geselecteerd beeld. Druk op de P-knop, markeer vervolgens Bewaar geselecteerd beeld en druk op 2.
3 Maak een foto. Druk op 1 om een foto van het huidige beeld te maken. 4 Sla de kopie op. Markeer Ja en druk op J om een fijnekwaliteit (0 84) JPEG-kopie van het geselecteerde beeld te maken. A Bewaar geselecteerd beeld JPEG-filmbeelden aangemaakt met de optie Bewaar geselecteerd beeld kunnen niet worden geretoucheerd. Bij JPEG-filmbeelden ontbreekt het aan sommige categorieën foto-informatie (0 156).
Weergave en verwijderen Schermvullende weergave Druk op de K-knop om foto’s af te spelen. De laatst gemaakte foto wordt in de monitor weergegeven. K-knop Knop Functie Meer foto’s bekijken Meer fotoinformatie bekijken Naar opnamestand terugkeren Beschrijving Druk op 2 om foto’s te bekijken in de volgorde waarin ze zijn gemaakt, of op 4 om foto’s in omgekeerde volgorde te bekijken. Wijzig weergegeven foto-informatie (0 156).
Miniatuurweergave Druk op de W (Q)-knop om “overzichten” van 4, 9 of 72 beelden weer te geven. W (Q) W (Q) X X Schermvullende weergave Knop Miniatuurweergave Functie Kalenderweergave Beschrijving Beelden markeren Gebruik de multi-selector of instelschijf om foto’s te markeren. Gemarkeerde beelden bekijken Druk op J om de gemarkeerde foto in volledig scherm weer te geven. Naar opnamestand terugkeren K/ Druk op de K-knop of druk de ontspanknop half in om naar de opnamestand terug te keren.
Kalenderweergave Druk op de W (Q)-knop wanneer er 72 foto’s worden weergegeven om foto’s te bekijken die op een geselecteerde datum zijn gemaakt.
De P-knop Het indrukken van de P-knop in schermvullende, miniatuur- of kalenderweergave geeft de hieronder vermelde opties weer. Markeer items en druk op 2 om opties te bekijken. • Score: Geef de huidige foto een score (0 169). P-knop • Retoucheren (alleen foto’s): Gebruik de opties in het retoucheermenu (0 227) om een geretoucheerde kopie van de huidige foto te creëren. • Film bewerken (alleen films): Bewerk films met behulp van de opties in het menu film bewerken (0 146).
Foto-informatie Foto-informatie wordt bovenop het beeld weergegeven in schermvullende weergave. Druk op 1 of 3 om door de fotoinformatie te bladeren, zoals hieronder aangeduid. Merk op dat “alleen beeld”, opnamegegevens, RGB-histogrammen, hoge lichten en overzichtsgegevens alleen worden weergegeven als de overeenkomstige optie is geselecteerd voor Weergaveopties (0 187). Locatiegegevens worden alleen weergegeven als deze zijn toegevoegd aan de foto (0 221).
❚❚ Bestandsinformatie 1 Beveiligingsstatus........................... 168 6 Beeldkwaliteit.....................................84 2 Retouche-aanduiding.................... 228 7 Beeldformaat ......................................86 3 Uploadmarkering................... 155, 189 8 Opnametijd ................................25, 205 4 Beeldnummer/totaal aantal beelden 9 Opnamedatum..........................25, 205 5 Bestandsnaam ................................. 221 10 Mapnaam..........................
❚❚ RGB-histogram 1 Histogram (RGB-kanaal). In alle histogrammen staat de horizontale as voor de helderheid van de pixels en de verticale as voor het aantal pixels. 2 Histogram (rood kanaal) 3 Histogram (groen kanaal) 4 Histogram (blauw kanaal) 5 Witbalans.......................................... 121 Fijnafstelling witbalans ................. 124 Handmatige voorinstelling .......... 126 A Zoomweergave Druk op X om op de foto in te zoomen wanneer het histogram wordt weergegeven.
A Histogrammen Camerahistogrammen dienen alleen als richtlijn en kunnen afwijken van de histogrammen in beeldbewerkingsprogramma’s. Hieronder worden enkele voorbeeldhistogrammen getoond: Als het beeld voorwerpen bevat met een breed scala aan helderheden, zal de verdeling van de toonwaarden relatief gelijkmatig zijn. Als het beeld donker is, wordt de verdeling van de toonwaarden naar links verschoven. Als het beeld helder is, wordt de verdeling van de toonwaarden naar rechts verschoven.
❚❚ Opnamegegevens 1 Lichtmeting...................................... 111 7 Flitsertype................................ 197, 262 Sluitertijd ............................................ 98 Diafragma ........................................... 98 8 Flitsstand ......................................88, 90 2 Opnamestand ................ 32, 48, 51, 98 9 Flitserregeling.................................. 197 ISO-gevoeligheid 1 ............................ 93 Commanderstand 2 Flitscorrectie ..............
11 Witbalans.......................................... 121 12 Kleurruimte ...................................... 194 Fijnafstelling witbalans ................. 124 13 Picture Control * .............................. 132 Handmatige voorinstelling .......... 126 * Weergegeven items variëren per geselecteerde Picture Control. 14 Vibratiereductie .............................. 195 17 Retouche-geschiedenis................. 227 15 Actieve D-Lighting *........................ 119 18 Beeldcommentaar..............
19 Naam van de fotograaf *................ 212 20 Copyrighthouder * .......................... 212 * Wordt alleen weergegeven als de copyrightinformatie samen met de foto werd vastgelegd met behulp van de optie Copyrightinformatie in het setup-menu.
❚❚ Overzichtsgegevens 1 Beeldnummer/totaal aantal beelden 16 Lichtmeting...................................... 111 2 Uploadmarkering................... 155, 189 17 Opnamestand.................32, 48, 51, 98 3 Beveiligingsstatus........................... 168 18 Sluitertijd .............................................98 4 Retouche-aanduiding.................... 228 19 Diafragma............................................98 5 Cameranaam 20 ISO-gevoeligheid 1 .............................
❚❚ Locatiegegevens De breedte, lengte en andere locatiegegevens worden geleverd door en variëren met het smartapparaat (0 221). In het geval van films worden de locatiegegevens aan het begin van de opname vermeld.
Foto’s van dichtbij bekijken: zoomweergave Druk op de X-knop om in te zoomen op het beeld dat beeldvullend wordt weergegeven of het huidige beeld dat momenteel is gemarkeerd in miniatuur- of kalenderweergave. De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd terwijl zoom in werking is: Knop Functie Beschrijving Druk op X om in te zoomen op het maximum van circa 38× (grote afbeeldingen), 28× (middelgrote afbeeldingen) of 19× (kleine afbeeldingen). Druk X/ In- of uitzoomen W (Q) op W (Q) om uit te zoomen.
Knop Functie Andere beelden bekijken Annuleer zoom en keer terug naar schermvullende weergave. Zoom annuleren Beveiligingsstatus wijzigen Beschrijving Draai aan de instelschijf om hetzelfde gedeelte in andere foto’s bij de huidige zoomfactor te bekijken. Zoomweergave wordt geannuleerd wanneer een film wordt weergegeven. A (L) Zie pagina 168 voor meer informatie.
❚❚ Inzoomen op gezichten Druk, om in te zoomen op een gezicht dat is gedetecteerd door de camera, op de P-knop in de zoomweergave en markeer vervolgens Inzoomen op gezichten en druk op J. P-knop Het huidige onderwerp wordt aangeduid door een wit kader in het navigatievenster. Druk op X of W (Q) om in of uit te zoomen, of gebruik de multi-selector om andere gezichten te bekijken.
Foto’s tegen wissen beveiligen Druk op de A (L)-knop om de huidige foto te beveiligen tegen per ongeluk wissen. Beveiligde bestanden zijn gemarkeerd met een P-pictogram en kunnen niet worden gewist met behulp van de O-knop of de optie Wissen in het weergavemenu. Merk op dat beveiligde beelden worden gewist zodra de geheugenkaart is geformatteerd (0 201). Geef, om de beveiliging van een foto op te heffen zodat deze kan worden gewist, de foto weer of markeer deze en druk op de A (L)-knop.
Foto’s van een score voorzien Voorzie foto’s van een score of markeer ze als kandidaten voor later wissen. Scores kunnen ook worden bekeken in ViewNX-i en Capture NX-D. Score is niet beschikbaar voor beveiligde beelden. Individuele foto’s van een score voorzien 1 Selecteer een beeld. Toon of markeer het beeld. 2 Geef weergaveopties weer. Druk op de P-knop om de weergaveopties weer te geven. P-knop 3 Selecteer Score. Markeer Score en druk op 2. 4 Kies een score.
Meerdere foto’s van een score voorzien Gebruik de optie Score in het weergavemenu om meerdere foto’s van een score te voorzien. 1 Selecteer Score. Markeer Score in het weergavemenu en druk op 2. 2 Voorzie foto’s van een score.
Foto’s wissen Druk op de O-knop om de huidige foto te wissen. Om meerdere geselecteerde foto's, alle foto’s gemaakt op een geselecteerde datum of alle foto’s in de huidige weergavemap te wissen, gebruik de optie Wissen in het weergavemenu. Eenmaal gewiste foto’s kunnen niet worden hersteld. Merk op dat beveiligde foto’s niet kunnen worden gewist. Tijdens weergave Druk op de O-knop om de huidige foto te wissen. 1 Druk op de O-knop. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven.
Het weergavemenu De optie Wissen in het weergavemenu bevat de volgende opties. Merk op dat afhankelijk van het aantal foto’s, het enige tijd kan duren voordat de foto’s zijn gewist. Optie Q Selectie Datum n selecteren R Alle Beschrijving Wis geselecteerde foto’s. Wis alle foto’s die op een geselecteerde datum zijn gemaakt (0 173). Wis alle foto’s in de map die momenteel is geselecteerd voor weergave (0 187). ❚❚ Selectie: geselecteerde foto’s wissen 1 Selecteer de gemarkeerde foto.
❚❚ Datum selecteren: foto’s wissen die op een geselecteerde datum zijn gemaakt 1 Selecteer datums. Markeer een datum en druk op 2 om alle foto’s te selecteren, gemaakt op de gemarkeerde datum. Geselecteerde datums worden aangeduid door vinkjes. Herhaal naar wens om meer datums te selecteren; markeer een datum en druk op 2 om een datumselectie ongedaan te maken. 2 Druk op J om de bewerking te voltooien. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J.
Diashows De optie Diashow in het weergavemenu wordt gebruikt om een diashow van de foto’s in de huidige weergavemap weer te geven (0 187). 1 Selecteer Diashow. Markeer Diashow in het weergavemenu en druk op 2. 2 Start de diashow. Markeer Starten in het diashowmenu en druk op J. De volgende bewerkingen kunnen tijdens de diashow worden uitgevoerd: Knop Functie Vorige/volgende beeld Beschrijving Druk op 4 om naar het vorige beeld terug te keren, op 2 om naar het volgende beeld te gaan.
Het rechterdialoogvenster wordt weergegeven wanneer de diashow eindigt. Selecteer Herstarten om te herstarten of Afsluiten om terug te keren naar het weergavemenu.
Opties diashow Voordat een diashow wordt gestart, kunt u de opties in het diashowmenu gebruiken om de beelden te selecteren, weergegeven op type of score en kies hoe lang elk beeld wordt weergegeven. • Beeldtype: Kies uit Foto’s en films, Alleen foto’s, Alleen films en Op score. Markeer Op score en druk op 2 om alleen foto’s toe te voegen die van een score zijn voorzien.
Verbindingen ViewNX-i installeren Wilt u foto’s verfijnen en foto’s uploaden en bekijken, download dan de nieuwste versie van het ViewNX-i-installatieprogramma via de volgende website en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Er is een internetverbinding vereist. Voor systeemvereisten en andere informatie, zie de Nikon-website voor uw regio. http://downloadcenter.nikonimglib.
Foto’s naar de computer kopiëren Controleer, alvorens u verdergaat, eerst of u ViewNX-i hebt geïnstalleerd (0 177). 1 Sluit de USB-kabel aan. Sluit, na het uitschakelen van de camera en controle of er een geheugenkaart is geplaatst, een USB-kabel (apart verkrijgbaar) volgens de aanwijzingen aan en schakel vervolgens de camera in. D USB-hubs Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer; sluit de kabel niet aan via een USB-hub of toetsenbord.
2 Start het onderdeel Nikon Transfer 2 van ViewNX-i. Als er een bericht wordt weergegeven met de vraag een programma te kiezen, selecteer Nikon Transfer 2. D Tijdens het overzetten Schakel de camera niet uit en ontkoppel de USB-kabel niet terwijl beelden worden overgezet. A Windows 7 Selecteer Nikon Transfer 2 zoals hieronder beschreven als het volgende venster wordt weergegeven. 1 Onder Afbeeldingen en video’s importeren, klik op Ander programma.
3 Klik op Overspelen starten. Foto’s op de geheugenkaart worden naar de computer gekopieerd. Overspelen starten 4 Beëindig de verbinding. Schakel de camera uit en ontkoppel de USB-kabel zodra de overdracht is voltooid. A Voor meer informatie Raadpleeg de online helpfunctie voor meer informatie over het gebruik van ViewNX-i.
Foto’s afdrukken Geselecteerde JPEG-afbeeldingen kunnen worden afgedrukt op een PictBridge-printer (0 303) die rechtstreeks is verbonden met de camera. De printer aansluiten Sluit de camera aan met behulp van een USB-kabel (apart verkrijgbaar). Oefen geen kracht uit en steek de stekker recht in de aansluiting. Zodra de camera en printer zijn ingeschakeld, wordt een welkomstscherm weergegeven in de monitor, gevolgd door een PictBridge-weergavescherm.
Foto’s één voor één afdrukken 1 Geef de gewenste foto weer. Druk op 4 of 2 om meer foto’s te bekijken. Druk op de X-knop om op het huidige beeld in te zoomen (0 165; druk op K om zoom af te sluiten). Druk op de W (Q)-knop om zes foto’s tegelijkertijd te bekijken. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren of druk op X om de gemarkeerde foto in volledig scherm weer te geven. 2 Pas de printerinstellingen aan.
Meerdere foto’s afdrukken 1 Geef het PictBridge-menu weer. Druk op de G-knop in het PictBridge-weergavescherm. 2 Kies een optie. Markeer één van de volgende opties en druk op 2. • Selectie afdrukken: Selecteer foto’s voor afdrukken. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken) en met de W (Q)-knop ingedrukt, druk op 1 of 3 om het aantal afdrukken te kiezen.
Foto’s op een televisie bekijken De optionele High-Definitie Multimedia Interface (HDMI)-kabel (0 268) kan worden gebruikt om de camera met high-definition videoapparaten te verbinden. Zet de camera altijd uit voordat u een HDMI-kabel aansluit of loskoppelt. Aansluiten op camera Aansluiten op high-definition apparaat (kies kabel met aansluiting voor HDMI-apparaat) Stem het apparaat af op het HDMI-kanaal, schakel vervolgens de camera in en druk op de K-knop.
❚❚ Een uitvoerresolutie kiezen Om de indeling voor beelduitvoer naar het HDMI-apparaat te kiezen, selecteer HDMI > Uitvoerresolutie in het setup-menu van de camera (0 199). Als Automatisch is geselecteerd, dan selecteert de camera automatisch de juiste indeling.
Cameramenu’s D Het weergavemenu: Beelden beheren Druk op G en selecteer de tab D (weergavemenu) om het weergavemenu weer te geven. G-knop Weergavemenu-opties Het weergavemenu bevat de volgende opties: Optie Wissen Weergavemap Weergaveopties Controlebeeld Automatische beeldrotatie Draai portret Diashow Beeldtype Beeldinterval Score Sel. v. verzending n. smartappar. 186 D Het weergavemenu: Beelden beheren Standaard — Alle — Aan Aan Aan Foto's en films 2 sec.
Weergavemap G-knop ➜ D weergavemenu Kies een map voor weergave: Optie Beschrijving Foto's in alle mappen aangemaakt met de D3400 zijn zichtbaar D3400 tijdens weergave. Alle Foto’s in alle mappen zijn zichtbaar tijdens weergave. Alleen foto’s in de map die momenteel is geselecteerd voor Huidige Opslagmap in het setup-menu (0 219) worden weergegeven tijdens weergave. Weergaveopties G-knop ➜ D weergavemenu Kies de informatie die beschikbaar is in het scherm voor weergave van foto-informatie (0 156).
Controlebeeld G-knop ➜ D weergavemenu Kies of foto’s direct na het fotograferen automatisch in de monitor worden weergegeven. Als Uit is geselecteerd, kunnen foto’s alleen worden weergegeven door op de D-knop te drukken. Automatische beeldrotatie G-knop ➜ D weergavemenu Foto’s gemaakt terwijl Aan is geselecteerd, bevatten informatie over de camerarichting, waardoor ze automatisch kunnen worden gedraaid tijdens weergave of wanneer ze worden bekeken in ViewNX-i of Capture NX-D.
Draai portret G-knop ➜ D weergavemenu Als Aan is geselecteerd, worden “staande” (portretstand) foto’s automatisch gedraaid voor weergave in de monitor (foto’s gemaakt met Uit geselecteerd voor Automatische beeldrotatie worden nog steeds in de landschapstand weergegeven). Aangezien de camera zelf al de geschikte richting heeft bepaald tijdens het fotograferen, worden beelden niet automatisch gedraaid tijdens het controleren van het beeld. Sel. v. verzending n. smartappar.
C Het opnamemenu: Opnameopties Druk op G en selecteer de tab C (opnamemenu) om het opnamemenu weer te geven.
Optie Autom. vertekeningscorrectie Scherpstelstand Zoeker Livebeeld/film AF-veldstand n, 1, 2, 3 Zoeker m Overige standen k, l, p, o Livebeeld/film n Overige standen Ingebouwde AF-hulpverlichting Lichtmeting Flitserregeling ingeb.
Opnamemenu terugzetten G-knop ➜ C opnamemenu Selecteer Ja om de instellingen van het opnamemenu terug te zetten.
❚❚ Autom inst ISO-gevoeligheid Deze optie is beschikbaar voor type G- en E-objectieven (0 253) wanneer de camera zich in de stand P, S, A of M bevindt. Als Uit is geselecteerd, blijft ISO-gevoeligheid ingesteld op de waarde die is geselecteerd door de gebruiker (0 93). Wanneer Aan is gekozen, zal de ISO-gevoeligheid automatisch worden aangepast als de optimale belichting niet tot stand kan worden gebracht met de waarde die door de gebruiker werd geselecteerd.
A Maximale gevoeligheid/langste sluitertijd Wanneer automatische ISO-gevoeligheid wordt ingeschakeld, tonen de ISOgevoeligheid- en sluitertijdgrafieken in het informatiescherm de maximale gevoeligheid en langste sluitertijd.
Ruisonderdrukking G-knop ➜ C opnamemenu Selecteer Aan om ruis te verminderen (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels of waas). Ruisonderdrukking heeft effect op alle ISO-gevoeligheden, maar is het meest waarneembaar bij hogere waarden. De vereiste tijd voor verwerking bij sluitertijden langer dan circa 1 sec. wordt grofweg verdubbeld; tijdens verwerking knippert “l m” in de zoeker en er kunnen geen foto’s worden gemaakt.
Autom. vertekeningscorrectie G-knop ➜ C opnamemenu Selecteer Aan om tonvormige vertekeningen te verminderen bij het fotograferen met groothoekobjectieven en om kussenvormige vervorming te verminderen bij het fotograferen met lange objectieven (merk op dat randen van het veld zichtbaar in de zoeker mogelijk worden weggesneden van de uiteindelijke foto en dat de benodigde tijd voor het verwerken van de foto’s voordat het opnemen begint, kan toenemen).
Flitserregeling ingeb. flitser/Optionele flitser G-knop ➜ C opnamemenu Kies de flitsstand voor de ingebouwde flitser in de standen P, S, A en M. Wanneer een optionele SB-500, SB-400 of SB-300 flitser wordt bevestigd en ingeschakeld, verandert deze optie naar Optionele flitser en wordt gebruikt om de flitsstand voor de optionele flitser te kiezen. Optie Beschrijving De flitsuitvoer wordt automatisch aangepast aan de 1 DDL opnameomstandigheden. Kies een flitssterkte.
A DDL-flitssturing De volgende soorten flitserregeling worden ondersteund wanneer E- of G-type objectief in combinatie met de ingebouwde flitser (0 87) of optionele flitsers wordt gebruikt (0 262). • i-DDL-uitgebalanceerde invulflits voor digitale SLR: Informatie van de RGB-sensor met 420 pixels wordt gebruikt om de flitsuitvoer aan te passen voor een natuurlijke balans tussen het hoofdonderwerp en de achtergrond.
B Het setup-menu: Camera-instellingen Druk op G en selecteer de tab B (setup-menu) om het setupmenu weer te geven. G-knop Opties setup-menu Het setup-menu bevat de volgende opties: Optie Herstel setup-opties Geheugenkaart formatteren Datumstempel Tijdzone en datum 1 Synchroniseren m.
Optie Wachttijd afst.bed. (ML-L3) Spiegel omhoog (CCD reinigen) 2 Stof-referentiefoto Beeldcommentaar Copyrightinformatie Signaal Flikkerreductie Knoppen Fn-knop toewijzen AE-L/AF-L-knop toewijzen AE-vergrend. ontspanknop AF-activering Afstandsmeter Handm. scherpstelring in AF-st. 3 Opeenvolgende nummering Opslagmap Naamgeving bestanden HDMI Uitvoerresolutie Apparaatbesturing Locatiegegevens Downloaden van smartapparaat Positie Vliegtuigmodus Verbinden met smartapparaat Verzenden n. smartapp. (autom.
Optie Uploaden via Eye-Fi 4 Conformiteitsmarkering Ontspannen bij geen kaart Alle instellingen terugzetten Firmwareversie 1 2 3 4 Standaard Inschakelen — Sluiter vergrendeld — — 0 224 225 226 226 226 Standaard varieert afhankelijk van het land van aankoop. Niet beschikbaar als de accu bijna leeg is. Alleen voor objectieven die dit item ondersteunen. Alleen beschikbaar wanneer een compatibele Eye-Fi-geheugenkaart is geplaatst (0 224).
1 Markeer Ja. Om af te sluiten zonder de geheugenkaart te formatteren, markeer Nee en druk op J. 2 Druk op J. Er wordt een bericht weergegeven terwijl de kaart wordt geformatteerd. Tijdens het formatteren mag zowel de geheugenkaart als de voedingsbron niet worden verwijderd voordat het formatteren is voltooid. Datumstempel G-knop ➜ B setup-menu Kies de datuminformatie die wordt afgedrukt tijdens het fotograferen. Datumstempels kunnen niet worden toegevoegd aan of worden verwijderd van bestaande foto’s.
Bij andere instellingen dan Uit wordt de geselecteerde optie aangeduid door een d-pictogram in het informatiescherm. A Datumstempel De datum wordt vastgelegd in de volgorde die is geselecteerd voor Tijdzone en datum (0 205). De afgedrukte datums worden mogelijk uitgesneden of onleesbaar gemaakt in kopieën die zijn aangemaakt bij het retoucheren van beelden (0 227). De datum verschijnt niet op NEF (RAW)of NEF (RAW) + JPEG-afbeeldingen.
2 Voer extra datums in of bewerk bestaande datums. Om een datum te wijzigen of extra datums in te voeren, markeer een sleuf, druk op 2 en voer volgens onderstaande beschrijving een datum in. 3 Kies een datum. Markeer een sleuf in de datumlijst en druk op J. 4 Kies een indeling voor de dagenteller. Markeer Weergaveopties en druk op 2, markeer vervolgens een datumnotatie en druk op J. 5 Sluit het menu van de dagenteller af. Druk op J om het menu van de dagenteller af te sluiten.
Tijdzone en datum G-knop ➜ B setup-menu Wijzig tijdzones, synchroniseer de klok met de klok op een smartapparaat, stel de cameraklok in, kies de datumweergavevolgorde en schakel de zomertijd in of uit. Optie Beschrijving Kies een tijdzone. De cameraklok wordt automatisch Tijdzone ingesteld op de tijd in de nieuwe tijdzone. Datum en tijd Stel de cameraklok in (0 25). Kies of de cameraklok wordt bijgewerkt naar de tijd Synchroniseren (Coordinated Universal Time of UTC), tijdzone en m.
Indeling informatiescherm G-knop ➜ B setup-menu Kies een indeling voor het informatiescherm (0 6). Voor de automatische stand, onderwerpstand, stand voor speciale effecten en voor de standen P, S, A en M kunnen afzonderlijk indelingen worden gekozen. Klassiek Grafisch 1 Selecteer een optie voor de opnamestand. Markeer AUTO/SCENE/EFFECTS of P/S/A/M en druk op 2. 2 Selecteer een ontwerp. Markeer een ontwerp en druk op J.
Timers automatisch uit G-knop ➜ B setup-menu Deze optie bepaalt hoe lang de monitor aan blijft wanneer er geen handelingen worden uitgevoerd tijdens menuweergave en afspelen (Weergave/menu’s), terwijl foto’s na het opnemen in de monitor worden weergegeven (Controlebeeld) en tijdens livebeeld (Livebeeld), en hoe lang de stand-by-timer, zoeker en het informatiescherm ingeschakeld blijven wanneer er geen handelingen worden uitgevoerd (Stand-by-timer).
Zelfontspanner G-knop ➜ B setup-menu Kies de lengte van de ontspanknopvertraging en het aantal gemaakte foto's. • Vertraging zelfontspanner: Kies de lengte van de ontspanknopvertraging. • Aantal opnamen: Druk op 1 en 3 om het aantal gemaakte foto’s te kiezen bij het indrukken van de ontspanknop (van 1 tot 9; als er een andere waarde dan 1 is geselecteerd, zullen foto's worden vastgelegd bij intervallen van circa 4 sec.). Wachttijd afst.bed.
Stof-referentiefoto G-knop ➜ B setup-menu Verzamel referentiegegevens voor de optie stofverwijdering in Capture NX-D uit (voor meer informatie, raadpleeg de online helpfunctie van Capture NX-D). Stof-referentiefoto is alleen beschikbaar wanneer een E- of G-type objectief op de camera is bevestigd. Een objectief met een brandpuntsafstand van minimaal 50 mm wordt aanbevolen. Bij het gebruik van een zoomobjectief moet helemaal worden ingezoomd. 1 Selecteer Starten. Markeer Starten en druk op J.
3 Verzamel referentiegegevens voor stofverwijdering. Druk de ontspanknop volledig in om referentiegegevens voor stofverwijdering te verzamelen. De monitor schakelt uit zodra de ontspanknop wordt ingedrukt. Als het referentievoorwerp te licht of te donker is, kan de camera mogelijk geen referentiegegevens voor stofverwijdering verzamelen en wordt het rechts getoonde bericht weergegeven. Kies een ander referentievoorwerp en herhaal de procedure vanaf Stap 1.
Beeldcommentaar G-knop ➜ B setup-menu Voeg commentaar toe aan nieuwe foto’s terwijl ze worden gemaakt. Commentaar kan als metadata worden bekeken in ViewNX-i of Capture NX-D. Het commentaar is ook zichtbaar op de pagina met opnamegegevens in het foto-informatiescherm (0 161). De volgende opties zijn beschikbaar: • Commentaar invoeren: Voer commentaar in zoals hieronder beschreven. Commentaar kan maximaal 36 tekens lang zijn.
Copyrightinformatie G-knop ➜ B setup-menu Voeg copyrightinformatie toe aan nieuwe foto’s terwijl ze worden gemaakt. Copyrightinformatie is opgenomen in de opnamegegevens die worden getoond in het fotoinformatiescherm en kunnen worden bekeken als metadata in ViewNX-i of in Capture NX-D. De volgende opties zijn beschikbaar: • Fotograaf: Voer de naam van de fotograaf in zoals beschreven op pagina 211. Namen van fotografen kunnen maximaal 36 tekens lang zijn.
Signaal G-knop ➜ B setup-menu Kies de toonhoogte (Hoog of Laag) van het signaal dat klinkt wanneer de camera scherpstelt en in de zelfontspanner- en afstandsbedieningsstanden. Selecteer Uit om te voorkomen dat het signaal klinkt. De huidige instelling wordt in het informatiescherm getoond: 3 wordt weergegeven wanneer het signaal aan is, 2 wanneer deze uit is.
Knoppen G-knop ➜ B setup-menu ❚❚ Fn-knop toewijzen Kies de functie van de Fn-knop. Fn-knop Optie Beschrijving Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de instelschijf om de beeldkwaliteit en het beeldformaat te selecteren (0 84). Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de ISO-gevoeligheid instelschijf om ISO-gevoeligheid te selecteren (0 93). Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de Witbalans instelschijf om witbalans te selecteren (alleen standen P, S, A en M; 0 121).
❚❚ AE-L/AF-L-knop toewijzen Kies de functie voor de A (L)-knop. A (L)-knop Optie Beschrijving AE/ Scherpstelling en belichtingsvergrendeling B AF-vergrendeling terwijl de A (L)-knop wordt ingedrukt. De belichting vergrendelt terwijl de C AE-vergrendeling A (L)-knop wordt ingedrukt. De belichting vergrendelt wanneer de AE-vergrendeling A (L)-knop wordt ingedrukt en blijft E (vast) vergrendeld totdat de knop voor de tweede keer wordt ingedrukt of de stand-by-timer afloopt.
Afstandsmeter G-knop ➜ B setup-menu Kies Aan om met behulp van de belichtingsaanduiding te bepalen of de camera juist is scherpgesteld in de handmatige scherpstelstand (0 81; merk op dat deze functie niet beschikbaar is in de opnamestand M wanneer de belichtingsaanduiding in plaats daarvan toont of het onderwerp juist is belicht). Aanduiding Beschrijving Onderwerp scherp in beeld. Scherpstelpunt ligt enigszins voor het onderwerp. Scherpstelpunt ligt ver voor het onderwerp.
Handm. scherpstelring in AF-st. G-knop ➜ B setup-menu Dit item wordt alleen weergegeven voor objectieven die dit ondersteunen. Het selecteren van Inschakelen zorgt ervoor dat de scherpstelring van het objectief kan worden gebruikt voor handmatige scherpstelling wanneer de camera zich in autofocusstand bevindt; dit staat bekend als “autofocus met handcorrectie” (M/A).
Opeenvolgende nummering G-knop ➜ B setup-menu Wanneer een foto is gemaakt, verhoogt de camera het laatst gebruikte bestandsnummer met één en wordt deze naam voor het nieuwe bestand gebruikt. Deze optie regelt of de bestandsnummering doorgaat vanaf het laatst gebruikte nummer wanneer een nieuwe map wordt gemaakt, de geheugenkaart wordt geformatteerd of een nieuwe geheugenkaart in de camera wordt geplaatst.
Opslagmap G-knop ➜ B setup-menu Selecteer de map waarin de volgende beelden worden opgeslagen. ❚❚ Mappen selecteren op mapnummer 1 Kies Map selecteren op nummer. Markeer Map selecteren op nummer en druk op 2. 2 Kies een mapnummer. Druk op 4 of 2 om een cijfer te markeren en druk op 1 of 3 om te wijzigen. Als een map met het geselecteerde nummer al bestaat, wordt links van het mapnummer een pictogram W, X of Y weergegeven: • W: map is leeg. • X: map is gedeeltelijk vol.
❚❚ Mappen uit een lijst selecteren 1 Kies Map selecteren in lijst. Markeer Map selecteren in lijst en druk op 2. 2 Markeer een map. Druk op 1 of 3 om een map te markeren. 3 Selecteer de gemarkeerde map. Druk op J om de gemarkeerde map te selecteren en terug te keren naar het hoofdmenu. Daaropvolgende foto’s worden in de geselecteerde map opgeslagen.
Naamgeving bestanden G-knop ➜ B setup-menu Foto’s worden opgeslagen met een bestandsnaam die bestaat uit “DSC _” of, in het geval van afbeeldingen die Adobe RGB kleurruimte gebruiken (0 194),“_ DSC”, gevolgd door een getal van vier cijfers en een extensie van drie letters (bijv. “DSC _ 0001.JPG”). De optie Naamgeving bestanden wordt gebruikt om drie letters te selecteren om het gedeelte “DSC” van de bestandsnaam te vervangen. Zie pagina 211 voor informatie over het bewerken van bestandsnamen.
Vliegtuigmodus G-knop ➜ B setup-menu Selecteer Inschakelen om de draadloze functies van Eye-Fi-kaarten en Bluetooth-verbindingen met smartapparaten uit te schakelen. Verbinden met smartapparaat G-knop ➜ B setup-menu Pas instellingen aan voor verbinding met smartapparaten.
Verzenden n. smartapp. (autom.) G-knop ➜ B setup-menu Als Aan is geselecteerd, worden nieuwe foto’s automatisch naar het smartapparaat geüpload (als de camera op dit moment niet is verbonden met het smartapparaat, dan worden de foto’s gemarkeerd voor uploaden en geüpload zodra de eerstvolgende keer een draadloze verbinding tot stand wordt gebracht). Films worden niet geüpload. A Uploadmarkering Niet meer dan 1.000 foto's tegelijk kunnen worden gemarkeerd voor uploaden.
Uploaden via Eye-Fi G-knop ➜ B setup-menu Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer een Eye-Figeheugenkaart (apart verkrijgbaar van een willekeurig merk) in de camera is geplaatst. Kies Inschakelen om foto’s naar een vooraf geselecteerde bestemming te uploaden. Let op: bij ontoereikende signaalsterkte worden er geen foto’s geüpload. Alvorens foto’s te uploaden via Eye-Fi, selecteer Uitschakelen voor Vliegtuigmodus (0 222) en Bluetooth > Netwerkverbinding (0 223).
Als er een Eye-Fi-kaart is geplaatst, wordt de status aangeduid door een pictogram in het informatiescherm: • d: Uploaden via Eye-Fi uitgeschakeld. • e: Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld maar er zijn geen foto’s beschikbaar voor uploaden. • f (statisch): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; bezig met wachten op uploaden. • f (animatie): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; bezig met uploaden van gegevens. • g: Fout — de camera kan de Eye-Fi-kaart niet bedienen.
Ontspannen bij geen kaart G-knop ➜ B setup-menu Als Sluiter vergrendeld is geselecteerd, werkt de ontspanknop alleen als er een geheugenkaart in de camera is geplaatst. Door het selecteren van Sluiter ontgrendeld kan de sluiter worden ontspannen als er geen geheugenkaart is geplaatst, hoewel er geen foto's worden vastgelegd (ze worden echter wel in de demostand in de monitor weergegeven).
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken Druk op G en selecteer de tab N (retoucheermenu) om het retoucheermenu weer te geven. G-knop Retoucheermenu-opties De opties in het retoucheermenu worden gebruikt om bijgesneden of geretoucheerde kopieën van bestaande foto’s te maken. Het retoucheermenu wordt alleen weergegeven wanneer een geheugenkaart met foto’s in de camera is geplaatst.
Geretoucheerde kopieën maken Voer het volgende uit om een geretoucheerde kopie te maken: 1 Geef retoucheeropties weer. Markeer het gewenste item in het retoucheermenu en druk op 2. 2 Selecteer een foto. Markeer een foto en druk op J (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken). A Retoucheren De camera is mogelijk niet in staat om foto’s gemaakt met andere toestellen weer te geven of te retoucheren.
A Geretoucheerde kopieën maken tijdens weergave Om een geretoucheerde kopie van de foto te maken die momenteel in schermvullende weergave wordt weergegeven (0 152), druk op P, markeer vervolgens Retoucheren en druk op 2 en selecteer een retoucheeroptie (Beeld-op-beeld uitgezonderd).
NEF (RAW)-verwerking G-knop ➜ N retoucheermenu Maak JPEG-kopieën van NEF (RAW)-foto’s. 1 Selecteer NEF (RAW)-verwerking. Markeer NEF (RAW)-verwerking in het retoucheermenu en druk op 2 om een fotoselectievenster weer te geven waarin alleen NEF (RAW)-afbeeldingen worden weergegeven die met deze camera zijn gemaakt. 2 Selecteer een foto. Gebruik de multi-selector om een foto te markeren (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm weer te geven).
3 Kies instellingen voor de JPEG-kopie. Pas de hieronder vermelde instellingen aan. Merk op dat witbalans en vignetteringscorrectie niet beschikbaar zijn voor foto’s gecreëerd met beeld-op-beeld (0 241) en dat de effecten van belichtingscorrectie kunnen verschillen van de effecten die mogelijk verwacht werden toen de foto werd gemaakt.
Bijsnijden G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een uitgesneden kopie van de geselecteerde foto. De geselecteerde foto wordt weergegeven, waarbij de geselecteerde uitsnede in geel wordt aangegeven; maak een uitgesneden kopie zoals beschreven in de volgende tabel. Knop Formaat van uitsnede vergroten Formaat van uitsnede verkleinen Beeldverhouding van uitsnede wijzigen Functie X W (Q) Beschrijving Druk op de X-knop om het formaat van de uitsnede te vergroten.
Formaat wijzigen G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kleine kopieën van geselecteerde foto’s. 1 Selecteer Formaat wijzigen. Om het formaat van geselecteerde afbeeldingen te wijzigen, markeer Formaat wijzigen in het retoucheermenu en druk op 2. 2 Kies een formaat. Markeer Kies formaat en druk op 2. Markeer een optie en druk op J.
3 Kies foto’s. Markeer Foto selecteren en druk op 2. Markeer foto’s met behulp van de multiselector en druk op de W (Q)-knop om deze te selecteren of de selectie ongedaan te maken (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken). Geselecteerde foto’s zijn gemarkeerd W (Q)-knop met het pictogram 1. Druk op J zodra de selectie is voltooid. 4 Sla de kopieën met gewijzigd formaat op. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven.
D-Lighting G-knop ➜ N retoucheermenu D-Lighting maakt schaduwen lichter, waardoor deze functie ideaal is voor donkere foto’s of foto’s die met tegenlicht zijn gemaakt. Voor D-Lighting (U Portret uitgeschakeld) D-Lighting (M Portret ingeschakeld) Druk op 4 of 2 om de hoeveelheid uit te voeren correctie te kiezen; het effect kan vooraf als voorbeeld in het bewerkingsscherm worden bekeken. Druk op J om de foto te kopiëren. ❚❚ “Portret” Om deze optie in of uit te schakelen, markeer Portret en druk op 2.
Snel retoucheren G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën waarvan de verzadiging en het contrast zijn verbeterd. Waar nodig wordt D-Lighting toegepast om donkere of met tegenlicht belichte onderwerpen helderder te maken. Druk op 4 of 2 om de mate van verbetering te kiezen. Druk op J om de foto te kopiëren.
Rechtzetten G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een rechtgezette kopie van het geselecteerde beeld. Druk op 2 om het beeld maximaal vijf graden naar rechts te draaien in stappen van ca. 0,25 graden, of op 4 om het beeld naar links te draaien (merk op dat randen van het beeld worden bijgesneden om een rechthoekige kopie te maken). Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Vertekeningscorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën met minder perifere vertekening.
Perspectiefcorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën die de effecten verminderen van een perspectief gemaakt vanaf de basis van een hoog object. Gebruik de multiselector om het perspectief aan te passen (hoe groter de mate van perspectiefcorrectie, des te meer er van de randen van de foto wordt uitgesneden). Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Voor Na Fisheye G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën die lijken alsof ze met een fisheye-objectief zijn genomen.
Filtereffecten G-knop ➜ N retoucheermenu Druk op J om de foto te kopiëren na het aanpassen van de filtereffecten, zoals hieronder beschreven. Optie Beschrijving Creëert het effect van een Skylight skylightfilter, waarbij de foto minder blauw wordt. Maakt een kopie met het filtereffect van warme tinten, Warm filter waardoor de kopie een “warme”, rode kleurzweem krijgt. Voeg aan lichtbronnen het effect van een stralenkrans toe. • Aantal punten: Kies uit vier, zes of acht.
Monochroom G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie van foto’s in Zwart-wit, Sepia of Koelblauw (blauw-wit monochroom). Bij het selecteren van Sepia of Koelblauw wordt een voorbeeld van de geselecteerde afbeelding weergegeven; druk op 1 om kleurverzadiging te vergroten, op 3 om te verkleinen. Druk op J om een monochrome kopie te maken.
Beeld-op-beeld G-knop ➜ N retoucheermenu Beeld-op-beeld combineert twee bestaande NEF (RAW)-foto’s om een enkele foto te maken die afzonderlijk van de originele foto’s wordt opgeslagen; de resultaten, die gebaseerd zijn op RAWgegevens van de beeldsensor van de camera, zijn aanmerkelijk beter dan over elkaar geplaatste beelden die met een beeldverwerkingsprogramma worden gemaakt.
2 Selecteer de eerste afbeelding. Gebruik de multi-selector om de eerste foto voor beeld-op-beeld te markeren. Houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken. Druk op J om de gemarkeerde foto te selecteren en terug te keren naar de voorbeeldweergave. 3 Selecteer de tweede afbeelding. De geselecteerde afbeelding verschijnt als Beeld 1. Markeer Beeld 2 en druk op J en selecteer vervolgens de tweede foto, zoals beschreven in Stap 2. 4 Pas versterking aan.
6 Sla het beeld-op-beeld op. Druk op J terwijl het voorbeeld wordt weergegeven om de over elkaar geplaatste beelden op te slaan. Nadat een beeld-op-beeld is gemaakt, wordt het beeldresultaat in volledig scherm in de monitor weergegeven. D Beeld-op-beeld Het beeld-op-beeld heeft dezelfde foto-informatie als de foto geselecteerd voor Beeld 1. Het huidige beeldcommentaar wordt toegevoegd aan de over elkaar geplaatste beelden wanneer deze worden opgeslagen; copyrightinformatie wordt echter niet gekopieerd.
Foto-illustratie G-knop ➜ N retoucheermenu Verscherp omtreklijnen en vereenvoudig kleuren voor een postereffect. Druk op 4 of 2 om omtreklijnen dikker of dunner te maken. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Voor Na Kleurenschets G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie van een foto die lijkt op een schets gemaakt met kleurpotloden. Druk op 1 of 3 om Levendigheid of Omtrekken te markeren en druk op 4 of 2 om te wijzigen.
Miniatuureffect G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie die lijkt op een foto van een diorama. Dit effect werkt het best bij foto’s die vanuit een hoog camerastandpunt zijn genomen. Het gedeelte dat scherp in beeld wordt gebracht in de kopie wordt aangeduid door een gele rand. Knop Oriëntatie kiezen Scherp te stellen veld kiezen Druk op W (Q) Beschrijving Druk op W (Q) om de oriëntatie van het scherpgestelde gedeelte te kiezen.
Selectieve kleur G-knop ➜ N retoucheermenu Creëer een kopie waarin alleen geselecteerde tinten in kleur verschijnen. 1 Selecteer Selectieve kleur. Markeer Selectieve kleur in het retoucheermenu en druk op 2. 2 Selecteer een foto. Markeer een foto en druk op J (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken). 3 Selecteer een kleur.
4 Markeer het kleurbereik. Kleurbereik Draai aan de hoofdinstelschijf om het kleurbereik voor de geselecteerde kleur te markeren. 5 Kies het kleurbereik. Druk op 1 of 3 om het bereik van gelijkwaardige tinten te verhogen of te verlagen die in de uiteindelijke foto worden vastgelegd. Kies uit waarden tussen 1 en 7; merk op dat hogere waarden tinten van andere kleuren kunnen bevatten. 6 Selecteer extra kleuren.
Schilderij G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie met de nadruk op details en kleur voor een schilderijeffect. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan.
Vergelijken Vergelijk geretoucheerde kopieën met de originele foto’s. Deze optie is alleen beschikbaar als het retoucheermenu wordt weergegeven door indrukken van de P-knop en selecteren van Retoucheren wanneer een kopie of origineel in volledig scherm wordt afgespeeld. 1 Selecteer een foto. Selecteer een geretoucheerde kopie (aangeduid met een Z-pictogram) of een foto die werd geretoucheerd in schermvullende weergave. Druk op P, markeer vervolgens Retoucheren en druk op 2.
3 Vergelijk de kopie met het origineel. Opties die zijn gebruikt om De bronfoto wordt links weergegeven een kopie te maken en de geretoucheerde kopie rechts, waarbij de opties, die zijn gebruikt om de kopie te maken, bovenaan het scherm worden weergegeven. Druk op 4 of 2 om tussen de bronfoto en de geretoucheerde foto te schakelen. Houd de X-knop ingedrukt om de Bronfoto Geretoucheergemarkeerde foto in volledig scherm te de kopie bekijken.
m Recente Instellingen Druk op G en selecteer de tab m (recente instellingen) om het menu recente instellingen weer te geven. G-knop In het menu recente instellingen staan de 20 meest recent gebruikte instellingen. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren en druk op 2 om te selecteren. A Items uit het menu recente instellingen verwijderen Markeer een item en druk op de O-knop om het item uit het menu recente instellingen te verwijderen.
Technische opmerkingen Dit hoofdstuk bevat nuttige informatie over compatibele accessoires, het reinigen en opbergen van de camera en wat u moet doen als er een foutmelding verschijnt of als u tijdens het gebruik van de camera op problemen stuit. Compatibele objectieven Compatibele CPU-objectieven Deze camera ondersteunt autofocus alleen met AF-P en E- en G-type objectieven.
4 De shiftknop voor de PC-E NIKKOR 24mm f/3.5D ED kan in aanraking komen met de camerabody wanneer het objectief wordt rondgedraaid. 5 Verschuiven en/of kantelen van het objectief hindert de belichting. 6 Kan niet worden gebruikt bij verschuiven of kantelen. 7 Optimale belichting wordt alleen verkregen als het objectief op maximaal diafragma staat en het objectief niet wordt verschoven of gekanteld. 8 Wanneer op minimale scherpstelafstand de objectieven AF 80–200mm f/2.8, AF 35–70mm f/2.8, AF 28–85mm f/3.
Compatibele objectieven zonder CPU Objectieven zonder CPU mogen alleen worden gebruikt wanneer de camera zich in de M-stand bevindt. Het selecteren van een andere stand schakelt de ontspanknop uit. Diafragma moet handmatig worden aangepast via de diafragmaring van het objectief en het lichtmeetsysteem van de camera; i-DDLflitserregeling en andere functies waarvoor een CPU-objectief nodig is, kunnen niet worden gebruikt.
D Niet-compatibele accessoires en objectieven zonder CPU De volgende accessoires en objectieven zonder CPU kunnen NIET worden gebruikt voor de D3400: • TC-16A AF-teleconverter • Objectieven die alleen werken met de AU-1-scherpsteleenheid (400mm f/4.5, 600mm f/5.6, 800mm f/8, 1.200mm f/11) • Fisheye (6mm f/5.6, 7,5mm f/5.6, 8mm f/8, OP 10mm f/5.6) • 2,1 cm f/4 • Tussenring K2 • 180–600mm f/8 ED (serienummers 174041–174180) • 360–1.200mm f/11 ED (serienummers 174031–174127) • 200–600mm f/9.
D AF-hulpverlichting De AF-hulpverlichting heeft een bereik van ongeveer 0,5–3,0 m; gebruik bij het gebruik van de verlichting een objectief met een brandpuntsafstand van 18–200 mm en verwijder de zonnekap. Voor de volgende objectieven is AF-hulpverlichting niet beschikbaar: • AF-S NIKKOR 14–24mm f/2.8G ED • AF-S NIKKOR 28–300mm f/3.5–5.6G ED VR • AF-S DX NIKKOR 55–300mm f/4.5–5.6G ED VR • AF-S VR Zoom-Nikkor 70–200mm f/2.8G IF-ED • AF-S NIKKOR 70–200mm f/2.8G ED VR II • AF-S Zoom-Nikkor 80–200mm f/2.
Bij afstanden van minder dan 1 m kunnen de volgende objectieven de AF-hulpverlichting blokkeren en de automatische scherpstelling belemmeren wanneer er weinig licht is: • AF-S DX NIKKOR 10–24mm f/3.5–4.5G ED • AF-S NIKKOR 16–35mm f/4G ED VR • AF-S Zoom-Nikkor 17–35mm f/2.8D IF-ED • AF-S DX Zoom-Nikkor 17–55mm f/2.8G IF-ED • AF-S DX NIKKOR 18–105mm f/3.5–5.6G ED VR • AF-S DX VR Zoom-Nikkor 18–200mm f/3.5–5.6G IF-ED • AF-S DX NIKKOR 18–200mm f/3.5–5.6G ED VR II • AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–5.
D De ingebouwde flitser De ingebouwde flitser kan worden gebruikt voor objectieven met brandpuntsafstanden van 18–300 mm, waarbij moet worden opgemerkt dat de flitser bij sommige afstanden of brandpuntsafstanden het onderwerp niet volledig zal kunnen verlichten als gevolg van de door het objectief opgeworpen schaduw (zie onderstaande afbeelding), terwijl objectieven die het zicht van het onderwerp op de lamp voor rodeogenreductie belemmeren het goed functioneren van rode-ogenreductie kunnen hinderen.
Objectief AF-S DX Zoom-Nikkor 17–55mm f/2.8G IF-ED AF-S NIKKOR 18–35mm f/3.5–4.5G ED AF Zoom-Nikkor 18–35mm f/3.5–4.5D IF-ED AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR, AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G AF-S DX Zoom-Nikkor 18–70mm f/3.5–4.5G IF-ED AF-S DX NIKKOR 18–105mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S DX Zoom-Nikkor 18–135mm f/3.5–5.6G IF-ED AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S DX VR Zoom-Nikkor 18–200mm f/3.5–5.6G IF-ED, AF-S DX NIKKOR 18–200mm f/3.5–5.6G ED VR II AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–5.
Objectief AF-S NIKKOR 24–70mm f/2.8E ED VR AF-S VR Zoom-Nikkor 24–120mm f/3.5–5.6G IF-ED AF-S NIKKOR 24–120mm f/4G ED VR AF-S Zoom-Nikkor 28–70mm f/2.8D IF-ED AF-S NIKKOR 28–300mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S VR Zoom-Nikkor 200–400mm f/4G IF-ED, AF-S NIKKOR 200–400mm f/4G ED VR II PC-E NIKKOR 24mm f/3.
A De beeldhoek berekenen De grootte van het gebied dat bij een kleinbeeldcamera wordt belicht, bedraagt 36 × 24 mm. De grootte van het gebied dat wordt belicht door de D3400 is daarentegen 23,5 × 15,6 mm, wat betekent dat de beeldhoek van een kleinbeeldcamera circa 1,5 keer zo groot is als die van de D3400. De geschatte brandpuntsafstand van objectieven voor de D3400 in kleinbeeldformaat kan bij benadering worden berekend door de brandpuntsafstand van het objectief te vermenigvuldigen met 1,5.
Het Nikon Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) Nikons geavanceerde Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) biedt een verbeterde communicatie tussen de camera en compatibele flitsers voor betere flitsfoto’s. De ingebouwde flitser zal niet flitsen wanneer een optionele flitser is bevestigd.
z8 z7 — — — — — — — z z z z z z z — z — — z z z — — — — — — — — — — — — — z z — — z z z z — — z z 10 z — z z — z z — z z — — z z — z z z — — z9 — — — — — — — — — z — — z z — SB-300 z z z — z — — SB-400 z SB-R200 z SB-500 z z z — z — — SU-800 z SB-600 SB-910, SB-900, SB-800 z SB-700 SB-5000 Extern Optische geavanceerde draadloze flitssturing i-TTL i-DDL Snelle draadloze [A:B] flitserregeling Automatisch %A/A diafragma/Niet-DDL automatisch M Handmatig RPT Stroboscopisch flitsen
❚❚ Overige flitsers De volgende flitsers zijn geschikt in niet-DDL automatische en handmatige standen. Gebruik met de camera in belichtingsstand S of M en een geselecteerde sluitertijd van 1/200 sec. of langer.
D Opmerkingen over optionele flitsers Raadpleeg de Speedlight-handleiding voor gedetailleerde instructies. Als de flitser CVS ondersteunt, raadpleeg dan de paragraaf over CVScompatibele digitale SLR-camera’s. De D3400 wordt niet vermeld in de “digitale SLR”-categorie in de handleidingen van de SB-80DX, SB-28DX en SB-50DX.
De SB-5000, SB-910, SB-900, SB-800, SB-700, SB-600, SB-500 en SB-400 beschikken over rode-ogenreductie, terwijl de SB-5000, SB-910, SB-900, SB-800, SB-700, SB-600 en SU-800 over AF-hulpverlichting beschikken met de volgende beperkingen: • SB-5000: In het geval van 24–135 mm AF-objectieven is AF-hulpverlichting beschikbaar voor de rechts getoonde scherpstelpunten. • SB-910 en SB-900: In het geval van 17–135 mm AF-objectieven is AF-hulpverlichting beschikbaar voor de rechts getoonde scherpstelpunten.
Overige accessoires Bij het samenstellen van deze handleiding waren voor de D3400 de volgende accessoires beschikbaar. Voedingsbronnen Filters • Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL14a (0 12): Extra EN-EL14a-accu’s zijn verkrijgbaar bij uw winkelier en bij Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordigers. Ook kunnen EN-EL14-accu’s worden gebruikt. • Batterijlader MH-24 (0 12): Laad EN-EL14a- en EN-EL14-accu’s op.
• Oculairkapje DK-5 (0 68): Dit voorkomt dat licht dat via de zoeker binnenvalt in de foto verschijnt of de belichting verstoort. • DK-20C Zoekercorrectielenzen: Er zijn objectieven beschikbaar voor dioptrieën van –5, –4, –3, –2, 0, +0,5, +1, +2 en +3 m–1 wanneer de dioptrieregelaar van de camera zich in de neutrale positie bevindt (–1 m–1). Gebruik alleen zoekercorrectielenzen als de gewenste scherpstelling niet verkregen kan worden met de ingebouwde dioptrieregelaar (–1,7 tot + 0,5 m–1).
Draadloze afstandsbediening ML-L3 (0 95): De ML-L3 gebruikt een 3 V CR2025-batterij. Afstandsbedieningen Druk de ontgrendeling van het batterijvak naar rechts (q), steek uw vingernagel in de opening en open het batterijvak (w). Zorg dat de accu in de juiste richting is geplaatst (r). ❚❚ Goedgekeurde geheugenkaarten De camera ondersteunt SD-, SDHC- en SDXCgeheugenkaarten, inclusief SDHC- en SDXCkaarten die compatibel zijn met UHS-I.
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen Zet de camera uit voordat u de optionele stroomaansluiting en lichtnetadapter aansluit. 1 Maak de camera gereed. Open de deksels van het batterijvak (q) en de stroomaansluiting (w). 2 Plaats de EP-5A-stroomaansluiting. Plaats de aansluiting in de aangegeven richting en gebruik de accu om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden. Zorg dat de aansluiting in zijn geheel is geplaatst. 3 Sluit het deksel van het batterijvak.
4 Sluit lichtnetadapter EH-5b aan. Sluit het netsnoer van de lichtnetadapter aan op de wisselstroomaansluiting op de lichtnetadapter (e) en het netsnoer op de gelijkstroomaansluiting (r). Het pictogram P verschijnt in de monitor wanneer de camera via de lichtnetadapter en de stroomaansluiting wordt gevoed.
Behandeling van uw camera Opslag Wanneer de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder de accu, plaats het afdekkapje terug en bewaar de accu op een koele, droge plek. U voorkomt de vorming van schimmel of meeldauw door de camera in een droge, goed geventileerde ruimte te bewaren.
Reiniging van de beeldsensor Als u vermoedt dat vuil of stof op de beeldsensor zichtbaar is op foto’s, dan kan de sensor handmatig worden gereinigd zoals hieronder beschreven. Denk er echter aan dat de sensor uitermate kwetsbaar is en gemakkelijk beschadigd kan raken. Nikon raadt aan het reinigen van de sensor alleen over te laten aan Nikon geautoriseerd servicepersoneel. 1 Laad de accu op. Gebruik een betrouwbare stroombron wanneer u de beeldsensor controleert of reinigt.
5 Klap de spiegel omhoog. Druk de ontspanknop volledig in. De spiegel wordt omhoog geklapt en het sluitergordijn wordt geopend, zodat de beeldsensor zichtbaar wordt. 6 Onderzoek de beeldsensor. Houd de camera zodanig vast dat er licht op de beeldsensor valt en onderzoek de binnenkant van de camera op stof en vuil. Ga naar Stap 8 als er geen vuil of stof aanwezig is. 7 Reinig de sensor. Verwijder stof en pluisjes met een blaasbalgje van de sensor.
A Gebruik een betrouwbare voedingsbron Het sluitergordijn is kwetsbaar en kan gemakkelijk beschadigd raken. Als de camera uitschakelt terwijl de spiegel is opgeklapt, dan sluit het gordijn automatisch. Neem het volgende in acht om schade aan het gordijn te voorkomen: • Zet de camera niet uit en verwijder of ontkoppel de voedingsbron niet wanneer de spiegel is opgeklapt.
Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen Laat niet vallen: Blootstelling aan sterke schokken of trillingen kan tot storingen leiden. Houd droog: Dit product is niet waterbestendig, onderdompeling in water of blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid kan tot storing leiden. Roesten van het interne mechanisme kan tot onherstelbare schade leiden.
Reiniging: Gebruik een blaasbalgje om stof of pluisjes te verwijderen en veeg de camerabody voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera op het strand of aan zee dient u eventueel aanwezig zand of zout te verwijderen met een doek die licht bevochtigd is met schoon water en droog de camera vervolgens grondig af. Het objectief en de spiegel kunnen gemakkelijk beschadigd raken. Verwijder stof en pluisjes voorzichtig met een blaasbalgje.
Opmerking over de monitor: De monitor is met extreem hoge precisie gefabriceerd; ten minste 99,99% pixels zijn effectief, met niet meer dan 0,01% ontbrekende of defecte pixels. Vandaar dat deze schermen pixels kunnen bevatten die altijd branden (wit, rood, blauw of groen) of altijd uit (zwart) zijn; dit is geen defect en heeft geen gevolgen voor beelden die zijn vastgelegd met dit apparaat. Bij helder licht kunnen de beelden op de monitor moeilijk te zien zijn.
• Het herhaaldelijk in- en uitschakelen van de camera bij een volledig ontladen accu verkort de levensduur van de accu. Accu’s die volledig leeg zijn moeten voor gebruik worden opgeladen. • De interne temperatuur van de accu kan tijdens gebruik aanzienlijk oplopen. Het opladen van een accu met een te hoge temperatuur, heeft een negatieve invloed op de prestaties van de accu en de accu laadt mogelijk niet op of wordt slechts gedeeltelijk opgeladen. Wacht met opladen totdat de accu is afgekoeld.
• Laad de accu voor gebruik op. Houd voor het fotograferen van belangrijke gebeurtenissen een extra volledig opgeladen accu bij de hand. Afhankelijk van waar u zich bevindt, kan het soms moeilijk zijn om snel een vervangende accu te kopen. Bij koud weer nemen de prestaties van accu’s vaak af. Zorg dat de accu volledig is opgeladen voordat u bij koud weer buiten foto’s maakt. Bewaar een reserveaccu op een warme plaats en vervang zo nodig de twee accu’s.
Beschikbare instellingen De volgende tabel bevat de instellingen die in de diverse standen beschikbaar zijn. Merk op dat sommige instellingen, afhankelijk van de geselecteerde opties, mogelijk niet beschikbaar zijn. Opnamemenu ISO-gevoeligheid Witbalans Picture Control instellen Actieve D-Lighting Ruisonderdrukking Scherpstelstand (zoeker) Scherpstelstand (livebeeld/film) AF-veldstand (zoeker) AF-veldstand (livebeeld/film) Ingeb. AFhulpverlichting Lichtmeting Flitserregeling ingeb.
Problemen oplossen Functioneert de camera niet naar verwachting, kijk dan in de onderstaande lijst met veelvoorkomende problemen voordat u uw winkelier of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger raadpleegt. Accu/weergave De camera is aan, maar reageert niet: Wacht tot de opname klaar is. Zet de camera uit als het probleem zich blijft voordoen.
Opname (Alle standen) Het aanzetten van de camera duurt lang: Wis bestanden of mappen. Ontspanknop uitgeschakeld: • Geheugenkaart is vergrendeld, vol of niet geplaatst (0 13, 292). • Sluiter vergrendeld is geselecteerd voor Ontspannen bij geen kaart (0 226) en er is geen geheugenkaart geplaatst (0 13). • Ingebouwde flitser wordt opgeladen (0 38). • Camera is niet scherpgesteld (0 35). • Het bevestigde objectief is geen E- of G-type en de camera bevindt zich niet in de stand M (0 253).
AF-hulpverlichting brandt niet: • AF-hulpverlichting brandt niet als AF-C is geselecteerd voor autofocusstand (0 69) of als continue servo-autofocus is geselecteerd wanneer de camera zich in de stand AF-A bevindt. Kies AF-S. Als een andere optie dan e (Automatisch veld-AF) is geselecteerd voor AF-veldstand, selecteer dan het middelste scherpstelpunt (0 74, 76). • De camera bevindt zich momenteel in livebeeld. • Uit is geselecteerd voor Ingeb. AF-hulpverlichting (0 196).
Er verschijnt ruis (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) op foto’s: • Heldere vlekken, willekeurige heldere pixels, waas en lijnen kunnen worden verminderd door ISO-gevoeligheid te verlagen. • Gebruik de optie Ruisonderdrukking in het opnamemenu om het optreden van heldere vlekken of waas in foto’s die zijn gemaakt bij sluitertijden langer dan 1 sec. te beperken (0 195).
Foto’s zijn vlekkerig: Reinig voorste en achterste objectiefelementen. Als het probleem zich blijft voordoen, reinig de beeldsensor handmatig (0 273) of neem contact op met een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Datum wordt niet afgedrukt op foto’s: Er is een NEF (RAW)-optie geselecteerd voor beeldkwaliteit (0 85, 202). Geluid wordt niet opgenomen met films: Microfoon uit is geselecteerd voor Filminstellingen > Microfoon (0 141).
Opname (P, S, A, M) Ontspanknop uitgeschakeld: • Het objectief is geen E- of G-type: draai de standknop van de camera naar M (0 105, 253). • Standknop naar S gedraaid na sluitertijd “Bulb” of “Tijd” geselecteerd in stand M: kies nieuwe sluitertijd (0 101). Niet alle sluitertijden zijn beschikbaar: • Flitser in gebruik (0 91). • Wanneer Aan is geselecteerd voor Filminstellingen > Handmatige filminstellingen in het opnamemenu, variëren de beschikbare sluitertijden afhankelijk van de beeldsnelheid (0 142).
Weergave NEF (RAW)-afbeelding wordt niet afgespeeld: Foto werd gemaakt bij beeldkwaliteit NEF (RAW) + JPEG (0 84). Kan geen foto’s bekijken die met andere camera’s zijn gemaakt: Foto’s die met andere merken camera’s zijn gemaakt, worden mogelijk onjuist weergegeven. Sommige foto’s worden niet weergegeven tijdens weergave: Selecteer Alle voor Weergavemap (0 187). Staande foto’s (portretstand) worden liggend (landschap) weergegeven: • Selecteer Aan voor Draai portret (0 189).
Bluetooth Het toegangslampje van de geheugenkaart (0 36) brandt wanneer de camera uit is: De camera is bezig met het verzenden van gegevens naar een smartapparaat. Dit duidt niet op een storing. Kan geen verbinding maken met draadloze printers en andere draadloze apparaten: Deze camera kan alleen verbinding maken met apparaten waarop de SnapBridge app is geïnstalleerd. Overige Opnamedatum klopt niet: Stel cameraklok in (0 25, 205).
Foutmeldingen Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de waarschuwingsaanduidingen en foutmeldingen in de zoeker en op de monitor. A Waarschuwingspictogrammen Een knipperende d in de monitor of s in de zoeker duidt aan dat er, door het indrukken van de W (Q)-knop, in de monitor een waarschuwing of foutbericht kan worden weergegeven. Aanduiding Monitor Oplossing 0 • Bevestig een compatibel objectief. 252 F/s Geen objectief bevestigd (knippert) • Als het objectief geen E- of G-type is, 105 selecteer stand M.
Aanduiding Monitor Batterijniveau laag. Voltooi de bewerking en schakel de camera onmiddellijk uit. Zoeker — Oplossing Beëindig het reinigen, zet de camera uit en laad de accu op of vervang de accu. s Stel de cameraklok in. (knippert) S/s Schakel de camera uit en controleer of Geen geheugenkaart gepl. (knippert) de kaart correct is geplaatst. Geheugenkaart is Geheugenkaart is vergrendeld (tegen vergrendeld. ( schrijven beveiligd).
Aanduiding Monitor Zoeker j/A/s (knippert) Kaart is vol — ● (knippert) Onderwerp te helder s (knippert) Onderwerp te donker Geen ‘Bulb’ in S-stand Geen ‘Tijd’ in S-stand — Oplossing 0 • Verlaag beeldkwaliteit of -formaat. 84 • Wis foto’s. 171 • Plaats een nieuwe geheugenkaart. 13 Camera kan niet scherpstellen met 35, 72, autofocus. Verander de compositie of 81 stel handmatig scherp. • Gebruik een lagere ISO93 gevoeligheid. • Gebruik in de handel verkrijgbaar 267 ND-filter.
Aanduiding Monitor — Fout. Druk opnieuw op de ontspanknop. Opstartfout. Neem contact op met een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Meetfout Oplossing 0 • Gebruik de flitser. 87 • Wijzig de afstand tot het onderwerp, 92, 93, het diafragma, het flitserbereik of de 104 ISO-gevoeligheid. • Brandpuntsafstand van het objectief — is minder dan 18 mm: gebruik een langere brandpuntsafstand.
Aanduiding Monitor Kan dit bestand niet weergeven. Kan dit bestand niet selecteren. Zoeker — — Deze film kan niet worden bewerkt. — Geen beeld om te retoucheren. — Netwerktoegang is pas beschikbaar nadat de camera is afgekoeld. — Controleer de printer. — Controleer het papier. — Het papier zit vast. — Het papier is op. — Controleer de inkt. — De inkt is op. — Oplossing Bestand kan niet worden afgespeeld op de camera.
Specificaties ❚❚ Nikon D3400 digitale camera Type Type Objectiefvatting Effectieve beeldhoek Effectieve pixels Effectieve pixels Beeldsensor Beeldsensor Totaal aantal pixels Stofreductiesysteem Digitale spiegelreflexcamera Nikon F-vatting (met AF-contacten) Nikon DX-formaat; brandpuntsafstand equivalent aan ca.
Zoeker Zoeker Beelddekking Vergroting Oogafstand Dioptrieregelaar Scherpstelscherm Reflexspiegel Objectiefdiafragma Spiegelreflexzoeker met pentaspiegel op ooghoogte Ca. 95% horizontaal en 95% verticaal Ca. 0,85× (50 mm f/1.
Opname Lichtmeting Lichtmeetmethode DDL-lichtmeting met RGB-sensor met 420 pixels • Matrixmeting: 3D-kleurenmatrixmeting II (E- en Gtype objectieven) • Centrumgerichte meting: 75% van het beeld wordt gemeten in een cirkel van 8-mm in het midden van het beeld • Spotmeting: Meet een cirkel van 3,5-mm (circa 2,5% van het beeld) gecentreerd op het geselecteerde scherpstelpunt Bereik (ISO 100, f/1.
Scherpstelling Autofocus Nikon Multi-CAM 1000-autofocussensormodule met DDL-fasedetectie, 11 scherpstelpunten (inclusief één kruissensor) en AF-hulpverlichting (bereik ca.
Flitser Flitscorrectie Flitsgereedaanduiding Accessoireschoen Nikon Creatief Verlichtingssysteem (CVS) Synchronisatieflits Witbalans Witbalans Livebeeld Objectiefscherpstelling AF-veldstand Autofocus Automatische onderwerpselectie Film Lichtmeting Lichtmeetmethode Beeldformaat (pixels) en beeldsnelheid Kan worden aangepast met –3–+1 LW in stappen van 1/3 in standen P, S, A, M en onderwerpstand Brandt wanneer de ingebouwde flitser of optionele flitser volledig opgeladen is; knippert nadat dat flitser he
Film Bestandsindeling Videocompressie Geluidsindeling Geluidsrecorder ISO-gevoeligheid Monitor Monitor Weergave Weergave Interface USB HDMI-uitgang MOV H.264/MPEG-4 Advanced Video Coding Lineair PCM Ingebouwde microfoon met monogeluid; gevoeligheid instelbaar ISO 100–25600 7,5-cm (3-in.), ca. 921.000 punten (VGA) TFT LCD met 170° kijkhoek, ca.
Ondersteunde talen Ondersteunde talen Voedingsbron Accu Lichtnetadapter Statiefaansluiting Statiefaansluiting Afmetingen/gewicht Afmetingen (B × H × D) Gewicht Gebruiksomgeving Temperatuur Luchtvochtigheid Arabisch, Bengaals, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd en Traditioneel), Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks, Hindi, Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans, Marathi, Nederlands, Noors, Oekraïens, Perzisch, Pools, Portugees (Portugal en Brazilië), Roemeens, Russisch, Servisch, Spaans, Tam
❚❚ Batterijlader MH-24 100–240 V wisselstroom, 50/60 Hz, maximaal 0,2 A 8,4 V gelijkstroom/0,9 A EN-EL14a Nikon oplaadbare Li-ionbatterijen Ca. 1 uur en 50 minuten bij een omgevingstemperatuur van 25 °C wanneer de accu leeg is Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C Afmetingen (B × H × D) Ca. 70 × 26 × 97 mm, exclusief stekkeradapter Gewicht Ca. 96 g, exclusief stekkeradapter De symbolen op dit product geven het volgende weer: m AC, p DC, q Klasse II-apparatuur (De constructie van het product is dubbel geïsoleerd.
❚❚ Ondersteunde normen • DCF-versie 2.0: de Design Rule for Camera File System (DCF) (ontwerpnormen voor camerabestandssystemen) is een algemeen erkende norm voor digitale camera’s waarmee de compatibiliteit tussen de verschillende cameramerken wordt gewaarborgd. • Exif-versie 2.3: De D3400 ondersteunt Exif (Exchangeable Image File Format for Digital Still Cameras) (uitwisselbaar beeldbestandsformaat voor digitale fotocamera's) versie 2.3, een norm voor informatie die met foto’s wordt opgeslagen.
A Handelsmerkinformatie IOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco Systems, Inc., in de Verenigde Staten en/of andere landen en wordt onder licentie gebruikt. Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Mac, OS X, Apple®, App Store®, de Apple-logo’s, iPhone®, iPad®, en iPod touch® zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en/of andere landen.
A FreeType Licentie (FreeType2) Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The FreeType Project (http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden. A MIT Licentie (HarfBuzz) Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2016 The HarfBuzz Project (http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle rechten voorbehouden.
Objectiefsets De camera kan als set met het hieronder vermelde objectief worden gekocht. Het objectief dat doorgaans voor illustratieve doeleinden in deze handleiding wordt gebruikt is een AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR. AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR en AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.
❚❚ Scherpstelling De scherpstelstand kan worden geselecteerd met behulp van de camerabediening (0 69). Autofocus Scherpstelling wordt automatisch aangepast wanneer de camera zich in autofocusstand bevindt (0 69). De scherpstelring kan ook worden gebruikt om de camera scherp te stellen als de ontspanknop half wordt ingedrukt (of als de AF-ON-knop ingedrukt wordt gehouden); de zogeheten “autofocus met handcorrectie” (M/A).
❚❚ De ingebouwde flitser gebruiken Bij het gebruik van de ingebouwde flitser moet het onderwerp zich op een afstand van ten minste 0,6 m bevinden en verwijder zonnekappen om vignettering te voorkomen (schaduwen ontstaan waar het einde van het objectief de ingebouwde flitser bedekt).
❚❚ Vibratiereductie (alleen VR, AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR) Wanneer een AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR op de camera is bevestigd, kan vibratiereductie worden in- of uitgeschakeld met behulp van de optie Optische VR in het opnamemenu (0 198). Als Aan is geselecteerd, treedt vibratiereductie in werking wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Vibratiereductie vermindert onscherpte veroorzaakt door cameratrilling, zodat sluitertijden tot 4.
❚❚ Meegeleverde accessoires • LC-55A 55 mm voorste objectiefdop met klikbevestiging • Achterste objectiefdop ❚❚ Compatibele accessoires • • • • 55 mm schroeffilters LF-4 Achterste objectiefdop CL-0815 Objectieftas HB-N106 Bajonetkap Leg de bevestigingsmarkering voor de zonnekap (●) op één lijn met de uitlijnmarkering op de zonnekap ( ) zoals afgebeeld in Figuur q en draai vervolgens aan de kap (w) totdat de ●markering op één lijn ligt met de vergrendelmarkering op de zonnekap (—).
❚❚ Specificaties G-type AF-P DX-objectief met ingebouwde CPU en F-vatting Brandpuntsafstand 18–55 mm Maximaal diafragma f/3.5–5.
AF-P DX NIKKOR 70–300mm f/4.5–6.3G ED VR en AF-P DX NIKKOR 70–300mm f/4.5–6.3G ED Deze objectieven zijn uitsluitend voor gebruik met DX-formaat digitale SLR-camera’s van Nikon; SLR-filmcamera’s en D4-serie, D3serie, D2-serie, D1-serie, D800-serie, D700, D610, D600, D300-serie, D200, D100, D90, D80, D70-serie, D60, D50, D40-serie, D7000, D5100, D5000, D3200, D3100, D3000 digitale SLR-camera’s worden niet ondersteund.
❚❚ Scherpstelling De scherpstelstand kan worden geselecteerd met behulp van de camerabediening (0 69). Autofocus- en afstandsmeterfuncties worden ondersteund bij alle brandpuntsafstanden. Negeer bij het gebruik van dit objectief alle delen van de camerahandleiding waarin autofocus- en afstandsmeterrestricties voor objectieven met een maximaal diafragma kleiner dan f/5.6 worden vermeld. Autofocus Scherpstelling wordt automatisch aangepast wanneer de camera zich in autofocusstand bevindt (0 69).
❚❚ Vibratiereductie (alleen VR, AF-P DX NIKKOR 70–300mm f/4.5–6.3G ED VR) Wanneer een AF-P DX NIKKOR 70–300mm f/4.5–6.3G ED VR op de camera is bevestigd, kan vibratiereductie worden in- of uitgeschakeld met behulp van de optie Optische VR in het opnamemenu (0 198). Als Aan is geselecteerd, treedt vibratiereductie in werking wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Vibratiereductie vermindert onscherpte veroorzaakt door cameratrilling, zodat sluitertijden tot 4.
❚❚ Meegeleverde accessoires • LC-58 58 mm voorste objectiefdop met klikbevestiging • Achterste objectiefdop ❚❚ Compatibele accessoires • • • • 58 mm schroeffilters LF-4 Achterste objectiefdop CL-1020 Objectieftas HB-77 Bajonetkap Leg de bevestigingsmarkering voor de zonnekap (●) op één lijn met de uitlijnmarkering op de zonnekap ( ) zoals afgebeeld in Figuur q en draai vervolgens aan de kap (w) totdat de ●markering op één lijn ligt met de vergrendelmarkering op de zonnekap (—).
❚❚ Specificaties Type Brandpuntsafstand Maximaal diafragma Objectiefopbouw Beeldhoek Schaal brandpuntsafstand Afstandsinformatie Zoom Scherpstellen G-type AF-P DX-objectief met ingebouwde CPU en Fvatting 70–300 mm f/4.5–6.
AF-S DX NIKKOR 55–200mm f/4–5.6G ED VR II Dit intrekbare objectief is uitsluitend bedoeld voor gebruik met DXformaat digitale camera’s van Nikon. De onderdelen van het objectief worden hieronder vermeld. 1 Objectiefdop 2 Bevestigingsmarkering voor zonnekap 8 Objectiefbevestigingsmarkering...15 9 CPU-contacten ................................ 253 10 Schakelaar A-M-stand ......................81 3 Scherpstelring.................................... 81 11 ON/OFF-schakelaar vibratiereductie 4 Zoomring ......
❚❚ Vibratiereductie (VR) Vibratiereductie kan worden ingeschakeld door de vibratiereductieschakelaar naar ON te schuiven en treedt in werking zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt. Vibratiereductie vermindert onscherpte veroorzaakt door cameratrilling, zodat sluitertijden tot 4.0 stops langer duren dan anders het geval zou zijn en het bereik van beschikbare sluitertijden toeneemt.
❚❚ Meegeleverde accessoires • LC-52 52 mm voorste objectiefdop met klikbevestiging • Achterste objectiefdop ❚❚ Compatibele accessoires • • • • 52 mm schroeffilters LF-4 Achterste objectiefdop CL-0915 Flexibele objectieftas HB-37 Bajonetkap Leg de bevestigingsmarkering voor de zonnekap (●) op één lijn met de uitlijnmarkering op de zonnekap ( ) zoals afgebeeld in Figuur q en draai vervolgens aan de kap (w) totdat de ●markering op één lijn ligt met de vergrendelmarkering op de zonnekap (—).
❚❚ Specificaties Type Brandpuntsafstand Maximaal diafragma Objectiefopbouw Beeldhoek Schaal brandpuntsafstand Afstandsinformatie Zoom Scherpstellen Vibratiereductie Kortste scherpstelafstand Diafragmalamellen Diafragma Diafragmabereik Lichtmeting Maat voor filters/ voorzetlenzen Afmetingen Gewicht G-type AF-S DX-objectief met ingebouwde CPU en F-vatting 55–200 mm f/4–5.
D Onderhoud van het objectief • Houd de CPU-contacten schoon. • Verwijder stof en pluisjes op het objectiefglas met een blaasbalgje. Voor het verwijderen van vlekken en vingerafdrukken brengt u een kleine hoeveelheid ethanol of objectiefreiniger aan op een zachte, schone katoenen doek of op een lensdoekje en veegt u vanuit het midden in een cirkelvormige beweging naar de buitenkant over het objectiefglas. • Gebruik nooit organische oplosmiddelen zoals verfverdunner of benzeen om het objectief te reinigen.
A Een opmerking over groothoek- en supergroothoekobjectieven Autofocus levert mogelijk niet de gewenste resultaten in situaties zoals hieronder getoond. 1 Voorwerpen op de achtergrond beslaan meer van het scherpstelpunt dan het hoofdonderwerp: Als het scherpstelpunt zowel voorgrond- als achtergrondobjecten bevat, stelt de camera mogelijk scherp op de achtergrond en valt het onderwerp mogelijk buiten de scherpstelling, voornamelijk met groothoek- en Voorbeeld: Een portretonderwerp supergroothoekobjectieven.
Capaciteit geheugenkaart De volgende tabel toont het aantal foto’s dat bij benadering kan worden opgeslagen op een 16 GB SanDisk Extreme Pro SDHC UHSI-kaart bij verschillende instellingen voor beeldkwaliteit en beeldformaat.
Gebruiksduur van de accu Het aantal filmopnamen of foto’s dat kan worden gemaakt met een volledig opgeladen accu, varieert afhankelijk van de staat van de accu, temperatuur, het interval tussen de opnamen en de tijdsduur dat de menu’s worden weergegeven. Hieronder vindt u enkele voorbeeldgetallen voor EN-EL14a-accu’s (1.230 mAh). • Foto’s, enkel beeld ontspanstand (CIPA-norm 1): circa 1.200 opnamen • Films: ca. 60 minuten bij 1.080/60p 2 1 Gemeten bij 23 °C (±2 °C) met een AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.
De gebruiksduur van de accu kan door de volgende oorzaken worden verkort: • Gebruik van de monitor • Half ingedrukt houden van de ontspanknop • Herhaaldelijk bedienen van autofocus • Maken van NEF (RAW)-foto’s • Bij lange sluitertijden • Gebruik van Bluetooth-functies op de camera • Gebruik van de camera terwijl optionele accessoires aangesloten zijn • Gebruik van vibratiereductie (VR) met VR-objectieven • Herhaaldelijk in- en uitzoomen met een AF-P-objectief.
Index Symbolen i (Automatische stand) ................... 5, 32 j (Automatische stand (flitser uit)) .... 5, 32 k (Portret) .............................................. 5, 48 l (Landschap) ...................................... 5, 49 p (Kinderen).......................................... 5, 49 m (Sport) ................................................. 5, 49 n (Close-up) .......................................... 5, 50 o (Nachtportret) .................................. 5, 50 q (Speciale effecten) .......
Afdrukken starten (PictBridge) 182, 183 AF-F............................................................... 70 AF-hulpverlichting ................73, 196, 256 AF-S........................................................ 69, 70 Afstandsbediening......................... 95, 269 Afstandsmeter ................................. 82, 216 AF-veldstand ............................................. 74 Alle instellingen terugzetten............. 226 Apparaatbesturing (HDMI)................. 185 Autofocus .............
E Elektronische afstandsmeter...... 82, 216 Enkel beeld (Ontspanstand) .................62 Enkelpunts AF (AF-veldstand)..............74 Enkelvoudige servo-AF....................69, 70 E-type objectief ...................................... 253 Exif-versie 2.3 .......................................... 303 F Fijnafstelling witbalans........................ 124 Film bewerken ...............................146, 150 Filminstellingen...................................... 141 Filmkwaliteit ......................
J JPEG .............................................................. 84 JPEG Basis ................................................... 84 JPEG Fijn...................................................... 84 JPEG Normaal............................................ 84 K Kalenderweergave ................................154 Kies begin-/eindpunt ........................... 146 Klein (Beeldformaat)............................... 86 Kleurenschets..........................................244 Kleurruimte ...........
Rechtzetten.............................................. 237 Retoucheermenu................................... 227 RGB.....................................................158, 194 RGB-histogram ....................................... 158 RGB-sensor met 420 pixels.......198, 297, 298 Rode-ogencorrectie.............................. 236 Rode-ogenreductie...........................88, 90 Ruisonderdrukking................................ 195 S Schaal brandpuntsafstand .......306, 312, 317 Schaduw (Witbalans).
ViewNX-i....................................................177 Vignetteringscorrectie .........................195 Vliegtuigmodus...................................... 222 Volume .............................................145, 174 W Wachttijd afst.bed. (ML-L3) ................208 Warm filter (Filtereffecten) ................. 239 WB (Witbalans)........................................ 121 Weergave........................................... 40, 152 Weergave-informatie ..................
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.