Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Voor uw veiligheid
- Kennisgevingen
- Inleiding
- Instructies
- Livebeeldfotografie
- Films
- Opties voor beeldopname
- Scherpstelling
- Ontspanstand
- ISO-gevoeligheid
- Belichting
- Witbalans
- Beeldverbetering
- Flitserfotografie
- Andere opnameopties
- Meer over weergave
- Spraakmemo's
- Verbindingen
- Menulijst
- Technische opmerkingen
- Compatibele objectieven
- Het Nikon Creatief Verlichtingssysteem (CVS)
- Overige accessoires
- Behandeling van uw camera
- Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen
- Belichtingsprogramma
- Problemen oplossen
- Foutmeldingen
- Specificaties
- Goedgekeurde geheugenkaarten
- Capaciteit van geheugenkaarten
- Gebruiksduur van de batterij
- Index
- Garantievoorwaarden - Nikon Europees garantiebewijs

200
l
Flitscorrectie
Flitscorrectie wordt gebruikt om de flitssterkte te wijzigen met –3 LW
tot +1 LW in stappen van
1
/3 LW, waarbij de helderheid van het
hoofdonderwerp ten opzichte van de achtergrond wordt gewijzigd.
Flitssterkte kan worden verhoogd om het hoofdonderwerp helderder
te laten lijken, of worden verlaagd om ongewenste hoge lichten of
reflecties te voorkomen.
Kies doorgaans positieve waarden om het
onderwerp helderder te maken of negatieve waarden om het
onderwerp donkerder te maken.
Druk, om een waarde voor
flitscorrectie te kiezen, op de
W (M)-knop en draai aan de
secundaire instelschijf totdat de
gewenste waarde in het bovenste
bedieningspaneel wordt
weergegeven.
±0 LW
(W (M)-knop ingedrukt)
–0,3 LW +1,0 LW
W (M)-knop
Secundaire
instelschijf