Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Voor uw veiligheid
- Kennisgevingen
- Inleiding
- Instructies
- Livebeeldfotografie
- Films
- Opties voor beeldopname
- Scherpstelling
- Ontspanstand
- ISO-gevoeligheid
- Belichting
- Witbalans
- Beeldverbetering
- Flitserfotografie
- Andere opnameopties
- Meer over weergave
- Spraakmemo's
- Verbindingen
- Menulijst
- Technische opmerkingen
- Compatibele objectieven
- Het Nikon Creatief Verlichtingssysteem (CVS)
- Overige accessoires
- Behandeling van uw camera
- Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen
- Belichtingsprogramma
- Problemen oplossen
- Foutmeldingen
- Specificaties
- Goedgekeurde geheugenkaarten
- Capaciteit van geheugenkaarten
- Gebruiksduur van de batterij
- Index
- Garantievoorwaarden - Nikon Europees garantiebewijs

348
n
4 Druk op J.
Het rechts getoonde bericht wordt in de
monitor weergegeven en een rij streepjes
verschijnt in het bovenste
bedieningspaneel en de zoeker. Schakel
de camera uit om de normale werking te
herstellen zonder het laagdoorlaatfilter te
inspecteren.
5 Klap de spiegel omhoog.
Druk de ontspanknop volledig
in. De spiegel wordt omhoog
geklapt en het sluitergordijn
wordt geopend, zodat het
laagdoorfilter zichtbaar wordt.
De weergave in de zoeker en het achterste bedieningspaneel
worden uitgeschakeld en de rij met streepjes in het bovenste
bedieningspaneel beginnen te knipperen.
6 Controleer het laagdoorlaatfilter.
Houd de camera zodanig vast dat er licht op
het laagdoorlaatfilter valt en onderzoek het
filter op stof of pluisjes. Als er geen vuil
aanwezig is, ga verder naar Stap 8.