Gebruikshandleiding

137
Z
A AF Micro NIKKOR-objectieven
Onder voorwaarde dat een externe belichtingsmeter wordt gebruikt, hoeft u
alleen rekening te houden met de belichtingsverhouding wanneer de
diafragmaring wordt gebruikt voor het instellen van het diafragma.
A Belichtingsaanduidingen
De belichtingsaanduidingen in de zoeker en het bovenste
bedieningspaneel geven aan of de foto wordt onder- of overbelicht bij de
huidige instellingen.
Afhankelijk van de optie gekozen voor Persoonlijke
instelling b2 (Stapgrootte inst. belichting, 0 301), wordt de hoeveelheid
onder- of overbelichting in stappen van
1
/3 LW,
1
/2 LW of 1 LW aangeduid.
De weergaven knipperen als de limieten van het belichtingsmeetsysteem
worden overschreden.
Persoonlijke instelling b2 ingesteld op 1/3 stap
Optimale belichting Onderbelicht met
1
/3 LW
Overbelicht met meer
dan 3 LW
Bovenste
bedie-
ningspaneel
Zoeker
A Zie ook
Zie Persoonlijke instelling f7 (Aanduidingen omkeren, 0 309) voor
informatie over het omkeren van de belichtingsindicators, zodat negatieve
waarden rechts en positieve waarden links worden weergegeven.