Gebruikshandleiding
162
L
Kies de flitsstand voor de ingebouwde flitser in de standen P, S, A en M.
Kies de instelling (belichting, Actieve D-Lighting of witbalans) voor het variëren wanneer
bracketing actief is (alleen voor de standen P, S, A en M; zie pagina 103).
e: Bracketing/flits
e1: Flitssturing ingeb. flitser
G
-knop
➜
A
menu Persoonlijke instellingen
Optie Beschrijving
1 DDL De flitssterkte wordt automatisch aangepast aan de opnameomstandigheden.
2 Handmatig
Kies een flitssterkte tussen Volle flits en 1/32 (
1
/32 van vol vermogen). Op vol
vermogen heeft de ingebouwde flitser een richtgetal van 18 (m, ISO 200, 20 °C).
A Handmatig
Het pictogram Y knippert in de zoeker en in het informatiescherm als
Handmatig is geselecteerd en de flitser is uitgeklapt.
A De SB-400
Als een optionele SB-400 flitser is bevestigd en is ingeschakeld, wordt
persoonlijke instelling e1 ingesteld op Optionele flitser en kunt u DDL
of Handmatig selecteren als flitsersturing voor de SB-400.
A Flitssturing
De volgende soorten flitssturing worden ondersteund wanneer er een CPU-objectief in
combinatie met de ingebouwde flitser of optionele SB-900, SB-800, SB-600 of SB-400
flitsapparaten wordt gebruikt (0 70, 198).
• i-TTL uitgebalanceerde invulflits voor digitale SLR: Flitssterkte wordt aangepast aan een natuurlijke
balans tussen het hoofdonderwerp en de achtergrond.
• Standaard i-TTL-invulflits voor digitale SLR: Flitssterke wordt voor het hoofdonderwerp aangepast; er
wordt geen rekening gehouden met de helderheid van de achtergrond. Aanbevolen voor
opnamen waarbij het hoofdonderwerp wordt benadrukt ten koste van de achtergrond of
wanneer belichtingscorrectie wordt gebruikt.
Standaard i-TTL flitsersturing wordt gebruikt met spotmeting of desgewenst met de optionele
flitser. In alle overige gevallen wordt i-TTL gebalanceerde invulflits voor digitale SLR gebruikt.
e2: Inst. voor auto bracketing
G
-knop
➜
A
menu Persoonlijke instellingen