Naslaggids (volledige instructies)
228
n
Objectief
Compatibele objectieven Autofocus is beschikbaar met AF-S en AF-I-objectieven. Autofocus is niet
beschikbaar met andere G- en D-type objectieven, AF-objectieven
(IX NIKKOR-objectieven en objectieven voor de F3AF worden niet
ondersteund), en AI-P-objectieven. Objectieven zonder CPU kunnen in
opnamestand M worden gebruikt, maar de belichtingsmeter van de
camera werkt niet.
De elektronische afstandsmeting kan worden gebruikt als het objectief
een maximale diafragmaopening van f/5.6 of groter heeft.
Sluiter
Type Elektronisch gestuurde verticaal aflopende filmvlaksluiter
Sluitertijd
1
/4.000 – 30 sec. in stappen van
1
/3 of
1
/2 LW; Bulb; Tijd (optionele
afstandsbediening ML-L3 vereist)
Flitssynchronisatiesnelheid X=
1
/200 sec.; synchroniseert bij sluitertijden van
1
/200 sec. of langer
Ontspannen
Opnamestand 8 (enkel beeld), I (continu), E (zelfontspanner), " (vertraagd op
afstand), # (direct op afstand), J (stille ontspanstand)
Beeldsnelheid Tot 4 bps (handmatige scherpstelling, stand M of S, sluitertijd
1
/250 sec. of
korter, standaardwaarden voor alle overige instellingen)
Zelfontspanner 2 sec., 5 sec., 10 sec, 20 sec.; 1–9 belichtingen
Belichting
Lichtmeting DDL-lichtmeting met behulp van uit 420 pixels bestaande RGB-sensor
Lichtmeetmethode • Matrixmeting: 3D-kleurenmatrixmeting II (G- en D-type objectieven);
kleurenmatrixmeting II (overige CPU-objectieven)
• Centrumgericht: 75 % van het beeld wordt gemeten in een cirkel van
8 mm in het midden van het beeld
• Spotmeting: meet een cirkel van 3,5 mm (ca. 2,5% van het beeld) in het
midden van het geselecteerde scherpstelpunt
Bereik (ISO 100, f/1.4-
objectief, 20 °C)
• Matrix of centrumgerichte meting: 0–20 LW
• Spotmeting: 2–20 LW
Lichtmeterkoppeling CPU-contacten
Stand Automatische standen (i automatisch; j automatisch (flitser uit));
geprogrammeerd automatisch met flexibel programma (P);
sluitertijdvoorkeuze (S); diafragmavoorkeuze (A); handmatig (M);
onderwerpstanden (k portret; l landschap; p kinderen; m sport; n close-up;
o nachtportret; r nachtlandschap; s party/binnen; t strand/sneeuw; u zonsondergang;
v schemering; w dierenportret; x kaarslicht; y bloesem; z herfstkleuren; 0 voedsel); stand
speciale effecten (% nachtzicht; g kleurenschets; ( miniatuureffect; 3 selectieve kleur;
1 silhouet; 2 high-key; 3 low-key)
Belichtingscorrectie
–5 – +5 LW in stappen van
1
/3 of
1
/2 LW
Bracketing
• Belichtingsbracketing: 3 opnamen in stappen van
1
/3 of
1
/2 LW
• Witbalansbracketing: 3 opnamen in stappen van 1
• ADL-bracketing: 2 opnamen
Belichtingsvergrendeling Een lichtwaarde vergrendeld bij een gedetecteerde waarde met
AE-L/AF-L knop