Naslaggids (volledige instructies)

101
Films opnemen en afspelen
Films kunnen in de stand voor livebeeld worden opgenomen.
1 Draai aan de livebeeldschakelaar.
De spiegel wordt opgeklapt en het beeld dat zichtbaar is door
het objectief, wordt weergegeven op de monitor in plaats
van de zoeker.
2 Stel scherp.
Kadreer de beginopname en stel scherp zoals beschreven in
stap 2 en 3 van “Foto's in de monitor kadreren” (0 93; zie ook
“Scherpstellen in livebeeld” op pagina 0 94–96).
Merk op dat
het aantal te detecteren onderwerpen in gezichtsprioriteit-AF
afneemt tijdens filmopname.
3 Start opnemen.
Druk op de filmopnameknop om het opnemen te starten. Een
opnameaanduiding en de beschikbare tijd worden in de
monitor weergegeven. Met uitzondering van de standen
i
en
j
kan de belichting worden vergrendeld door de
A
(
L
)-knop in te drukken (
0
63
) of (in de standen
P
,
S
,
A
en
%
) worden aangepast met maximaal ±3 LW in stappen van
1
/
3
LW door de
E
(
N
)-knop in te drukken en aan de instelschijf
te draaien (
0
65
; merk op dat afhankelijk van de helderheid
van het onderwerp, wijzigingen aan de belichting mogelijk
geen zichtbaar effect hebben).
Films opnemen
D Het 0-pictogram
Een 0-pictogram (0 97) geeft aan dat er geen films kunnen
worden opgenomen.
A Voordat u gaat opnemen
Stel in de stand A of M het diafragma in alvorens op te nemen.
Livebeeldschakelaar
Filmopnameknop
Opnameaanduiding
Resterende tij
d