Naslaggids (volledige instructies)
214
Het laagdoorlaatfilter
De beeldsensor die dienst doet als beeldelement van de camera, is voorzien van een
laagdoorlaatfilter dat moiré moet voorkomen.
Als u vermoedt dat vuil- of stofdeeltjes die
op het filter zitten op de foto’s te zien zijn, kunt u het filter reinigen met behulp van de
optie Beeldsensor reinigen in het setup-menu.
Het filter kan op elk gewenst moment
worden gereinigd met behulp van de optie Nu reinigen, of reiniging kan automatisch
worden uitgevoerd wanneer de camera wordt in- of uitgeschakeld.
❚❚ “Nu reinigen”
1 Plaats de camera met de onderzijde omlaag.
De beeldsensor kan het beste worden gereinigd als
de camera wordt neergezet met de onderzijde
omlaag, zoals rechts wordt weergegeven.
2 Selecteer Beeldsensor reinigen in het
setup-menu.
Druk op de G-knop om de menu’s weer te
geven.
Markeer Beeldsensor reinigen in het
setup-menu (0 167) en druk op 2.
3 Selecteer Nu reinigen.
Markeer Nu reinigen en druk op J.
De camera controleert de beeldsensor en begint
vervolgens met reinigen.
1 knippert in de zoeker
en andere bewerkingen kunnen niet worden
uitgevoerd.
Verwijder of ontkoppel niet de
voedingsbron voordat het reinigen is voltooid en
het rechts aangeduide bericht wordt niet langer
weergegeven.
G-knop